Kwart jongeren in nood vindt geen crisishulp

Doorlichting Rekenhof nieuwe blamage voor minister van Welzijn Jo Vandeurzen

In de jeugdhulp blijk nu ook de crisishulp, bedoeld voor dringende nood, niet naar behoren te werken. Dat besluit het Rekenhof na een doorlichting. Eén op de vier jongeren die met dringende nood aanklopt bij een crisismeldpunt, krijgt niet de juiste hulp. Een blamage voor bevoegd minister Vandeurzen (CD&V). Coalitiepartner N-VA wil dat hij dringend extra investeert.

Een halfjaar geleden nog werd een meisje van amper 11 jaar opgenomen in de volwassenenpsychiatrie. Vorig jaar moesten 29 jongeren in Antwerpen in een politiecel overnachten, ook al hadden zij niks mispeuterd. Schrijnende situaties die worden veroorzaakt door een schrijnend plaatsgebrek in de jeugdhulp. Nochtans zijn de zes crisismeldpunten een manier om de lange wachtlijsten te omzeilen: die zijn steeds beschikbaar voor politie of andere hulpverleners die worden geconfronteerd met jongeren met gedragsproblemen of zelfmoordneigingen.

Vernietigend beeld

De praktijk blijkt een pak minder rooskleurig. Het Rekenhof schetst in een nieuwe studie een vernietigend beeld van deze crisishulp. Tussen halfweg 2015 en halfweg 2016 klopten 8.825 minderjarigen aan voor crisishulp. 4.377 van die meldingen waren ontvankelijk, maar desondanks bleven 1.247 van die hulpvragen onbeantwoord. Dat is liefst 28,5%.

Het Agentschap Jongerenwelzijn laat nog weten dat er in sommige gevallen wel creatieve oplossingen worden gevonden, waardoor het echte cijfer in werkelijkheid iets lager ligt. Maar dan nog is het rapport een nieuwe blamage voor de minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V). Hij staat al langer onder druk voor het plaatsgebrek in de jeugdhulp. Dit rapport doet daar nu dus nog een schepje bovenop. In een reactie liet Vandeurzen weten dat hij intussen 25 miljoen heeft geïnvesteerd voor extra personeel. Maar daar nemen oppositiepartijen sp.a en Groen geen genoegen mee. Zij pleitten gisteren meteen voor extra investeringen in de jeugdzorg. Opvallend is dat ook coalitiepartner N-VA de inspanning van minister Vandeurzen bestempelt als onvoldoende. “Het is goed natuurlijk dat die 25 miljoen euro er is gekomen”, zegt Vlaams Parlementslid Lorin Parys (N-VA). “Maar dat geld is vooral bedoeld voor de eerstelijnshulp. We zitten nu met een acute crisis in de crisishulp, en dus moeten er snel extra crisisplaatsen komen.”