Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Kirsten Flipkens verweert zich tegen aantijgingen van Monami
Zuid-Afrikaanse Marianne Thamm, blank, lesbisch en moeder van twee zwarte kinderen, schrijft haar levensverhaal
Van Marianne Thamm (57) verscheen zopas De ondraaglijke
blankheid van het bestaan. De schrijfster groeide op in ZuidAfrika als dochter van een Portugese werkster en een Duitse nazi-krijgsgevangene. Ze is ook de blanke, lesbische moeder van twee zwarte adoptiekinderen én goed bevriend met Tom Lanoye. “Geen fantast had haar levensverhaal kunnen verzinnen.” Schrijfster, journaliste en comédienne Marianne Thamm woont in Kaapstad. Via Philip Badenhorst, een geëmigreerde ZuidAfrikaanse schilder, ontmoette ze dertig jaar geleden in Antwerpen Tom Lanoye. “Toen we begonnen te praten, was er meteen een klik”, vertelt Thamm. “Ook Tom neemt wat er in de wereld gebeurt met humor op de korrel. Bovendien leek hij al een even grote rebel als ik.” “Jouw persoontje fascineerde mij onmiddellijk”, vertelt Lanoye, die Thamm aanzette om haar levensverhaal neer te schrijven in De ondraaglijke blankheid van het bestaan. “Een blanke, lesbische vrouw uit Zuid-Afrika. Ergens zou je denken dat zo iemand niet kan bestaan. En dan maakte je ook nog grappen over je nazi-vader.” Thamm: “Via mijn ouders heb ik een band met Europa. Ma was Portugese, pa een Duitser. Ze ontmoetten elkaar in Engeland, waar ik ben geboren, maar al gauw verhuisden ze naar Zuid-Afrika. Ik beschouw mezelf als een Zuid-Afrikaanse, maar mijn leven baadt wel in Europese geschiedenis.” Lanoye: “Hoewel je vader een naziverleden had, sprak je met veel respect over hem, al kon ik tegelijk voelen dat je constant een ideologisch-emotionele veldslag voerde. Voor een schrijver en theatermaker is zoiets intrigerend. Ik wou onmiddellijk een boek over jou schrijven.” Thamm: “Als jong meisje in een land vol apartheid, stond ik vaak te kijken van wat er in het Zuid-Afrika van de 20ste eeuw gebeurde. Ik wilde meer weten, vragen stellen. Ook aan mijn vader, die deed alsof er niets aan de hand was. Ik wou van hem weten waarom hij als piloot bij de Luftwaffe in zo’n verdorven ideologie was meegestapt. En waarom was hij met ons naar een al even fascistisch land verhuisd?” Lanoye: “Ik bewonder in Marianne dat ze in die man met zijn foute opvattingen ook altijd het slachtoffer is blijven zien. Iemand die niet anders kon, vanwege zijn opvoeding. Haar vader had eerder therapie nodig dan een veroordeling. Ik weet niet of ik dat zolang had kunnen opbrengen. Dat was heel Zuid-Afrikaans van jou, Marianne. Mandela avant la lettre.”
Persoonlijk én politiek
In het boek klinkt de stem van moeder Barbara veel minder door dan die van vader Georg. Toch kan de rol van haar moeder niet genoeg naar waarde geschat worden, vindt de auteur. Thamm: “Door onvoorwaardelijk van me te houden, gaf mama me een stevige basis mee. De ‘panic room’ in mezelf, om in welke situatie dan ook overeind te blijven, is een cadeau van mijn moeder. Ook mijn obsessie met het woord en boeken komt van haar. Zoals zovelen onder het regime van Salazar was zij zelf ongeletterd.” Lanoye: “In de exuberantie van jouw Portugese moeder herken ik veel van de mijne. Beide vrouwen werden ook geveld door afasie. Later hertrouwde jouw vader. Met een joodse! Zoiets kan je als scriptschrijver toch niet verzinnen?” Thamm:” Met de jaren liet ik pa, in plaats van meteen in de aanval te gaan, vertellen over vroeger. Bladerend in een boek over Berlijn had hij het over de Finkelsteins, zijn joodse buren die hem als kind vaak koekjes toestopten. ‘Wat zou er van die mensen geworden zijn’, mijmerde hij, turend door het raam. ‘Die zijn opgeslokt door de Holocaust’, riep ik hem toe. Toen zag ik hem mentaal voor het eerst wankelen. Als vluchteling werd vader nooit geconfronteerd met fouten uit zijn verleden.” Lanoye: “Maar je zwarte adoptiedochters maakten van hem wel een ander mens. Marianne en haar partner hebben op een gegeven moment aan René en mij gevraagd om samen kinderen te maken. Gelukkig zei René onmiddellijk nee. Dat was de juiste beslissing. Met onze nomadische levensstijl zou het onverantwoord zijn om kinderen op de wereld te zetten. En zo hebben jullie ook die twee zwarte geweldige vondelingmeisjes in huis kunnen halen, wat veel wijzer is. De kinderen vormden een sleutel om je vader emotioneel open te breken.” Thamm: “Voor de meisjes was hij gewoon een opa. Als hij zijn kunstgebit uit zijn mond haalde, gierden mijn dochters het uit. Het deed deugd om vader in zijn laatste jaren spelend over de grond te zien rollen. Alle definities over wie hij ooit was vervaagden.” Lanoye: “Door een persoonlijk verhaal te vertellen, presenteert Marianne tegelijk een politieke analyse. Ik denk dat het boek ook hier mensen inzichten kan geven over wat apartheid inhield. De slogan van het nieuwe Zuid-Afrika luidt: ‘Eén natie, vele culturen’. Binnen een overkoepelende grondwet probeert men iedereen in zijn waarde te laten. Zuid-Afrika was een van de eerste landen die het homohuwelijk en adoptie door homostellen goedkeurde. In Europa zet men nog altijd in op homogenisering. Alsof een land pas bestaansrecht heeft als iedereen hetzelfde is.”