Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Schip Belgica zoekt in Noordzee sporen van neanderthalers
Vandaag beginnen Britse en Vlaamse onderzoekers middenin de Noordzee een tiendaagse expeditie. Op de Doggersbank lag wellicht tot zo’n tienduizend jaar geleden de kustlijn van Noordwest-Europa. Vondsten wezen erop dat er daar tot de laatste ijstijd mensen woonden.
Het is vandaag nog moeilijk voor te stellen, maar ooit – tot zo’n tienduizend jaar geleden – was heel de zuidelijke Noordzee vruchtbaar vasteland. Tot de laatste IJstijd lag de bodem van die Noordzee zelfs zo’n honderd tot honderddertig meter lager dan vandaag. Maar geleidelijk smolt de gigantische ijskap weg.
Prehistorische Brexit
Een landschap van bossen en toendra, doorsneden door reusachtige stromen waarvan de Schelde, de Maas en de Rijn verre erfgenamen zijn, verdween heel langzaam onder water. Bovendien begon zich ‘even later’, wellicht zo’n zevenduizend jaar geleden, het Nauw van Kales te vormen en begon de … Brexit. Terwijl Engeland een eiland werd, werd wellicht ook de huidige Doggersbank dat.
Wat we zeker weten is dat in dat landschap – en voor alles verzwolgen werd – een fauna van mammoeten, neushoorns, oerossen, holenberen, holenleeuwen, hyena’s, reuzenherten en meer rondzwierf. Net als prehistorische jagers.
Niet alleen werden van dat alles reeds duizenden fragmenten bovengehaald, onder meer door de toenemende baggerwerken en het leggen van pijpleidingen en onderzeese kabels. Er werden in 2001, in de Noordzee ter hoogte van Walcheren, voor het eerst ook botresten van een neanderthaler opgehaald. Eerder al werden onder meer paleolithische vuistbijlen , vuurstenen, bewerkte houtresten en prehistorisch visgerief van andere prehistorische mensen gevonden.
Kortom, bedolven onder een metersdikke sliblaag – maar vandaag steeds meer door industriële activiteiten verstoord – ligt het verdronken Doggerland nog grotendeels veilig verpakt. Reeds in 2012 beschreef de Gentse onderzoekster Tine Messiaen in het blad De Grote Rede, het tijdschrift van het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ), hoe dat “dichtbevolkte rivierenlandschap” er kan hebben uitgezien.
Onderzoek van de zeebodem kan ons wellicht duidelijk maken hoe de klimaatopwarming in de Noordzee gebeurde, hoe rivieren dat landschap uitschuurden en welke beschavingen daarbij mogelijk zijn verdwenen.
IJsmeer
Dat is precies wat het Belgische onderzoeksschip Belgica, met aan boord zeven wetenschappers van de universiteiten van Bradford en Gent én gesteund door het VLIZ, met gesofisticeerde seismologische scantechnieken zal proberen in kaart te brengen.
Heel specifiek gaan de wetenschappers met hun scanners nauwkeurig vastgelegde ‘lijntjes varen’ boven een deel van de Doggersbank, de Brown Bank. Dat is een onderzeese heuvelrug op zo’n honderd kilometer ten westen van Den Helder, en op zich groter dan enkele Belgische provincies.
Ze hopen daar de omtrek van een (ijs?)meer terug te vinden dat ooit in dat Doggerland zou gelegen hebben, met wellicht op de oever prehistorische nederzettingen. In elk geval werden daar al eerder sporen van prehistorische menselijke activiteiten opgevist.
Pas als de gegevens van deze campagne volledig verwerkt zijn, wordt een tweede onderzoeksfase gepland. Dan hopen de experten met boringen hun theorieën met bodemvondsten te kunnen bevestigen.
State of the art
“Het gecombineerd gebruik van nieuwe state-of-the-arttechnieken zal ons toelaten deze verdronken landschappen en nederzettingen te reconstrueren. Alles zal natuurlijk afhangen van de resultaten van deze campagne, maar het blijft de bedoeling volgend jaar opnieuw uit te varen”, besluit Messiaen.
Tine Messiaen
Vlaams Instituut voor de Zee
“Alles hangt af van deze resultaten, maar de bedoeling is wel om volgend jaar opnieuw uit te varen.”