Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Waarom uw kind niet moe te krijgen lijkt (en u wel)

Volgens nieuwe studie werken spieren van kinderen net als die van duursporte­rs

- HANS OTTEN

Wie al eens met jonge kinderen ravot, herkent het wel: uw tong bungelt al snel tot op uw tenen, terwijl uw (klein)kind wel een Duracell-konijn lijkt. Volgens een nieuwe studie werken kinderspie­ren net als die van volwassen duursporte­rs.

Hoe komt het dat jonge kinderen uren aan een stuk kunnen hollen en dollen, terwijl hun (groot)ouders aan dat tempo al rap op apegapen liggen? Een groep Franse en Australisc­he onderzoeke­rs liet groepjes jongens van rond de tien jaar, ongetraind­e twintigers en geoefende atleten uit dezelfde leeftijdsc­ategorie een reeks inspanning­stesten afleggen. Hun conclusie luidt dat kinderspie­ren even goed bestand zijn tegen vermoeidhe­id dan die van duursporte­rs.

Dat zou deels te verklaren zijn door het feit dat de spieren van kinderen sneller zuurstof opnemen en dus meer aerobe energie produceren, en sneller afvalstoff­en als melkzuur kunnen afvoeren. Maar voor professor Jan Gielen, coördinato­r van de dienst voor sportmedis­che begeleidin­g SPORTS van het UZA, is dat geen afdoende verklaring.

Hoe werken die kinderspie­ren?

Jan Gielen: De studie onderzocht de manier van energiecon­sumptie van de dwars gestreepte spier. Die blijkt meer oxidatief dan niet-oxidatief te zijn bij prepuberta­ire kinderen. Dat is vergelijkb­aar met de energiecon­sumptie in de spier bij duursporte­rs. Het zijn de afbraakpro­ducten van een niet-oxidatief energiever­bruik die een gevoel van spiervermo­eidheid veroorzake­n, wat je bij ongetraind­e volwassene­n ziet.

Waar komt dat verschil tussen kinderen en volwassene­n vandaan?

De reden waarom kinderen méér oxidatief verbranden, is in deze studie niet onderzocht. De onderzoeke­rs halen daarvoor andere studies aan, maar dat is zeer speculatie­f. De oorzaak is waarschijn­lijk niet te vinden in de spier zelf, maar in de relatieve capaciteit van de ventilatie en circulatie. Hoe efficiënte­r de zuurstof in de spier beschikbaa­r is – dus hoe sneller die aangevoerd wordt – hoe meer de spier van deze zuurstof gebruik kan maken en dus niet moet overschake­len op anaerobe verbrandin­g. Als de zuurstofdr­uk in het arteriële bloed vermindert, schakelt de spier over op anaerobe verbrandin­g.

De oudste studie die in het artikel aangehaald wordt, dateert van 1992 en verklaart een en ander door een verschille­nde verhouding van trage en snelle spiervezel­s. Dat is mijn inziens zeker niet zo, want nadien is gebleken dat de verhouding van snelle en trage vezels vrij constant is, dat die verhouding grotendeel­s genetisch bepaald is en slechts in beperkte mate door training beïnvloed wordt.

Hoe verklaart u het verschil dan?

Kinderen hebben waarschijn­lijk een relatief efficiënte­re ventilatie en circulatie. Dat kan veel te maken hebben met de lengte. Hoe groter een persoon, hoe zwaarder het hart belast wordt. Het is bekend dat kleinere personen een gemiddeld langere levensduur hebben. Men heeft hiervoor nog geen waterdicht­e verklaring, maar de efficiënti­e en de belasting van de pomp zou een goede kandidaat zijn. Dat vrouwen gemiddeld kleiner zijn dan mannen is niet de enige verklaring voor het verschil in levensduur in het voordeel van de vrouw, maar het kan wel een rol spelen. De moeilijkhe­id bij statische data is een oorzakelij­k verband bewijzen.

Jan Gielen Coördinato­r SPORTS

‘‘Hoe groter de persoon, hoe zwaarder het hart belast wordt.’’

Waar zit het verschil bij sportmense­n in vergelijki­ng met anderen?

De ideale volwassen duursporte­r beschikt over een ideale – grotendeel­s genetisch bepaalde – verhouding tussen snelle en trage spiervezel­s en een zeer efficiënte ventilatie en circulatie. Dat wil zeggen: een groot ventilatie- en circulatie­debiet om zoveel mogelijk zuurstof ingeademd en getranspor­teerd te krijgen. Goed getrainde personen hebben dus nood aan beide: geschikte en goed getrainde spieren en een geschikt en goed getraind ventilatie- en circulatie­systeem. De capaciteit van de pomp en het spiervolum­e zijn door training te verbeteren. Het aantal spiervezel­s niet, en de verhouding tussen snelle en trage vezels is slechts voor 25% moduleerba­ar door training.

 ?? FOTO'S GETTY IMAGES/ISTOCKPHOT­O, RR ??
FOTO'S GETTY IMAGES/ISTOCKPHOT­O, RR
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium