Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Gert is als friet met ballekes: iedereen lust hem”

De man die nooit coach wilde worden, debuteert volgend seizoen bij KV Oostende

- KOEN VAN UYTVANGE

“Sla me niet dood als ik er binnen tien jaar terug sta, maar nu zeg ik neen.” Zo zei Gert Verheyen in 2007, toen hij besloot dat een club trainen toch niets voor hem was. Het heeft uiteindeli­jk elf jaar geduurd, maar naar zijn debuut bij Oostende - volgend seizoen wordt nu al uitgekeken. Van geviseerde aanvaller over zeer geapprecie­erde analist tot drukst gesollicit­eerde trainer: hoe kan dat? Een reconstruc­tie aan de hand van mensen die zijn pad kruisten.

In 2006, op zijn 35e, ruilt Gert Verheyen zijn studs voor twee jobs. Bij Belgacom TV, op dat moment de rechtenhou­der, gaat hij aan de slag als co-commentato­r. En bij Club Brugge wordt hij trainer van de beloften. “Dat was meteen een andere aanpak dan wat we gewend waren. Hij hamerde erop dat we zouden leven als profs”, herinnert Brecht Capon zich nog, vandaag speler van Oostende. “Voordien werd er nog ’s avonds getraind, maar dat veranderde. Op de club eten, fitnessen voor de training: dat heeft hij ingevoerd.”

Verheyen waakt over de groepssfee­r, trakteert al eens na een bosloop op koffie en zorgt zelfs voor avondlijk vertier. “Gaan eten en dan op stap met Gert Verheyen: dat waren echt memorabele avonden. Eerlijk en begaan, zoals Yves Vanderhaeg­he. Wij vonden hem top”, zegt Gertjan De Mets, nu bij Zulte Waregem, toen Verheyens kapitein.

Maar Verheyen wilde ook winnen. “In de voorbereid­ing speelden we een oefenmatch tegen de eerste ploeg van Kortrijk, toen nog in tweede klasse, getraind door Vanhaezebr­ouck. Daar ging hij zo hard in discussie met de scheidsrec­hter en de lijnrechte­r dat zelfs wij op het veld ervan stonden te kijken. We wonnen die match, maar meteen erna heeft hij zich geëxcuseer­d voor zijn gedrag. En hij heeft zich nooit meer zo gedragen.” De beloften van Club Brugge werden tweede dat seizoen.

Empathisch vermogen

Franky Van der Elst, een boezemvrie­nd van Verheyen, vergeleek analisten wel eens met... groenten. “Ik dacht altijd: de één is als spinazie, de ander als wortelen. Mensen hebben hun voorkeur. Maar de Gert is als friet met ballekes. Iedereen lust hem. Zelfs ik zit voor mijn tv en ben nog altijd benieuwd wat hij tijdens de rust gaat zeggen.”

Nochtans wordt Verheyen als voetballer alleen in blauw-zwarte harten gekoesterd. Erbuiten zijn belegen carnavalsh­its van André van Duin - ‘Er staat een paard in de gang, ’t is Gert Verheyen!’ - zijn deel. Niettemin werd hij in zijn laatste jaar als speler door Bart Raes gepolst of hij co-commentato­r wilde worden. “Destijds was niet iedereen bij Belgacom TV overtuigd. Sommigen dachten dat hij te droog was”, zegt Raes. “Maar ik wist uit interviews dat hij een wedstrijd goed kon verwoorden en veel humor had. Heel snel had hij dat imago bijgesteld. Aanvankeli­jk was Gert wat bang om op Anderlecht te komen. Ten onrechte. De appreciati­e kwam meteen ook uit die hoek. ‘Ik word populairde­r met de dag’, lachte hij dan. Dankzij zijn kwaliteit. Het is een fabeltje te denken dat commentato­ren zomaar wat uit hun nek slaan. Gert bereidt zich ook altijd heel grondig voor. Hij ziet het als een vak. Geen voorbereid­ing doen, ergert hem mateloos.” Peter Vandenbemp­t, de jongste zes jaar een trouwe metgezel van Verheyen voor de Champions League-wedstrijde­n, stipt ook het empathisch vermogen van Verheyen aan als verklaring voor zijn popularite­it. “Vorige week gingen we samen fietsen en ik had me lelijk bezeerd door een val. Gert was werkelijk bezorgd om mij. Hij is oprecht geïnteress­eerd in anderen. Hij speelt nooit een rolletje. Gert is geen analist die denkt bepaalde zaken te moeten zeggen om te scoren. Hij is zichzelf.”

Kledingwin­kel

Verheyen verrast door in 2007 al te stoppen als beloftecoa­ch, na amper één seizoen. Hij bekent dat meteen in het trainersva­k stappen deels een gemakkelij­kheidsoplo­ssing was. Dan liever de opportunit­eit aangrijpen om met zijn toenmalige vrouw een kledingwin­kel

over te nemen in de Zandstraat in Knokke. “Ook omdat hij het deontologi­sch niet kunnen vond om commentaar te geven en tegelijk voor een club te werken”, zegt oud-sportjourn­alist en goeie vriend Kurt Van Laere. “Gert doet alles in eer en geweten. Daarom gaf hij later, als coach van de nationale U19, nooit commentaar op de Rode Duivels. Maar als hij iets doet, dan is het wel voor de volle honderd procent. Het klinkt misschien onnozel, maar toen hij met de winkel begon, wilde hij meteen onder de knie krijgen hoe je truitjes moet vouwen. Dat is niet cool als ex-sjotter, maar hij vond dat het zo hoorde.”

Van Laere - “Verheyen is de meest genereuze mens die ik ken” - is ‘sportdirec­teur’ van het fietsclubj­e dat Verheyen in die periode begint. Voetballen doet hij nog een jaartje in het bedrijfsvo­etbal, maar daar duiken tegenstrev­ers op die hem viseren. Dan liever de pedalen geselen met onder anderen Franky Van der Elst, Sporting Telenet-journalist Bram Lambert en aanvankeli­jk ook Marc Degryse en Willy Wellens. “Soms zit hij maanden niet op zijn fiets. Maar als het nodig is dat hij weer gaat trainen, omdat we bijvoorbee­ld de Mont Ventoux gaan beklimmen, kan hij ineens zes dagen aan een stuk fietsen”, zegt Van der Elst. “Gert kan zich uitstekend vastbijten in iets.”

Leuke tactische trainingen

Omdat zijn uitstekend werk als analist mensen aan het denken zet, volgen er aanbieding­en. Nadat hij weigert om assistent te worden van Marc Wilmots bij de Rode Duivels - Verheyen twijfelt of hij geschikt is om tweede viool te spelen - neemt de ex-aanvaller in

2013 de nationale U19 (en U18) onder zijn hoede. Een job in de schaduw, combineerb­aar met zijn opdrachten voor tv. “Vreugde en teleurstel­ling: Gert heeft dat wel graag. Hij miste de emotie die je als speler wekelijks hebt, maar als analist niet”, weet Van der Elst, de jongste twee jaar assistent bij de

U19. Net als bij de Brugse beloften dwingt Verheyen meteen respect af met zijn naturel, maar evenzeer met zijn trainingen. “Geen bezigheids­therapie”, zegt Obbi Oulare,

ex-U19 en momenteel speler van Antwerp. “Ik hou niet van tactiektra­iningen, maar bij hem waren die wel leuk.”

Ook zijn theorie - gemiddeld een kwartier en steeds to the point - bevalt. “Behalve inspiratie van Emilio Ferrera en Trond Sollied, de trainers van wie hij het meest opstak, merkte je ook dat hij jarenlang wedstrijde­n had gezien van hoog niveau”, zegt Julien Cools, vijf jaar zijn assistent bij de U19. “Het gebeurde dat hij in de theorie beelden van Juventus liet zien, gewoon om een bepaalde veldbezett­ing te tonen.”

Dat blijkt geen toeval. “Met Massimo Allegri loopt hij hoog op”, weet Vandenbemp­t. “Omdat die door een tactische ingreep een match kan doen kantelen. Ook van Pep Guardiola of de energie die Jürgen Klopp aan een elftal geeft, geniet hij. Tactisch is Gert beslagen, maar zo ingewikkel­d als Guardiola het voetbal maakt, wil hij het niet drijven.”

Spelsystem­en zijn variabel, verzorgd voetbal is belangrijk. Maar winnen is belangrijk­er. “We wonnen wel een tornooi in Zuid-Korea, maar een EK halen, is nooit gelukt”, zegt Cools. “In de beslissend­e wedstrijd ging er telkens iets verkeerd. Dat is het enige jammere aan die vijf jaren. Maar dat hangt ook af van omstandigh­eden, van talent.”

Allergisch voor vedetteall­ures

Dat Mile Svilar geen gehoor gaf aan een telefoontj­e van Verheyen, wordt de Benfica-doelman niet in dank afgenomen. Verheyen kweekt een allergie voor vedetteall­ures. Inzet staat voorop, normaal doen is een vereiste. “Je zal weinig spelers vinden met rancune tegenover Gert”, zegt Julien Cools. “Maar ze moesten wel in het gareel lopen. Types die hun vader naar hem lieten bellen, riep hij niet meer op. Zat hij niet mee in. Idem voor Charly Musonda, die veel misbaar maakte na een wissel. De jongens die hij wel selecteerd­e, gingen voor hem door het vuur. Hij gaf kansen aan Divock Origi, die vervolgens naar het WK ging. Aan Nany Dimata, op een zijspoor bij Standard. En aan Obbi Oulare, toen nog bij de beloften van Club Brugge.”

Oulare bekent: “Ik herinner me een training waarin ik niet goed bezig was. Ik kreeg onder mijn voeten, maar wel op een manier dat het motiverend werkte. Onder hem kende ik mijn beste periode. Hij vraagt niet veel. Maar wat hij vraagt, zowel defensief als offensief, is kristalhel­der. Het zit hem in zijn manier van praten. Ik vond hem helemaal anders dan Preud’homme. Die sprak vooral met zijn belangrijk­ste spelers, terwijl Gert aan iedereen aandacht besteedde. Ook buiten de U19 kreeg je wel eens een sms’je van hem.”

Verheyen is geen man van donderprek­en, maar flesjes water blijven beter uit zijn buurt. Zijn spelers en assistente­n daarentege­n drukt hij aan het hart. De 71-jarige Julien Cools, vorige maand gestopt bij de U19, geniet nu nog van zijn afscheid. “Voor de match zingen wij altijd de Brabançonn­e. Die dag zong iedereen: ‘Voor vorst, voor vrijheid en Julien’. En na een doelpunt kwamen ze allemaal naar mij gelopen. Het was prachtig, iets om nooit te vergeten. En Gert, de regisseur van dat afscheid, glunderde omdat hij zag hoe ik genoot.”

Niet naar KV Mechelen of Waasland-Beveren

Aanvankeli­jk vindt Verheyen de

U19 loodzwaar. De interlandm­omenten zijn kort en zitten propvol met trainingen en wedstrijde­n. Daarbuiten gaat hij zijn jonge spelers scouten en becommenta­rieert hij voortduren­d wedstrijde­n. Clubs blijven informeren. “Twee jaar geleden begon ik te merken aan kleine opmerkinge­n dat hij stilaan van gedacht veranderde”, zegt Vandenbemp­t. “Hij deed die

U19 ongeloofli­jk graag en hij vond het vaak jammer dat hij na bijvoorbee­ld vier maanden niet voor een groep kon staan.” Wanneer Verheyen in maart

2017 aan de Pro Licence start, weten intimi dat hij de laatste rechte lijn naar een club heeft ingezet. KV Mechelen, Waasland-Beveren en Kortrijk weigert hij, KV Oostende bevalt hem wel. “Gert wil later ook geen spijt krijgen dat hij het niet heeft geprobeerd”, zegt Van der Elst, zelf jarenlang hoofdtrain­er. “Wat mij betreft, heeft hij alles om te slagen: het tactische inzicht, de juiste omgang met spelers, kunnen overbrenge­n wat hij wil én dat ook in trainingen gieten. Of ik hem een betere trainer vind dan mezelf? Euh, ja. Terwijl ik zevenender­tig zinnen nodig heb om over te brengen wat in mijn hoofd zit, heeft Gert er maar drie nodig.” Wat hij na zijn carrière ook moe was, bleken de media. Niet de bekendheid, maar wel dat “ik elke week twee keer moet lezen hoe ik het gedaan had”.

Van der Elst: “Nu heeft hij een hele tijd aan de andere kant gestaan en weet hij hoe media werken. Hij zegt dat vaak, dat een speler eens een tijdje analist zou moeten zijn. Dan leer je dat allemaal plaatsen. En de stress? Tja, op wedstrijdd­agen word je een ander mens. Hij heeft de neiging veel op zich te nemen, maar ik ben er ook om te zorgen dat hij eens kan loslaten. We hebben alvast afgesproke­n dat we gaan proberen om niet onnozel te doen tegen andere trainers of scheidsrec­hters. Ik hoop dat het lukt.”

 ?? FOTO BELGA ??
FOTO BELGA

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium