Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Hardwerken­de tv-maker en zijn gasten zoeken het goeie leven onderweg op

DE COLUMBUS DI 10/04 | 20.35U | EEN

-

Wim Lybaert op televisie? Dan zijn de woorden ‘onthaasten’ en ‘genieten’ nooit ver weg. In het nieuwe Eén-programma De Columbus verlaat de man van ‘het goeie leven’ z’n moestuin, en trekt hij er elke week met bekend volk op uit om te genieten van vrije tijd die écht vrij is. Terwijl hij tegelijk natuurlijk ook een hardwerken­de tv-maker is. “Ik probeer mijn eigen advies wel op te volgen, maar ik werk ook gewoon graag.”

Een interview in een bus: dat hadden we nog niet gedaan. Maar deze keer is er een goede reden: Wim Lybaert (49) trekt vanaf 10 april door Europa met zijn ‘Columbus’. Met Hilde Crevits, Mathias Coppens, Lieve Blancquaer­t, Wouter Deprez, Els Pynoo, Marleen Merckx, Jef Neve en Filip Peeters probeert hij te genieten van het goeie leven onderweg. “Ontdekking­sreiziger Christoffe­l Columbus wou een kortere weg naar India nemen, en ontdekte zo toevallig Amerika. Hij wist op voorhand ook niet of hij zijn eindbestem­ming zou bereiken. Ook wij willen naar een plek in Europa, ook al weten we niet of we er zullen geraken. Maar door ons onderweg open te stellen voor verrassing­en, krijgen we veel andere aangename dingen in de plaats.”

Mag ik van

Er zitten inderdaad veel elementen uit dat programma in. Er is zelfs een kruidentui­n aan boord. En we hebben een volledig uitgeruste keuken. Alle materiaal voor een topchef is voorhanden. Dat moet ook als je acteur Filip Peeters, ooit nog kok, meeneemt. En de bedden hebben een prima matras en warme dekens. Alle comfort is aanwezig.

een rijdende versie noemen

Toffe bus trouwens.

We hebben er lang naar gezocht, en per toeval vonden we ze haast vlak naast de deur, in Jabbeke. De vorige eigenaar had de bus als mobilhome ingericht en is er twintig jaar lang de wereld mee afgereden. We hebben alles gestript en heringeric­ht. Het hout komt van een bergstal in Oostenrijk, een ander deel van een brouwerij. Een bevriend schrijnwer­ker deed de rest.

Nu zit je er wel mee opgezadeld, met die bus.

Tja, we hopen natuurlijk nog op een vervolg... Denk nu ook niet dat ik aan die bus een fortuin kwijt ben. De aankooppri­js viel mee. Al was de aankleding en het technische materiaal wel andere koek. We installeer­den dertien camera’s en overal zitten er microfoons, want we wilden geen klankman in beeld. En zie je die wand achteraan? Dat is niet het einde van de bus. Niemand heeft het door, maar achter die muur zaten tijdens onze tocht vier mensen alles te volgen op schermen.

Dit is het eerste programma waarin je een volledig uur constant in beeld komt en gesprekken moet gaande houden. Hoe moeilijk was dat?

Ik heb de voorbije twintig jaar met de beste interviewe­rs mogen samenwerke­n. Dankzij Arnout Hauben, Luc Haekens en Martin Heylen weet ik wat een goed interview is, en ook dat ik zoiets niet kan. Een interview, dat wil zeggen dat ik vragen stel en de gast antwoorden geeft. Ik ga eerder in gesprek met mijn gasten, waardoor we gelijkwaar­dige gesprekspa­rtners zijn. Het is zinloos dat een redactie een bio van een gast opstelt met vijftig interessan­te vragen. Ik kan zoiets niet spontaan brengen. Ik weet van mijn collega’s dat ik tijdens een gesprek veel laat liggen. Zeker als het om delicate onderwerpe­n gaat. Want als ik merk dat het gesprek die kant opgaat, trek ik uit gêne altijd terug. Ik wil de dingen spontaan laten gebeuren. Zoals toen Mathias Coppens plots over zijn overleden vader begon. Hij spreekt nooit over hem, nu wel. Op zulke momenten laat ik de gast vooral vertellen, zonder door te vragen.

Je promoot op televisie het goeie leven. Leef je dan zelf écht zo?

(lacht) Nu stel je een delicate vraag. Ik zit dikwijls naar mezelf te kijken op televisie, en dan zie ik een ander mens. Van mijn vrouw heb ik al vaak moeten horen dat ik het allemaal goed kan verkopen, maar dat ik beter eens mijn eigen advies zou opvolgen. Ik probeer dat wel te doen, maar ik werk gewoon graag.

Er is dus ook een gestressee­rde en gejaagde Wim?

Ja, maar ik merk wel dat ik ben veranderd door er programma’s over te maken. Vorig weekend kookte ik voor mijn gezin. Vroeger had ik niet kunnen verdragen dat de kinderen meehielpen, want ik wilde niet afwijken van mijn strakke plan. En nu spelen we gewoon samen Monopoly, terwijl ik vroeger eerst nog veertig mails zou afgewerkt hebben. Ik zie mezelf veranderen, maar het is niet evident.

Het is eigen aan de 21ste eeuw dat we worden geleefd. We werken almaar, en vervreemde­n van elkaar. Ooit trok ik negen weken met Martin Heylen door China. Ik stond er van te kijken hoe tof mensen waren als we spontaan begonnen te babbelen. Eigenlijk is de mens van nature goed. Alleen onder druk van agenda’s, de beste willen zijn en veel willen verdienen, komen de slechte eigenschap­pen naar boven. Het klinkt wollig, maar het is zo.

Bij de opnames van Het Goeie Leven was er ook die stress. Er kwam een opnamedag aan en we moesten de tomaten beoordelen. Maar door het slechte weer waren die niet rijp. Uiteindeli­jk hebben we dat mee in het programma verwerkt, en heb ik me later afgevraagd waarom ik me toch zo druk had gemaakt.

In één van de aflevering­en van De Columbus heb ik fotografe Lieve Blancquaer­t te gast, die na Birth Day en Wedding Day nu een reeks over het levenseind­e maakt. Ze sprak allerhande oude mensen en één constante kwam telkens in hun verhalen terug: ze hadden zich liever minder zorgen gemaakt. Maar we doen helaas niet anders.

Jij ook nog steeds?

Ja. Al kan ik soms al die mentale switch maken. Enkele dagen geleden had ik ergens een lezing. Dat gaat altijd zo: ik kom een uur op voorhand toe, doe een technische doorloop en trek me nog even terug in mijn loge. Deze keer mislukte de doorloop. Pas één minuut voor ik normaal zou beginnen, zat alles qua klank en beeld goed. Vroeger zou ik zijn doodgegaan, en tegen Jan en alleman mijn beklag hebben gedaan. Maar nu liet ik het allemaal gebeuren en zijn we gewoon een kwartier later gestart. En ik was in prima vorm. Op zo’n momenten besef je hoe eenvoudig leuk het leven kan zijn, en toch laat je je soms gaan als een stresskiek­en.

Ik ben bewust altijd in Brugge blijven wonen. Als ik vroeger van Woestijnvi­s in het Brusselse naar huis reed, had ik dat uur in de auto nodig om weer tot mezelf te komen. Anders nam ik het werk mee naar huis. Eigenlijk dat was al het geval: mijn vrouw werkte op de redactie van Man Bijt Hond.

Je weet dat je leven rustiger en relaxter zou kunnen. Toch begin je dan met Liefhebber­s, een eigen productieh­uis. Zodat je niet alleen programma’s moet maken, maar ze ook zelf moet bedenken. Met alle stress en onverwacht­e problemen vandien (lacht). Dat kan ik niet ontkennen.

Waarom begin je er dan mee?

Deels uit noodzaak. Ik beleefde vijftien fantastisc­he jaren bij Woestijnvi­s, maar ik vond mijn plek niet in het nieuwe verhaal toen Vier werd gekocht. Mijn vennoot Laurens Verbeke (ex-programmad­irecteur VTM en man van Rani De Coninck, red.) werkte er ook ooit, als eindredact­eur van Man Bijt Hond. Wij zijn al twintig jaar vrienden. Onze visie op programma’s maken is gelijklope­nd. Ons werk is niet evident, maar je koopt zo ook wat vrijheid.

Van Eén mochten we opnieuw Het Goeie Leven maken, maar we hebben bedankt omdat we iets anders wilden doen. Allez, dat klinkt nogal pretentieu­s... De hoofdreden is er één van praktische aard. De productiep­eriode van Het Goeie Leven was zestien maanden. Als klein productieh­uis hebben we niet de mogelijkhe­id om met een tweede ploeg, in overlap met een al lopende productie, een tweede op te starten.

Maar zo schiet je toch net in eigen voet?

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium