Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Ik voel dat Luc hier vandaag aanwezig is”
Herman Van Beirendonck opent middelbare school van Cunina die zijn overleden broer financierde
Herman Van Beirendonck (54) uit Zoersel opende maandag de eerste middelbare school van Sekha, een Nepalees bergdorpje. Hermans broer Luc gaf het geld voor de bouw van de school, net voor hij aan pancreaskanker bezweek. “Ik had aan Luc beloofd dat ik bij de opening aanwezig zou zijn”, vertelt Herman.
“Zo’n groot bord”, lacht Herman wanneer hij het klaslokaal binnenkomt. Dat grote bord, dat was voor Luc heel belangrijk. De kinderloze Zoerselnaar overleed op 23 mei 2017. “Ik heb er niets aan om rijk te sterven”, zei Luc toen hij de harde diagnose hoorde. Pancreaskanker. Overlevingskansen na vijf jaar: nul procent. Dus besloot hij om de bouw van twee scholen in Nepal met zijn spaargeld te financieren: drie klaslokalen van een basisschool in het dorpje Num, en een secundaire school in Sekha. Die middelbare school was maandag klaar, op een likje verf hier en daar na, en dus kwam Herman de belofte aan zijn broer na.
“Toen hij beelden van Nepalese scholen zag, vond hij het opvallend dat de schoolborden zo klein waren”, legt Herman in het klasje uit. “Zorg dat er in mijn school een groot bord is, vroeg hij.” Herman is zichtbaar ontroerd wanneer hij een foto van zijn broer aan de muur hangt. “Luc wist dat hij de opening van de school waarschijnlijk niet meer zou halen, maar ik voel dat hij hier vandaag aanwezig is.”
Kans op een beter leven
Lucs school is de eerste middelbare school van de streek. De schoolkinderen uit Sekha moesten tot voor kort urenlang te voet naar Khandbari, een stadje met ongeveer 20.000 inwoners. Sekha ligt aan de voet van de Makalu, de op vijf na hoogste berg ter wereld, en de armoede is er schrijnend. Dankzij onderwijs hebben kinderen kans op een beter leven. “Dat zei Luc ook”, legt Herman uit. Het wordt het eerste wat er op het gloednieuwe schoolbord geschre- ven wordt: Lucs leuze. “Gebruik deze klas om jezelf te leren kennen, te leren over de wereld, en plezier te maken. Gebruik deze klas om jouw toekomst op te bouwen.”
Aan de toekomst bouwen, dat is de corebusiness van de Geelse vzw Cunina, die voor de school in Sekha gezorgd heeft. Luc, 48 jaar toen hij stierf en manager bij een groot bedrijf, leerde Cunina kennen toen hij in de krant las over de aardbeving in Nepal, in 2015. De Geelse organisatie biedt kinderen uit zes derdewereldlanden de kans op een betere toekomst door onderwijs. Voor 30 euro per maand sponsor je de schoolcarrière van een petekind. Luc besloot eerst drie kinderen te sponsoren, dan vijf, uiteindelijk negen. “Hij was erg trots op zijn petekinderen”, vertelt Herman. Hij haalt zijn gsm boven en toont een filmpje van ongeveer een jaar geleden: Luc, in het ziekenhuis vechtend tegen kanker, graatmager en kalend door de chemokuur. Maar hij kijkt apetrots naar de rapporten van ‘zijn’ kinderen. Al presteerde één jongen minder: amper 48%. Een zorgelijke blik naar het rapport. “Oei, bad behavior”, leest hij voor. Een volgend filmpje toont Luc, zwetend van de koorts, samen met Cunina-oprichtster Sophie Vangheel. Ze kijken op een iPad naar de bouw van de school in Sekha. Luc glundert.
130 projecten
Terwijl de kinderen buiten joelen op het schoolfeest – de hele speelplaats is versierd met vlaggetjes en er staat een groot podium waar even later de Nepalese versie van Clouseau komt spelen – legt Sophie Vangheel gepassioneerd de werking van Cunina uit. “We hebben al meer dan 130 projecten gerealiseerd en we hebben 13.500 peterschappen lopen”, vertelt ze. “We werken zonder overheidssubsidies en we houden onze werkingskosten bewust zo laag mogelijk, zodat zo goed als elke euro naar de kinderen kan gaan. Ieder kind hier heeft een droom. Ga naar een school in
Herman Van Beirendonck
Broer van Luc
‘‘Ik was altijd heel close met mijn broer, en nu ben ik hem ook aan kanker kwijt. Maar hij heeft wel iets heel mooi gedaan met zijn nalatenschap…’’
Vlaanderen en vraag aan de kinderen wat ze later willen worden: ‘snel rijk worden, zodat ik niet moet werken’, antwoorden ze. Stel dezelfde vraag hier en iedereen antwoordt ‘dokter’ of ‘verpleger’. Als je mensen de kans geeft om zich te ontwikkelen, grijpen ze die. We werken in gebieden waar nauwelijks of geen hulporganisaties actief zijn. Daar kan je echt het verschil maken. Als je onderwijs aanbiedt, kan je mensen hier houden. Dát is ontwikkeling.”
Levensgevaarlijk werk
‘Mensen hier houden’ is in afgelegen Nepalese dorpen een groot probleem. Er is weinig werk, en dus kiezen veel jongeren ervoor om jobs in het buitenland aan te nemen – in Indië, bijvoorbeeld, of Qatar. Vaak gaat het om slecht betaald en zeer gevaarlijk werk, meestal in de bouwsector. Er gebeuren veel dodelijke arbeidsongevallen.
Daarom richt Cunina binnenkort, ook in Sekha, een vakschool op. Opleidingen houtbewerking, elektriciteit of horeca. “Zo kunnen mensen hier blijven en hier hun streek opwaarderen”, zegt Sophie. “We starten met de ‘Green Village’, een verblijfplaats voor toeristen die de Makalu willen beklimmen. De lokale bevolking kan er een opleiding tot hotelhouder volgen. Dan kunnen ze later zelf hotels starten. Je moet weten dat mensen hier dikwijls nog geen bed van dichtbij gezien hebben: ze slapen op de grond. Ze weten dus niet hoe je een bed moet opdekken. Bij de bouw van
de Green Village vroeg een plaatselijke aannemer of het plan van de architect wel klopte: een toilet bínnen, dat moest wel een vergissing zijn, dacht hij”, lacht ze.
In bergdorpen staat het sanitair steeds in een apart hokje, meestal gemaakt uit golfplaten, voor de hygiëne. Het toilet zelf is in het beste geval vergelijkbaar met een Frans wc, en in het slechtste niet veel meer dan een gat in de grond. “Deze soort dingen zullen ze in de nieuwe opleiding leren”, zegt Sophie.
Stokslagen
De grote uitdaging voor de nieuwe school wordt het vinden van geschikte leerkrachten. “Goede leerkrachten kosten veel geld”, legt Sophie Vangheel uit. “Hoogopgeleide mensen trekken naar de hoofdstad Kathmandu. Daar is veel meer comfort. In deze bergdorpjes is níéts. We moeten hen dus comfort aanbieden. Onderdak, vervoer: reken op ongeveer 800 euro per maand. Ter vergelijking: het gemiddelde maandinkomen in deze streek is 120 euro. Het wordt dus een grote uitdaging om ervoor te zorgen dat de kwaliteit van ons onderwijs hoog is.”
Dat beaamt ook Nicole Decourrière, oorspronkelijk uit Brussel, maar al sinds 1987 leerkracht in Nepal. Ze is aanwezig bij de opening van de school in Sekha om hulp te bieden bij de opleiding van nieuwe leraars. “Veel leerkrachten in afgelegen Nepalese dorpen zijn niet geschikt”, vertelt Nicole. “Ze werken soms nog met lijfstraffen of gebruiken helemaal geen didactisch materiaal. Maar als je hen een opleiding geeft, worden ze zo gauw ze een diploma hebben leerkracht op een private school in Kathmandu. Dat verdient namelijk veel beter. We moeten er dus voor kiezen om mensen op te leiden die hier een gezin hebben, die geworteld zijn in de lokale gemeenschap. Dan is de kans dat ze wegtrekken veel kleiner.”
Het gejoel op de speelplaats sterft uit. Nepal-Clouseau is al even van het podium verdwenen – 1.200 fans, voornamelijk schoolkinderen, zongen uit volle borst mee – en de vlaggen worden opgeborgen. Herman werpt nog een laatste blik op de foto van zijn broer, die in het lokaaltje van het eerste middelbaar hangt. “Het eerste jaar, zodat elke nieuwe leerling Luc kan zien”, vertelt Herman. “Weet je: ik heb zelf kanker overwonnen. Mijn beide ouders zijn ook overleden aan kanker. Ik was altijd heel close met mijn broer, en nu ben ik hem ook aan die ziekte kwijt. Maar hij heeft wel iets heel mooi gedaan met zijn nalatenschap…”