Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Jonas Vinck kroop door het oog van de naald: operatie aan meniscus werd bijna zijn dood

Operatie aan meniscus werd bijna zijn dood, vandaag is Jonas Vinck weer voetballer

- GERT GYSEN (lacht).”

Eerst bijna dood en daarna bijna zijn been kwijt. En dat voor een simpele operatie aan de meniscus die hem normaal vier tot zes weken van de voetbalvel­den zou houden. Dat Jonas Vinck – rechtsacht­er van tweedeklas­ser Lierse – sinds zijn optreden bij de beloften afgelopen maandag weer voetballer is, mag een klein mirakel genoemd worden. “De dokters zeiden dat ik een kruis moest maken over mijn carrière.”

“Ik ging op 27 augustus onder het mes voor een simpele operatie aan mijn meniscus. Het moest vooruit gaan, want ik wilde snel weer fit zijn om mijn sterk debuutseiz­oen in het profvoetba­l te bevestigen. De operatie was goed verlopen, zeiden de dokters. Maar toen ik een paar dagen later van de pijnstille­rs verlost was, voelde ik dat er iets niet pluis was. Ik liep in de living rond op mijn krukken met de tranen in de ogen. Door de pijn kon ik geen vijf minuten aan één stuk op een stoel zitten. En ik deed geen oog dicht. In het begin denk je nog: kom op man, niet flauw doen, het was een kleine operatie.

Mijn pa zat me nog wat te jennen door te zeggen dat er niks aan de hand was.

Drie dagen lang zat ik de pijn te verbijten omdat ik dacht dat het wel over zou gaan. Maar het ging dus niet over. In de derde nacht na de operatie nam ik verschille­nde slaappille­n, maar zelfs dan lukte het niet om te slapen. Mijn knie was intussen zo hard geworden dat het voelde als een muur als je er tegen tikte.

We gingen naar spoed. Eerst in Aalst, waar ik in de wachtkamer twee uur rechtstaan­d op mijn krukken heb geleund omdat ik niet kon zitten van de pijn. Maar daar konden ze me niet echt helpen omdat mijn medisch dossier er niet beschikbaa­r was. Dus heeft mijn vader me naar Lier gevoerd. Een ziekenhuis­bacterie, was het verdict. Ze hebben toen meteen twee spuiten met pure etter uit mijn knie getrokken.

Het volgende wat ik me herinner is dat ik wakker werd op de afdeling intensieve zorgen met allemaal draden aan mijn lijf. Ik had er geen flauw benul van hoe ik daar terecht was gekomen. Ik dacht: morgen ben ik hier weer weg en binnen een paar dagen kan ik weer het veld op. Maar na mijn eerste nacht vroeg ik aan een dokter wat ik daar eigenlijk deed. Toen werd me verteld dat ik was binnengeko­men met maar twintig procent overleving­skans… Dat was wel even slikken.

Wat me heeft gered? Puur geluk denk ik. Er is me verteld dat één op de honderddui­zend mensen in België een ziekenhuis­bacterie krijgt, en dat het meestal een dodelijke afloop kent.”

Vleesetend­e bacterie

“Na die ziekenhuis­bacterie was de miserie nog niet voorbij. Mijn knie was nog altijd hard en voelde gloeiend heet aan. Toen is de clubarts van Lierse Philippe De Vleeschauw­er erbij gekomen en zonder hem had ik hier nu wellicht met één been rondgelope­n. Hij had al eens iets gelijkaard­igs meegemaakt in zijn carrière en stelde vast dat ik een vleesetend­e bacterie in mijn been had. Hij liet me zo snel mogelijk naar Antwerpen overbrenge­n.

Vlak voor de operatie in Antwerpen zei de verpleegst­er me dat ze niet konden voorspelle­n hoe ik uit de operatie zou komen. Het kon eindigen met een geamputeer­d been, zei ze. Mijn vader zat naast me op dat moment. Onze wereld stortte in. We hebben mekaar eens goed vastgepakt… Het was een onwezenlij­k moment.

Ik werd in slaap gedaan met de angst van wakker te worden met één been. En mijn pa zat dan drie uur lang in de wachtkamer zonder te weten hoe ik er uit zou komen. Hij liep die dag rond als een zombie, vertelde hij me achteraf. Want mentaal was dat voor hem nog veel moeilijker dan voor mij. Hij heeft

alles écht bewust meegemaakt terwijl ik onder narcose was. We praten daar nog heel vaak over. Mijn pa zegt dikwijls: manneke, ik dacht dat we u kwijt zouden zijn, hé. Ik kan het me niet voorstelle­n wat het zou zijn zonder u.

Mijn pa en ik zijn daar ook anders in. Hij is nogal emotioneel, terwijl ik eerder rationeel denk. Je kan niet geloven hoe blij ik was dat het goed is afgelopen. Allez, goed. Mijn quadriceps heeft vier dagen ‘uit mijn been gelegen’ (Vinck toont foto’s waarbij zijn blote spier zichtbaar is, red.), vandaar dat grote litteken. Mijn vingers begonnen ook te vervellen. Als die zwart zouden worden, moesten ze die ook amputeren. Daar heb ik ook weer chance gehad, eigenlijk.

Ik ben nogal positief ingesteld. Ik heb nooit gedacht dat ik niet meer zou terugkeren als voetballer. Of laten we zeggen dat ik die gedachte nooit heb toegelaten.”

Moeilijke momenten

“Maar er waren wel moeilijke momenten, hé. Zoals die laatste dagen in het ziekenhuis. Als je op intensieve ligt, heb je niet veel besef. Dan ben je te zwak om door te hebben hoe erg je er aan toe bent.

Maar ik heb ook nog tien dagen op een gewone kamer gelegen. Daar tussen die

Jonas Vinck

“Na mijn eerste nacht op intensieve zorgen vroeg ik aan een dokter wat ik daar eigenlijk deed. Toen werd me verteld dat ik was binnengeko­men met maar twintig procent overleving­skans…”

Jonas Vinck

‘‘Vlak voor de operatie in Antwerpen zei de verpleegst­er me dat ze niet konden voorspelle­n hoe ik uit de operatie zou komen. Het kon eindigen met een geamputeer­d been, zei ze.’’

Jonas Vinck

‘‘Ik ben nogal positief ingesteld. Ik heb nooit gedacht dat ik niet meer zou terugkeren als voetballer. Of laten we zeggen dat ik die gedachte nooit heb toegelaten.’’

vier muren… Daar heb ik de moeilijkst­e momenten gekend. De badkamer was op amper twee en een halve meter van mijn bed. Maar ik was buiten adem als ik mijn tanden ging poetsen. Ik herinner me dat ik me na die twee keer twee en een halve meter eens in mijn bed heb laten vallen, met mijn gezicht in de matras bleef ik helemaal buiten adem een tijdje liggen. Maar ook toen wist ik: ik kom dit seizoen nog terug als voetballer. Dat heb ik altijd tegen iedereen gezegd.

Voor die blessure had ik een vetpercent­age van 7 à 8 procent, maar ik was zo fel afgevallen dat ze mijn vetpercent­age zelfs niet meer konden meten. Zo’n toestel gaat niet onder de vijf procent blijkbaar. Maar nu ben ik weer bijna voetballer. Wie weet krijg ik nog een kans om te spelen in Play-off 2. Ik ben wellicht één van de weinige voetballer­s die blij zal zijn met een match in Play-off 2 (lacht).

Ik kan de clubarts van Lierse niet genoeg bedanken dat hij zo snel gehandeld heeft. Hij is ook wat emotioneel betrokken geraakt. Hij heeft zelfs met mijn pa afgesproke­n dat ze samen vijftig kilometer gaan wandelen als ik weer op het veld zou staan. Ze hangen er dus aan

 ?? FOTO TOM GOYVAERTS ?? Jonas Vinck werkt in de fitness hard aan zijn revalidati­e.
FOTO TOM GOYVAERTS Jonas Vinck werkt in de fitness hard aan zijn revalidati­e.
 ??  ??
 ?? FOTO TOM GOYVAERTS ??
FOTO TOM GOYVAERTS
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium