Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Kom hier dat ik u kus!”
Sinds de ultrakorte doortocht van Aron Berger in de Antwerpse gemeentepolitiek weten we dat chassidische mannen nooit de hand van vrouwen schudden. Uw krant vroeg zich af hoe al die andere volkeren in de stad elkaar begroeten.
Maori uit Nieuw-Zeeland kwamen we niet tegen op onze begroetingstocht. Anders hadden we misschien de primeur van een ‘hongi’ beleefd, de begroeting waarbij ze hun voorhoofd én hun neus tegen elkaar drukken. Die groet heeft overigens vooral een spirituele betekenis. Maori geloven dat ze zo elkaars levensadem uitwisselen en aldus een eeuwige band kweken.
Maar verder houden ze zich zowat overal ter wereld, van China tot Chili, aan de kus en/of de handdruk, al zijn er wel duidelijke verschillen tussen wie geeft en wie ontvangt. Rizwan Nazir en Sohaib Nawaz, allebei Pakistaanse moslims, schudden elkaar dan wel vol overtuiging de hand, maar net zoals Aron Berger doen ze dat niet bij vrouwen. “Ons geloof staat niet toe om een vrouw die niet de onze is aan te raken”, legt Rizwan uit. “Als ik een vrouw groet, leg ik mijn rechterhand op mijn hart als teken van respect.”
Tibetaanse condoleance
In Nigeria zijn de gebruiken een stuk minder strikt, weet Silver Osas, die met twee vriendinnen luidop giechelend staat bij te kletsen in de Glory to Glory Afroshop in de Van Wesenbekestraat. “Bij ons in Nigeria is er geen verschil met hoe de Belgen het doen”, zegt Silver. “Wij geven handen en kussen, net als jullie.”
Als je van Nigeria westwaarts naar Ghana stapt langs de kust van de Golf van Guinee, doorkruis je nog twee andere landen, Benin en Togo, en veranderen ook de gewoontes een beetje. “In Ghana zijn we niet zulke kussers”, zegt Betty Addo die bij kapsalon African Queen in de Muizenstraat op haar beurt zit te wachten. “Het zit niet in onze cultuur. Toen ik twintig jaar geleden in België arriveerde, heb ik daar echt moeten wennen aan al dat gekus. We geven wel handen en knuffels, zowel aan mannen als aan vrouwen.” Ngawang Choetso en Kalsang Thedechog zijn zus en broer. Vijf jaar geleden arriveerden ze in Antwerpen vanuit Tibet. “Tashi
Delek”, zegt Ngawang terwijl ze onze hand drukt. “Dat is zoiets als goeiedag.” In een amusante mix van Nederlands en Engels vertelt ze dat ze in Tibet nooit kussen. Wij geven alleen een hand, zowel aan mannen als aan vrouwen.” “We hebben ook een speciaal ritueel wanneer iemand gestorven is”, zegt haar broer. “Bij wijze van condoleance drukken we ons voorhoofd dan tegen dat van de overlevende.” Of hij dat even wil voordoen voor de foto? “Natuurlijk niet”, reageert hij vriendelijk maar kordaat. “Er is toch niemand gestorven?”
Wie van Lhasa naar Seoul vliegt is tien uur onderweg, met overstap in Peking. Maar ook aan de andere kant van China houdt de verboden-te-kussen-regel stand. “Wij kussen zelfs onze familie niet”, zegt Myung Heang Lee, de goedlachse baas van het Koreaanse barbecuerestaurant Arirang in de Statiestraat. “Normaal maken we alleen een lichte buiging ter begroeting. Behalve als we iemand voor het eerst ontmoeten, dan geven we ook een hand.
Annyeonghaseyo! Goeiedag!”
Twee kussen en een pint
Komen we terug naar Europa, dan komen ook de lippen weer in actie. Zij het niet overal even fanatiek. “Mijn papa heeft niet graag dat mannen hem kussen. Hij is dan ook al 50”, zegt de Portugese Catarina Da Silva voor het eethuisje Escondidinho op de hoek van de Rotterdamstraat en de Osystraat. “Maar het geraakt steeds meer ingeburgerd in Portugal. Bijna iedereen kust elkaar tegenwoordig.”
“Wij kussen alleen vrouwen, en alleen als ze familie zijn”, zegt Stefan Popescu, de joviale Roemeense uitbater van restaurant Romanesc op het Falconplein. “Een keer op elke wang. Maar als ze ouder dan 60 zijn, krijgen ze een handkus. Daar bestaat zelfs een speciale begroeting voor.
Sãrut Mîna! Kus de hand.” Mannen krijgen in Roemenië gewoon een hand. Tenzij ze jarig zijn of wanneer het Nieuwjaar is. “Als de klok twaalf keer slaat en we hebben al een glas gedronken, kussen we iederéén, of we die mens al ooit gezien hebben of niet”, schaterlacht hij. Afsluiten doen we in Latinosfeer, in het kapsalon van Adalys Aular op de Paardenmarkt. “In Venezuela, maar ook in de rest van Latijns-Amerika, kussen we graag”, lacht de kapster, terwijl ze het haar van een Dominicaanse klant föhnt. “Ik las het deze week, van die joodse man die zelfs geen hand wilde geven aan een vrouw. Jammer toch? Bij ons kun je twee kussen krijgen, met een grote glimlach erbij. En een pint als je wil.”
Stefan Popescu Roemeen “Als de klok met Nieuwjaar 12 keer slaat, kussen we iederéén, ook de mannen die we niet kennen.”