Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Zijn eerste telefoontje na de koers is naar mama en papa”
waarin ik eigenlijk geen renner meer was. Dat was alleen maar revalideren. Gelukkig is dat allemaal vergeten. Helemaal geen last meer van.”
“Ik hou wel van de druk om te moeten presteren. Afgelopen week voor de Waalse Pijl voelde je hoe de spanning steeg. Hoe iedereen verwachtte dat ik er zou staan. Voor mij is dat niet slecht. Vroeger was ik een chien fou op de fiets. Ik kon me geen vijf uur lang concentreren. Ik maakte grappen onderweg, deed inspanningen die overbodig waren en ging plassen op verkeerde momenten. Nu begin ik te snappen dat ik al die energie nodig heb, want ik moet er staan in de finale.”
“Ik heb geen normale adolescentie gehad. De camaraderie en de vriendschappen die andere jonge mensen gevonden hebben op school, die vind ik nu in het wielrennen. En ik geniet ervan. Een dag zoals woensdag, waarbij iedereen de hele dag voor mij werkt, dat vergeet ik nooit. Ik weet nog niet precies hoe, maar na Luik zal iedereen die me heeft geholpen, snel nog een persoonlijke beloning krijgen.” “Weet je wie de eerste was die me feliciteerde na mijn overwinning in de Waalse Pijl? Mijn neef Franck. Hij is mijn trainer, al min of meer sinds ik de eerste keer op de fiets stapte. Franck is heel discreet, zal zichzelf nooit op de borst slaan als trainer van. ’s Avonds is hij nog mee geweest naar het hotel om te vieren met de ploeg. Iedereen was blij dat hij erbij was. Franck was een uitstekende amateurrenner en is nu hoofd opleiding van een jongerenploeg in Saint-Amand.”
“Mijn ma heeft gelijk, ik vind mijn familie superbelangrijk. Ik wil dicht bij mijn wortels blijven. Twee jaar geleden ben ik samen met mijn vader naar het Frans kampioenschap gereden in een campingcar. Samen vijf uur onderweg tussen Montluçon en Vesoul. Pa had bovendien gezondheidsproblemen, dus ik heb de hele tijd gereden. Dat zijn unieke momenten samen. Ik heb geen traditionele opvoeding gehad via de school, maar mijn ouders hebben me alles geleerd wat ik moest weten. Ik ben blij met hoe het is gelopen: ik ben steeds omringd geweest door oudere mensen, heb vlugger verantwoordelijkheid moeten opnemen. Dat helpt me nu enorm in het wielrennen.”