Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Het geduld van de sjeik is op
McLaren kan maar beter tonen dat het weer aansluiting bij de top heeft
De Grand Prix van Bahrein is een belangrijke race voor McLaren. Het mag vreemd klinken voor een Britse renstal, maar de race in Sakhir is een thuisrace voor het team van Stoffel Vandoorne. De belangrijkste geldschieter van McLaren is immers een Bahreins conglomeraat, waarvan CEO sjeik Mohammed bin Essa Al Khalifa de persoonlijke raadgever is van de Bahreinse kroonprins. De troepen van McLarenteambazen Zak Brown en Eric Boullier kunnen hier dus maar best goed voor de dag komen.
En niet alleen dit weekend. In 2018 moet McLaren erin slagen een punt te zetten achter een lange magere periode. Laatste podium? Australië 2014. Laatste overwinning? Brazilië 2012. Statistieken die niet liegen, en die een renstal als McLaren – na Ferrari het meest succesvolle team ooit in de F1 – absoluut onwaardig zijn. “Australië was toch een goede seizoensopener voor McLaren?”, horen we u al denken. Klopt. Het team scoorde met beide rijders punten en staat na de eerste race vierde in de constructeursrangschikking. Maar die tabel geeft niet de ware waardeverhoudingen weer. Zonder geknoei bij de pitstops van Haas F1 en een misselijke Renaultrijder Carlos Sainz waren Alonso niet als vijfde en Vandoorne niet als negende gefinisht. Vandoorne had allicht zelfs geen punten gescoord. In Australië was McLaren dus niet het vierde team – toppers Mercedes, Ferrari en Red Bull waren ongenaakbaar – maar wel het zesde. Reden ook waarom geen van beide wagens zich in de top tien kon kwalificeren. Indien dat scenario zich dit weekend in Bahrein herhaalt, dan mag u er zeker van zijn dat sjeik Mohammed zich van zijn minst vriendelijke kant zal laten zien.
Rijders grootste troeven
Maar vergis u niet: aan Stoffel Vandoorne en Fernando Alonso zal het in 2018 niet liggen. De West-Vlaming stelde na de seizoensopener in Australië al dat hij en zijn Spaanse teammaat er zullen voor zorgen dat het hele team aan vertrouwen wint, om zo de McLaren MCL33 zo snel mogelijk te laten evolueren. Alonso verkiest ondertussen een hardere aanpak. De Spanjaard stelde eergisteren nog dat McLaren twee maanden heeft om de kloof met de toppers te dichten. “In de volgende vier, vijf grand prix moeten we dat verschil wegwerken en in staat zijn om een podium te strijden”, aldus de tweevoudige wereldkampioen. “Als dat niet helemaal lukt, kunnen we hopelijk wel regelmatig bij de eerste vijf, zes finishen.” En als ook dat niet lukt, pakt Alonso dan zijn koffers? Alonso zou niet de enige zijn die de ateliers van Woking de rug toekeert. Teambaas Eric Boullier gaf tijdens de wintertests in Barcelona toe dat hij vorig jaar hemel en aarde had moeten bewegen om al zijn ingenieurs aan boord te houden. Het is wat koffiedik kijken, maar als er niet regelmatig een top vijf wordt gescoord, zou het best kunnen dat er bij de technische staf van McLaren alsnog een leegloop ontstaat. En dan mag McLaren een terugkeer naar de vroegere gloriejaren helemaal vergeten.