Gazet van Antwerpen Stad en Rand
De jongste circusdirecteur van het land
Nanosh (23) treedt in de voetsporen van zeven generaties Ronaldo met reizende voorstelling
Nanosh Ronaldo is amper 23 en de drijvende kracht achter
Swing. Met zijn eerste eigen voorstelling trekt de jongste telg uit de legendarische Belgische circusfamilie Ronaldo de boer op zoals in de dagen van weleer. Hooggeëerd publiek, welkom bij Circus Ronaldo! Adolf-Peter Van den Berghe loopt als tiener in de jaren 1840 weg van huis. De eigenzinnige Gentenaar sluit zich aan bij circus Wulff en schopt het daar van stalknecht tot acrobaat. Samen met zijn vrouw begint hij een rondreizend theater dat circus en pantomime brengt. Zeven (!) generaties later doen hun nakomelingen nog exact hetzelfde. “Met onze voorstelling Swing trekken we in karavaan van dorp naar dorp. We zijn traag transport, we sjokken over kleine banen met 25 kilometer per uur”, vertelt Nanosh Ronaldo. De circusartiest is 23 jaar jong en al even lang bij het circus. “Als zoon van Danny Ronaldo ben ik in het circus geboren. Mijn grootvader is Johnny Ronaldo. Onze familienaam is tegelijk een vloek en een zegen. Ronaldo staat voor kwaliteit, de verwachtingen bij het publiek en bij culturele centra liggen hoog.” “Daarom wilde ik me aanvankelijk een aantal jaren aansluiten bij een ander circus, om in alle rust ervaring op te doen. Tot ik besefte dat ik me nergens beter kan voorbereiden dan bij mijn eigen familie. Qua materiaal heeft Ronaldo bijna alles dubbel. Ik gebruik dus onze woonwagens en onze circustent. Mijn vader is tegelijk ook mijn coach.” Papa Danny is een wereldvermaarde clown en je grootvader Johnny is een legendarisch scherpschutter. Welke discipline past jou het best? Ik zoek mijn eigen stijl nog wat. Ik kan voorlopig van alles een beetje, al focus ik me vooral op jongleren. Om een straffe clown te zijn, vind ik mezelf nog wat jong. Een goede clown straalt in al zijn grappige domheid ook een zekere levenswijsheid uit, daarvoor gun ik mezelf nog tijd. Voorlopig heb ik te weinig tijd om te repeteren, want ik heb te veel praktische beslommeringen aan mijn hoofd. Onze tent zet zichzelf niet op. In weer en wind werkt heel onze ploeg de klok rond, zeven dagen op zeven. We spelen een voorstelling, breken de tent af tot ’s nachts en reizen dan verder. Je moet van deze levenswijze houden, anders is het loodzwaar. Als er iets misloopt, ben ik de verantwoordelijke. In feite ben ik in Swing de circusdirecteur. Van een internationaal gezelschap bovendien. Klopt, onze artiesten komen van overal. Trapeziste en clown Laure is Frans, koorddanseres Kimi is Duits, onze zangeres Rosy komt uit Tsjechië en jongleur Jason helemaal uit Antwerpen (lacht). We zijn een seizoen lang collega’s, maar ook familie. We reizen samen en we leven samen. Swing is een bonte mix van circus, theater, magie, clownerie en acrobatie. Kortom: het oude variété. De voorstelling dompelt de toeschouwers onder in de swingende jaren 40. Ik ben nog jong, maar toch hou ik meer van swingjazz dan van moderne discotheken. Dat is mijn nostalgische kant. Als ik in de winter wat meer tijd heb, ga ik ook vaak kijken naar de eerder traditionele grote circussen, zoals het Cirque d’hiver in Parijs of het Wintercircus in de Carré in Amsterdam. Je vader speelt zijn solovoorstelling Fidelis Fortibus over heel de wereld. Streef je ook zo’n internationale droom na? Ik weet hoe het is om te toeren. Als tiener zat ik in de voorstelling Circenses, waarmee Circus Ronaldo tot in Nieuw-Zeeland trok. Ik doe niets liever. Circus zit in mijn bloed en in mijn genen. Mijn grootvader is 85 en al een paar keer naar mijn voorstelling komen kijken. Als hij zegt dat ik goed bezig ben, dan ben ik razend trots.