Gazet van Antwerpen Stad en Rand
KINDERDIJK
In het waterrijke gebied in de omgeving van Dordrecht staan de trotse molens van Kinderdijk. De negentien molens waren eeuwenlang een onderdeel van een groter waterbeheersysteem. Tegenwoordig staan ze symbool voor het Nederlandse watermanagement en zijn ze uitgeroepen tot UNESCO Werelderfgoed.
Nergens ter wereld staan zoveel molens bij elkaar als in Kinderdijk, een dorp op een goede 15 kilometer van Dordrecht. De negentien molens zorgden er eeuwenlang voor dat het water uit de laaggelegen polders afgevoerd wordt. Hun taak is overgenomen door moderne gemalen, maar de molens bleven gelukkig bewaard om te getuigen van de strijd tegen het water.
De molens bij Kinderdijk werden gebouwd in 1738 en 1740. Het zijn trotse getuigen van de Nederlandse kennis op het gebied van waterbeheer. De molens zorgden voor de afwatering van de Alblasserwaard, een polder die net als het grootste deel van Nederland onder zeeniveau ligt. Al in de middeleeuwen werd dat gebied beschermd door dijken. Grachten en kanalen voerden het regenwater af naar het laagst gelegen punt, waar het bij eb via een sluis in de rivier de Lek werd geloosd. Door de ontwatering droogde de veenbodem echter uit. Daardoor kwam de polder veel lager te liggen dan de rivier, waardoor het water zelfs bij laag tij niet meer de rivier in kon stromen. Er was dus een andere oplossing nodig.
BOEZEMVRIENDEN
Die oplossing bestond in de aanleg van ‘boezems’: grote opvangbekkens die hoger liggen dan de kanalen die in de Lek uitkwamen. Deze boezems dienen als een buffer voor het overtollige water. De molens van Kinderdijk drijven een rad aan, dat het water naar de hoger gelegen boezems schept. Vandaar kan het water weer in de rivier geloosd worden. In droge tijden kan het water uit de boezem teruggegeven worden aan het lager gelegen land.
MOLENS
Bij mijn bezoek aan Kinderdijk valt me meteen op dat de molens links en rechts van de centrale kanaaltjes er anders uitzien. Mijn gids – een van de 200 vrijwilligers die in Kinderdijk actief zijn – legt uit waarom. De molens van Kinderdijk zijn gebouwd door twee verschillende ’waterschappen’, een openbaar bestuur dat verantwoordelijk is voor het waterbeheer in een bepaald gebied. Het waterschap Nederwaard (rechts als je Kinderdijk binnenwandelt) liet ronde bakstenen molens bouwen. Het waterschap Overwaard koos voor houten, achtkantige molens die met riet bedekt werden. Houten molens zijn lichter, wat een voordeel is in de drassige grond.
Bovendien zorgde het riet voor een betere isolatie en was het er aangenamer wonen voor de molenaar en zijn gezin.
MUSEUMMOLEN
Hoe een molenaarsgezin leefde, kun je zien in de Museummolen Nederwaard. Het interieur stamt uit de jaren vijftig van de vorige eeuw. De woonkamer was de enige ruimte die verwarmd werd, met een kachel die ook dienst deed als fornuis. In dezelfde kamer sliepen de molenaar en zijn vrouw, en ook de allerjongste kinderen. De rest van de kinderen – en dit was nog de tijd van de kroostrijke gezinnen, getuige de oude foto van een molenaarsgezin met dertien kinderen – sliep in de molen zelf. Bij voldoende wind wordt de Museummolen in werking gesteld. Via steile trappen kun je drie verdiepingen omhoog om de werking van de molen te zien. De molenaar (te herkennen aan zijn blauwe overall en klompen) is er om op je vragen te antwoorden.
HARD LABEUR
Tijdens mijn bezoek is molenaar Björn aan het werk. Bij windkracht vijf zit er al aardig wat snelheid op de wieken. Als de wind te hard gaat waaien – meer dan windkracht zeven, voor deze molen – moet hij de molen stilleggen. Verder let hij erop dat de wieken naar de wind gericht zijn door de kap van de molen te verdraaien. Hoewel de kap, de wieken en het hele mechanisme samen 18 ton wegen, volstaat één man om de molen te bedienen. “Het is hard werk,” zegt Björn, “maar ik zou het niet willen missen.” Als er veel water afgevoerd moest worden bleef een molen ook ’s nachts draaien, maar dat stoorde de kinderen die er sliepen niet. “Pas als de wieken stilvielen, dan werden ze juist wakker. Want dan was de wind weg of was er iets mis met de molen.”
VRIJE TIJD
Een molenaar kon zijn molen nooit onbeheerd achterlaten. Wanneer de wind draaide of van kracht veranderde, moest hij meteen kunnen ingrijpen. Zijn hele leven speelde zich dus af in en rond de molen. Bij de tweede museummolen ‘Blokweer’ kun je zien waarmee een molenaar zijn dagen vulde. In een moestuintje kweekte hij groenten, hield hij kippen, geiten en konijnen, of viste in het water langs de molen. Net als de andere molens wordt de Blokweer bediend door vrijwilligers. Bij mijn bezoek is molenaar Mark er aan de slag. Hij droomde er als kind al van om molenaar te worden. Hij hoopt ooit in een van de molens van Kinderdijk te kunnen wonen.
MODERNISERING
Sinds anderhalve eeuw werd de taak van de molens geleidelijk overgenomen door modernere machines. In 1868 kwam er een eerste door stoomkracht aangedreven ‘gemaal’ dat het water uit de polder pompte. Later kwamen er gemalen met diesel- of elektrische motoren. Bij Kinderdijk zijn er vandaag twee gemalen in werking. Het J.U. Smitgemaal met zijn drie enorme vijzels kan meer water verplaatsen dan 24 molens samen zouden kunnen: maar liefst anderhalf miljoen liter water per minuut. In het voormalige stoomgemaal Wisboom huist tegenwoordig het bezoekerscentrum. Hier kun je een film over de geschiedenis van het gebied bekijken.