Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Het is altijd nu
Misschien las u vorig jaar het levensverhaal van Jeroen Walravens al in uw krant. De jongeman, geboren en getogen in Antwerpen, heeft een levenswandel waar
ge nen boek over kunt schrijven (wat hij trouwens ook deed met ‘Het is altijd nu’). Hij werd in 2005, na een banaal conflict in de gang van het Lyceum in de Hertoginstraat, voor de schoolpoort neergestoken. Een laffe aanval die hij maar nipt overleefde. Alsof dat nog niet genoeg was, viel hij, terwijl hij met vrienden op vakantie was in Spanje, van het balkon van hun gehuurde appartementje. Jeroen lag lange tijd in coma, en zou nooit nog dezelfde zijn. Dat laatste heeft hij nu op een bewonderswaardige manier omarmt. Hij heeft zichzelf heruitgevonden en is sindsdien op zoek naar de beste ‘ik’ die hij kan zijn. Hij geeft er de ene lezing na de andere over, en ook op sociale media geeft hij zijn volgers een inkijk in zijn strijd. Toevallig ken ik Jeroen persoonlijk. We kwamen elkaar vroeger in de late uurtjes ergens in de stad wel eens tegen, terwijl we allebei aan een van onze nachtelijke escapades bezig waren. Jeroen was altijd vrolijk, had altijd zin om uit te gaan. Ik herinner me nog levendig het moment dat het nieuws over de steekpartij in onze vriendengroep begon door te sijpelen. Een goede vriendin stond er zelfs vlak naast toen, aan de schoolpoort van ’t Lyceum.
Ook wanneer hij na zijn val uit zijn coma ontwaakte, en aan een uiterst lang en zwaar revalidatieproces begon, waakten vele vrienden aan z’n zijde. Ik herinner me nog dat we elkaar eens tegenkwamen aan een bankautomaat in de Anselmostraat, en ik hem voor het eerst weer hoorde praten sinds z’n ongeval: een verschil dat door merg en been ging. Maar medelijden kon je niet hebben met Jeroen, daar was hij te charismatisch voor, te opgewekt. Dat hij nu zijn herwonnen creativiteit gebruikt om lotgenoten te tonen dat een (ontzettend zware) ‘tegenslag’ niet het einde hoeft te betekenen, is bewonderenswaardig. Dat hij nu ook aan comedy begint, zou dat ook kunnen zijn. Maar dat is het niet als je hem kent. Wie Jeroen kent, denkt gewoon uiterst goedbedoeld: waarom nú pas, makker?