Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Impact op omstreden Antwerpse bouwdossiers Wie hoger wil bouwen, zal moeten betalen
Het nieuwe instrumentendecreet van de Vlaamse regering, waarvan de ministerraad het voorontwerp al principieel heeft goedgekeurd en dat enkele adviesorganen momenteel bestuderen, voorziet in een gevoelige uitbreiding van de zogenaamde planbatenheffing.
Wie onbebouwbare grond bezit waarop door een planwijziging plots toch woningen, kantoren of andere gebouwen mogen worden neergezet, moet een heffing betalen op die door de overheid gecreëerde meerwaarde. Maar een heffing op de meerwaarde die ontstaat door de versoepeling van bouwvoorschriften – binnen een bepaalde gebiedsaanduiding zoals wonen of bedrijvigheid – bestaat nog niet. De uitbreiding is interessant in het licht van de heisa de afgelopen maanden rond gewijzigde bouwvoorschriften in Gent en Antwerpen. Soms worden ruimtelijke uitvoeringsplannen aangepast en op maat geschreven in functie van nieuwbouwprojecten. De nieuwe heffing zou ook van toepassing zijn als de overheid het aantal bouwlagen van een bestaand ruimtelijk uitvoeringsplan op een perceel vermeerdert, wanneer de bouwhoogte of -diepte wordt verhoogd, of de bouwdichtheid toeneemt. Dat geldt zowel voor gebieden bedoeld voor wonen, als voor bedrijvigheid en recreatie.
Overheidsinkomsten
Op de vele gronden waar nog geen ruimtelijk uitvoeringsplan voor is, geldt de taks niet. Maar samen met de uitbreiding zouden de bestaande tarieven van de planbatenheffing wel flink de hoogte ingaan. Momenteel gaat 1 tot 30% van de geschatte meerwaarde van het perceel naar de staat, volgens een progressieve schaal. Het plan is om het minimumtarief op te trekken naar 25% en het maximumtarief naar 50%. “Via een gerichte bijstelling van de planbatenregeling wordt een verhoging van de potentiële overheidsinkomsten beoogd”, laat het kabinet van Vlaams minister van Omgeving, Joke Schauvliege (CD&V), weten.