Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Nederhop hipper dan ooit
LIL’ KLEINE ZA 28/04 MA 30/04 | LOTTO ARENA | MERKSEM | WWW.LOTTO-ARENA.BE
Duizenden fans van Lil’ Kleine verzamelen vandaag en maandag in de Lotto Arena. Op het dancefestival Replay in Herentals zijn Boef en Jebroer vanavond de publiekstrekkers. Wat maakt die en andere jonge Nederlandse rappers momenteel zo razend populair in Vlaanderen? Een slim uitgekiende combinatie van factoren, zo blijkt.
Nederhop wordt de stroming eind jaren tachtig gedoopt, wanneer rapper Def P van de Amsterdamse groep Osdorp Posse teksten van Amerikaanse rappers zoals Beastie Boys naar het Nederlands vertaalt. Na oldskool-hitsuccessen van Ali B, Opgezwolle, Brainpower en Extince sturen onze noorderburen almaar meer rappers uit. De Jeugd van Tegenwoordig scoort al ruim tien jaar de ene hit na de andere. Ook Gers Pardoel vult in Vlaanderen moeiteloos grote zalen. Om nog te zwijgen van de groeiende populariteit van Lil’ Kleine, Ronnie Flex, Kraantje Pappie, Boef, Jebroer, Typhoon, Fresku, Broederliefde en een heus peloton rappende Nederlanders.
Met traditionele hiphop vertoont hun muziek nog weinig raakvlakken. De hedendaagse variant, waarbij aanstekelijke refreintjes worden geschraagd met elektronische dancebeats, wordt bij gebrek aan een meer sluitende omschrijving poprap of hippop genoemd. “Deze muziek leunt aan bij popmuziek, net zoals Bazart en Oscar and the Wolf pop maken”, meent Robin Tulkens, die voor concertpromotor Live Nation werkt en onder de noemer Faded zelf hiphopshows organiseert. Met hem toetsen we de factoren af die verklaren waarom ons land storm loopt voor Nederlandse rappers en waarom hun Vlaamse tegenhangers voorlopig achterophinken.
De producer
Niet voor niets reiken internationale supergroepen zoals Coldplay de hand naar Avicii, Esko, Hardwell, Kygo en andere hippe danceproducers. Zij voelen beter dan wie ook welke aanpak bij een jong publiek aanslaat. Ook bij Nederlandse rappers is de rol van de onzichtbare producer nauwelijks te overschatten. Hij bedenkt de beats waarover zij rappen. Hét goudhaantje heet momenteel Jack $hirak, niet toevallig met een dollarteken in zijn naam. Sinds $hirak het geluid van Drank & Drugs heeft bepaald, rijgt de twintiger de hits aan elkaar. Patsergedrag van Sevn Alias, uit de soundtrack van Patser, Krantenwijk van Lil’ Kleine en Boef, Jungle van Broederliefde, Zina van Soufiane Eddyani en vele andere dragen zijn signatuur.
Als de nieuwe Nederhop in België mega is, dan heeft Jack $hirak daar dus geen geringe verdienste aan. “Een getalenteerd producer staat voor een bepaald geluid en kan zo een sleutelfiguur worden”, aldus Tulkens.
Sociale media
Lil’ Kleine is niet de enige rapper die zijn blitzcarrière dankt aan goede marketing en community building. Top Notch, al omschreven als “het platenlabel dat de code van de 21ste-eeuwse muziek heeft gekraakt”, begrijpt beter dan wie dat jongeren anno 2018 amper naar de radio luisteren en tv-kijken. Zij willen hun favoriete muziek wel op elk moment kunnen beluisteren, maar niet noodzakelijk op een fysieke drager. Dus waakt Top Notch erover dat die muziek onbeperkt online beschikbaar is, in geluid én beeld.
“Als rappers op de juiste manier met sociale media omgaan, bouwen ze online een zodanig groot publiek op dat niemand nog hen heen kan en iedereen hen in de armen sluit”, merkt Tulkens. “Zelf heb ik via kinderen van vrienden online ook al goeie onbekende rappers ontdekt. Jongeren pikken die veel sneller op dan de traditionele media.”
Met 1,2 miljoen volgers op Instagram is Lil’ Kleine een van de grootste social influencers van de Lage Landen. “Nederlandse rappers zijn goed in community building, iets wat ze van internationale collega’s overnemen”, merkt Tulkens. “De Lotto Arena-concerten van Lil’ Kleine zijn aanvankelijk enkel op sociale media aangekondigd. Met een voorverkoop voor leden van de fanclub zat de zaal al bijna vol.”
YouTube
Wat MTV voor tieners in de jaren 90 was, is YouTube voor hun huidige leeftijdsgenoten. De rol van eerstgenoemde muziekzender is uitgespeeld. Dankzij de impact van het online videokanaal YouTube is de videoclip wel weer springlevend. De social media-generatie, waartoe de jonge rappers én hun aanhang behoren, heeft begrepen dat coole filmpjes opvallen en massaal worden gedeeld. Voorbeeld: Drank & Drugs, de monsterhit van Ronnie Flex & Lil’ Kleine uit 2015, is op YouTube meer dan 32 miljoen keer bekeken. “Een clip die minder dan 300.000 views haalt, is een flop”, aldus Lil’ Kleine.
Ook hier geldt dat de makers de kunst verstaan om fans aan zich te binden. “Rappers zijn heel goed in het breien van een verhaal rond hun muziek. Daarom posten ze ook filmpjes over de totstandkoming en de inhoud van hun songs.”
Streaming
Wie op YouTube door een clip is verleid, wil de muziek ook elders beluisteren. Traom ditionele media zoals radio – in ons land nog steeds beschouwd als gatekeepers – spelen daarbij voor rappers nog amper een noemenswaardige rol. Zij bereiken hun publiek veel makkelijker en sneller via streamingdiensten. Lanceren ze een nieuw nummer op Spotify of SoundCloud, dan haalt dat in geen tijd honderdduizenden hits. Het verklaart waarom veel rappers wel razend populair kunnen zijn, maar in de hitlijsten niet noodzakelijk hoog scoren.
Ons land hinkt op het vlak van streaming wat achterop. In Nederland ontstaan en groeien de nieuwe sterren op dergelijke online platforms. Krantenwijk van Lil’ Kleine is met ruim 48 miljoen beluisteringen het meest gestreamde Nederlandstalige nummer aller tijden. Enkel Shape of You van Ed Sheeran wordt in 2017 vaker beluisterd. “En Nederlandse rap heeft nog groeimarge”, voorspelt Tulkens. “Als artiesten zoals Lil’ Kleine, Ronnie Flex en Boef ook een publiek van dertigers en veertigers kunnen aanspreken, kunnen zij in ons land nog populairder worden. Jongeren zijn ook klaar voor een Belgisch voorbeeld. Het is enkel wachten op de juiste artiest die zich ook kan verkopen, want daar ontbreekt het ons hier soms nog wat aan.”
‘‘Jongeren hier zijn klaar voor een Belgisch voorbeeld. Het is enkel wachten op de juiste artiest die zich ook kan verkopen, want daar ontbreekt het ons soms nog wat aan.’’