Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Vraag naar vakleerkrachten erg groot: loonverschil met privésector is knelpunt
Stedelijk Lyceum in Antwerpen vindt amper leraren voor technische vakken
Leerkracht secundair onderwijs is op poetshulp na het meest gezochte profiel op de arbeidsmarkt in de provincie Antwerpen. Al is er wel een belangrijk verschil tussen de vakleerkrachten onderling. Aan leerkrachten economie is er geen gebrek, aan leerkrachten die een technisch vak willen onderwijzen des te meer.
Vik Lauwerier is coördinerend directeur in het Stedelijk Lyceum van Antwerpen. “Vooral in een grootstad als Antwerpen is er een zwaar tekort aan jonge leerkrachten”, zegt Vik. “Veel jongeren denken dat lesgeven in de stad extra moeilijk is vanwege de kansarmoede, probleemjongeren en ongekwalificeerde uitstroom. Maar ook in de rest van Vlaanderen is er een probleem: twee op de vijf jonge leerkrachten verlaat het onderwijs binnen de vijf jaar.” Enige nuance is hier wel op zijn plaats. Voor sommige leerkrachten is er helemaal geen tekort. “Wij hebben meer dan genoeg leerkrachten lichamelijke opvoeding, muzikale opvoeding, economie, geschiedenis en Duits”, zegt Vik Lauwerier.
“Maar er is een groot tekort aan leerkrachten wiskunde, chemie, biologie, fysica en Frans, omdat te weinig leerkrachten in die vakken afstuderen. En dan is er nog het grote tekort aan leerkrachten voor technische vakken.”
Hard werken voor minder
Er zijn volgens Vik te weinig vakmensen die van de privésector overstappen naar het secundair onderwijs. “De reden is niet ver te zoeken. In de privésector verdien je vaak meer dan in het onderwijs”, zegt de directeur.
“We zoeken bijvoorbeeld ingenieurs die in de tweede en derde graad van het beroeps- en technisch onderwijs les willen geven in elektriciteit. Maar in het onderwijs verdient een beginner zonder ervaring 1.600 tot 1.700 euro netto per maand. Voor een ingenieur betekent dat flink inleveren ten opzichte van de privésector. Soms kan je iets extra krijgen omdat je ervaring hebt in je vak, maar ook dat maakt het loonverschil met de privésector voor een ingenieur niet goed.” “Bovendien geeft de privésector allerlei extralegale voordelen, zoals een bedrijfswagen en een volledige dertiende maand. Dat is in het onderwijs niet het geval.” En dan is er nog het harde werk. “De mensen die de overstap van de privésector naar het onderwijs wel hebben gemaakt, schrikken van de grote hoeveelheid werk die ze hier hebben”, zegt Vik Lauwerier. “Ze moeten maar 29 uur lesgeven per week, maar door de lesvoorbereidingen en het vele administratieve werk zijn ze vaak veertig tot vijftig uur per week bezig. Bovendien is leerkracht een intens beroep. Je moet voor elke jongere aandacht hebben en bent verantwoordelijk voor de veiligheid van elke leerling.”
Maar leerkrachten hebben toch veel vakantie? “Ja, maar door onze intensieve job is die rust dubbel en dik verdiend”, zegt Vik.
Drukker wordt leerkracht
Lander Keteleer (38) heeft wél de overstap van de privésector naar het onderwijs gemaakt. Hij geeft grafische technieken aan de derde graad van het beroepsonderwijs in het Stedelijk Lyceum Cadix in Antwerpen.
“Ik was drukker, maar leerkracht worden was mijn droom”, zegt Lander. “Ik wil de leerlingen een passie en de schoonheid voor het ambacht van de drukkunst bijbrengen. Het doet me iets als afgestudeerde leerlingen me jaren later nog herkennen en als ik zie dat ze plezier hebben in hun job. Ook als die job niet in een drukkerij is. In het secundair onderwijs leren we jongeren algemene vaar- digheden aan, zoals beleefdheid en zelfredzaam zijn. Dat heeft een belangrijke invloed op hun latere leven.”
“Ik heb zelf niet echt loon moeten inleveren. In de drukkerijen waar ik heb gewerkt, lag de verloning
Vik Lauwerier Coördinerend directeur Stedelijk Lyceum Antwerpen
“In het onderwijs verdient een beginner zonder ervaring 1.600 tot 1.700 euro netto per maand. Voor een ingenieur betekent dat flink inleveren ten opzichte van de privésector.”
niet wezenlijk hoger dan in het onderwijs.”
Volgens Lander is de job van leerkracht boeiend, maar ook zwaar. “Ik vind dat er nog te veel attitudeproblemen zijn bij jongeren en dat ouders te weinig betrokken zijn. Sommige ouders van leerlingen die al twee tot drie jaar bij ons op school zitten, hebben zich nog nooit op een oudercontact laten zien. Dat vind ik heel spijtig.”