Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“60 jaar getrouwd en nu uiteengerukt”
Roger mag niet samenwonen met zijn vrouw Vera in Kontichs rusthuis
Bijna zestig jaar deelden ze liefde en leed, maar nu ze de 80 voorbij zijn, leven Roger (87) en Vera (83) uit Kontich noodgedwongen gescheiden van elkaar. Zij heeft extra zorg nodig en hij kan die niet geven. Het woonzorgcentrum kan dat wel, maar voor Roger is er geen plaats. “Ik zoek haar ’s nachts in bed, maar ik vind haar niet”, zegt Roger. “We zijn zo met elkaar verstrengeld, maar nu zijn we uit elkaar getrokken. Onmenselijk is het.”
Deze zomer, op 29 juli, vieren Roger en Vera hun zestigste huwelijksverjaardag. Een diamanten bruiloft heet dat, want er is niets dat een diamant kapot krijgt. Dachten ze toch.
In november vorig jaar vielen Roger en Vera uit bed. Het duurde lang voor iemand ze vond. Roger vertoonde verschijnselen van onderkoeling en Vera liep een longontsteking op. Hij kwam er weer bovenop, maar Vera moest van het ene hospitaal naar het andere. Uiteindelijk werd ze opgenomen in woonzorgcentrum De Hazelaar in Kontich. Een kort verblijf, hadden ze gehoopt, maar Vera kon niet meer voor zichzelf zorgen.
“Mijn vader kan zichzelf nog wassen, naar de winkel gaan en eten opwarmen”, zegt dochter Leentje, die de situatie op Radio 1 aanklaagde. “Maar voor mijn moeder zorgen was niet haalbaar. Het rusthuis stelde eerst voor om twee kamers voor hen in te richten, maar dat bleek al snel geen mogelijkheid meer te zijn.”
Met elkaar vergroeid
Roger moest terug naar de serviceflat waar ze samen vier jaar hadden gewoond en Vera bleef in het rusthuis. “Toen zijn we na 59 jaar liefde en leed te delen van tafel en bed gescheiden”, zegt Roger. “In al die tijd zijn we met elkaar vergroeid, we hebben samen zes kinderen grootgebracht. Ik weet wat zij denkt en omgekeerd, zo erg is dat, álles deden we samen.”
Een band die zo diep gaat, dat ze alleen nog voor elkaar leven. Als een van hen komt te gaan, dan zal de ander niet lang blijven. “Dat hebben we afgesproken”, zegt Roger. “Naarmate we ouder zijn geworden, zijn we dichter bij elkaar gekomen. Na de liefde en de verstandhouding is de eenheid gekomen. Nu zijn we bruusk uit elkaar getrokken. Dat is onmenselijk.”
De serviceflat van Roger ligt nochtans op wandelafstand van het woonzorgcentrum van Vera. Elke dag neemt hij zijn scootmobiel om de dag bij haar door te brengen. “Maar dat is niet hetzelfde als samenleven”, zegt Roger. “Nu zoek ik haar als ik ’s nachts in bed lig, maar ik vind haar niet. Die kleine aanrakingen zijn belangrijk. Nu zit ik ’s avonds hier te verkommeren en zij daar. ”
Ondanks zijn verdriet verwijt Roger het rusthuis niets. “Het heeft de accommodatie niet om ons samen op te vangen.”
De enige hoop die Vera en Roger nu nog hebben, is dat hun oudste zoon een alternatieve plek vindt voor hen beiden. “En kunnen we toch nog samen oud worden”, zegt Roger.
Schrale troost
Het schrijnende verhaal van Roger en Vera is geen alleenstaand geval. Uit een enquête van enkele parlementsleden bleek dat bijna 10% van de rusthuisbewoners met een elders wonende partner eigenlijk wil samenwonen.
Nochtans is er sinds dit jaar een nieuwe regel van kracht die het mogelijk maakt voor gezonde 65-plussers om mee te verhuizen zonder dat het rusthuis daar financieel voor wordt gestraft. De gezonde partner betaalt dan alleen de kost en inwoon. “Dan moet een woonzorgcentrum wel tweepersoonskamers hebben of één of meerdere kamers op overschot”, zegt Patrick Vyncke, directeur ouderenzorg van Zorgnet-Icuro, de grootste koepel van rusthuizen in Vlaanderen. “Of het offert een erkend bed op voor die gezonde partner. Dat gebeurt, maar dan krijg je daar geen financiering voor.”
Leentje Lybaert
Dochter Roger en Vera
“Mijn vader vindt het verschrikkelijk dat hij nu ’s nachts haar hand niet meer kan vasthouden.”