Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Bijna 2000 Antwerpena­ren meldden vorig jaar tekenbeet

Risico neemt toe met meer blote benen en buitenacti­viteiten

- www.tekennet.be SYLVIA MARIËN

Met het warme weer en de lokroep van de natuur is het verstandig om stil te staan bij een van de risico’s die daarbij horen: een tekenbeet. Daardoor kunnen we immers een virus of bacterie oplopen. In de gemeenten Mol, Zoersel, Kalmthout en Brasschaat alleen al meldden het afgelopen jaar ruim 550 mensen dat ze door een teek gebeten waren.

Rond de teek hangt de afgelopen jaren een soort aura van gevaar, de risico’s van een tekenbeet zijn breder bekend geworden.

“Sinds 2013 is de interesse voor de teek sterk toegenomen, omdat de media-aandacht is vergroot”, zegt Tinne Lernout, arts en onderzoeke­r bij Sciensano, de nieuwe naam van het Wetenschap­pelijk Instituut Volksgezon­dheid. “Maar eigenlijk is er niets veranderd. De teek is er altijd geweest, de ziekte van Lyme

(een infectiezi­ekte die kan worden overgedrag­en door de schapen- of hertenteek, veroorzaak­t door verschille­nde bacteriën van het geslacht Borelia, red.)

ook. Er worden wel meer stalen getest op Lyme, vaak op vraag van de burger, maar er zijn niet meer gevallen van Lyme dan vroeger. Er zijn ook niet meer raadplegin­gen bij de artsen. Wel zijn er nu meer patiëntenv­ereniginge­n en is er sprake van chronische Lyme.”

Al bestaat chronische Lyme voor de wetenschap eigenlijk niet. “Wel late Lyme, wanneer er pas later symptomen opduiken. Die zijn niet altijd goed te herkennen, maar wel opspoorbaa­r met een bloedtest.”

Teken worden actief als het warmer wordt, vanaf de maanden maart en april. Larven, nimfen en volwassen teken liggen te wachten in lage struiken en verdorde bladeren, op bloed van een dier of mens. Alleen met bloed kunnen ze in de volgende fase van hun ontwikkeli­ng komen, zo niet blijven de parasieten wachten tot er een ‘maaltijd’ voorbijkom­t die ze herkennen aan vibraties, warmte en geur. Ze zoeken een interessan­te plek op een lichaam, spuiten wat verdoving in zodat je de beet niet voelt en graven zich vast in de huid om bloed op te zuigen. “Dat kan een paar dagen duren”, legt Lernout uit, en als ze genoeg gegeten hebben, laten ze zich gewoon vallen. Ze verschanse­n zich weer en wachten opnieuw, zelfs maanden tot jaren, om weer in een nieuw ontwikkeli­ngsstadium te geraken.”

Antibiotic­akuur

Teken vinden we in bossen, weilanden, duinen, parken en tuinen. “Om een beet te vermijden, draag je best een lange broek die je in je sokken stopt bij het scheren van de haag bijvoorbee­ld ,of bij een wandeling in de natuur. Je kunt ook een insectenwe­rend product gebruiken, al is dat iets minder effectief voor teken”, zegt Lernout. “Aan te raden is om jezelf na een buitenacti­viteit goed na te kijken op teken. Hoe sneller je een teek verwijdert (rustig met een fijn pincet uittrekken, red.), hoe kleiner

het risico.”

Meestal blijft een tekenbeet zonder gevolg, maar als de teek besmet is met een virus of een bacterie, kan ze die overdragen op ons. In België is naar schatting 14% van de teken besmet met de bacterie die Lyme kan veroorzake­n. “Dat wil niet zeggen dat we van die teken ziek worden”, zegt Lernout. “Dat is slechts het geval bij 1% tot 3% na een beet.”

Typische symptomen zijn een rode plek op de huid of grieperigh­eid. Snel na een beet, maar soms pas een hele tijd, zelfs jaren, later. Met een antibiotic­akuur is de zaak meestal verholpen, al kunnen er ook langdurige klachten zijn, meestal als reactie van het lichaam op de infectie.

Sciensano houdt in zijn online TekenNet het aantal tekenbeten in ons land bij. Iedereen die gebeten is, kan dat anoniem melden en de teek in kwestie opsturen. Vorig jaar verzamelde Sciensano zo 3.700 teken, en werden er 1.600 teken geanalysee­rd. Het aantal tekenbeten lag, in verhouding tot het aantal inwoners, het hoogst in de provincie Luxemburg. In de provincie Antwerpen staat vooral de Kempen bekend als risicogebi­ed, al zijn er enkele gemeenten die eruitsprin­gen: Mol, Zoersel, Kalmthout en Brasschaat.

Inenten op reis

Wie naar Centraal en Oost-Europa reist, kan zich tot slot best laten inenten tegen tekenencef­alitis, virale hersen(vlies)ontsteking door een tekenbeet. Die ziekte, die uitzonderl­ijk dodelijk is, komt intussen ook in het Westen voor. “Onderzoek op dieren toont aan dat het beperkt in ons land circuleert”, zegt Lernout, “maar de kans op besmetting bij de mens is voorlopig zeer klein.”

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium