Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Mijn instinct kan me goed van pas komen”
Serge Pauwels ziet zondag mogelijkheden voor zichzelf in La Doyenne
Met een dertiende plaats in de Brabantse Pijl, een 26ste in de Amstel Gold Race en een zeventiende in de Waalse Pijl is Serge Pauwels aan zowat het beste voorjaar uit zijn carrière bezig. Erg hoopvol voor Luik-Bastenaken-Luik van zondag, de klassieker die hem op papier het best moet liggen.
Serge, vanwaar nu al die puike conditie?
Serge Pauwels: “Eendagswedstrijden zijn normaal niet echt mijn ding, maar de Ronde van het Baskenland heeft ervoor gezorgd dat ik op dit moment al een meer dan behoorlijk niveau haal. Wat parcours betreft, is dat zowat de zwaarste rittenkoers van een week die er is. De kwaliteit van het deelnemersveld is ook nergens zo hoog als daar. Ik trad er niet echt op de voorgrond, maar voelde me na afloop wel erg goed. Daarom heb ik er bij de ploegleiding op aangedrongen om de Brabantse Pijl te rijden, een wedstrijd die eerst niet op mijn programma stond. Het liep in Overijse vrij vlot. Tot diep in de finale streed ik mee in de spits van de koers. Ook in de Amstel Gold Race liep het meer dan behoorlijk. Daar miste ik enkel op het nippertje de goeie trein. Dat ik in de Waalse Pijl in de top twintig eindigde op een helling die eerder voor explosieve renners is weggelegd, bewijst dat ik in goeie doen ben.”
En dan moet de koers die op papier heft meest op jouw lijf geschreven is, LuikBastenaken-Luik, nog gereden worden.
“Het is de zwaarste koers van de vier. Meestal draait het uit op een slijtageslag en dat ligt me wel. Ook tactisch is het niet de meest ingewikkelde koers. Op het einde komen de sterkste renners vanzelf vooraan te zitten. Tenminste als je over goeie benen beschikt, want dat is een absolute voorwaarde in een wedstrijd met die moeilijkheidsgraad.”
Kan je je beproefde tactiek van de Tour niet hanteren en proberen te anticiperen door mee te gaan in een ontsnapping?
“Dat is zeker een mogelijkheid, maar je kan dat niet zomaar vooraf plannen. Ik koers vooral op mijn instinct. Als er een groepje met enkele interessante namen vandoor zou gaan en ik zou voelen dat het niet helemaal snor zit met de controle van de grote ploegen in het peloton, dan zou ik dat best aandurven. Maar dat kan ik enkel op het moment zelf beslissen. Ik moet de situatie goed kunnen inschatten. Het komt erop neer dat ik heel goed moet kunnen focussen tijdens de wedstrijd om geen fouten te maken. Als me dat lukt, kan ik ver geraken, al wil ik me niet vastpinnen op een uitslag. Met de Nederlander Tom-Jelte Slagter heb ik bovendien een ploegmaat aan mijn zijde die eveneens goed bezig is. We vullen elkaar goed aan. Ook dat kan zondag een rol spelen.”
Na de klassieker van zondag rijd je begin mei de Tour of Yorkshire. Die won je vorig jaar.
“Klopt. Daarom trek ik er ook met veel plezier opnieuw naartoe. Het is een prachtige ronde met enorm veel volk langs de kant van de weg. Vorig jaar bestond hij uit drie ritten, maar dit jaar zijn het er vier. Het zal me niet beletten om opnieuw voluit voor de eindzege te gaan.”