Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Na verlies derde jonge renner: “Ik besef dat het nog eens kan gebeuren”

Manager Jef Van den Bosch ziet met Michael Goolaerts derde jonge renner in zeven jaar om het leven komen

- BERT PROVOOST

De Vlaamse wielerwere­ld nam deze week afscheid van Michael Goolaerts, de 23-jarige renner uit Heist-op-den-Berg die stierf aan een hartstilst­and tijdens ParijsRoub­aix. Het was ook voor zijn manager Jef Van den Bosch (36) het einde van twee onwezenlij­ke weken. Want Michael was na Wouter Weylandt en Rob Goris al de derde jonge renner van wie hij afscheid moest nemen.

Jef groeide op in Berlaar en belandde later in buurgemeen­ten Itegem en Hulshout. In een vorig leven was hij zelf nog renner bij Profel Cycling Team. “Ik kan me inbeelden wat het is om te koersen, maar ik ken mijn beperkinge­n”, wuift Jef het onderwerp weg.

Sinds 2008 is hij manager, een rol in het peloton die hem beter op het lijf geschreven is. Jurgen Van den Broeck was een van de renners waarvoor hij de contracten onderhande­lde. Vandaag is hij samen met een vennoot met zijn bedrijf ISEA Sport Management in de weer voor meer dan veertig renners uit het peloton, onder wie Wout van Aert, Oliver Naesen en Jürgen Roelandts.

Zijn vaste stek heeft hij gevonden in het verre Ravels, waar Jef met zijn vrouw Tasch, zoontje Phill (bijna een jaar) en Indra (16) woont. “Hier kom ik echt tot rust. Mijn leven is heel hectisch. Ik kan er dan echt van genieten om hier naar het fonteintje in mijn vijver te kijken, of om de ezeltjes die we houden eten te geven. Ik heb dat landelijke nodig om al de rest te compensere­n.”

Tijdens het interview draagt hij zijn eeuwige witte sneakers, die hij ook op de uitvaart van Michael droeg. Een bidprentje van Michael staat prominent voor de fotomuur in de keuken. En op tafel staan bloemen, die zijn vrouw heeft gekregen voor haar verjaardag op 20 april, van de ouders van Michael. “Dat zijn superlieve mensen. Ze waren toen in volle rouwperiod­e, in afwachting van de uitvaart. Maar ze waren bloemen gaan halen voor mijn vrouw. Dat is onvoorstel­baar en zegt veel over hoe ze als mens zijn.” Het moet zijn dat ze de manager van hun zoon heel dankbaar zijn voor zijn hulp de laatste weken. Op de uitvaart vorige dinsdag werd Jef door de ouders uitdrukkel­ijk bedankt. Een kippenvelm­oment voor hem, na intense en emotionele dagen.

Op welke manier heb je Michaels familie bijgestaan?

Ik had het allemaal natuurlijk al twee keer meegemaakt. Ik heb die ervaring, spijtig genoeg. Ik wist dat de dagen en weken nadien voor die mensen onwezenlij­k zouden zijn. De impact is immens. Een kind afgeven, dat is voor elke mens op aarde onvoorstel­baar hard. Ik denk dat dat het ergste is dat je in je leven kan meemaken. Zeker als het zo onverwacht komt. Ik ben er na zijn dood praktisch elke dag thuis geweest om die mensen zo veel mogelijk uit handen te nemen. Er kwamen logischerw­ijs heel veel vragen van de pers. Er was heel het gedoe met de repatrieri­ng die veel te lang op zich liet wachten. En voor de begrafenis moesten we rekeningho­uden met een grote toeloop. Daarom ook heb ik voorgestel­d om buiten een scherm te zetten, geen mensen recht te laten staan in de kleine dorpskerk van Hallaar en maar één fotograaf en één camerateam toe te laten, waarvan de andere media de beelden konden gebruiken. Zo konden we het ietwat beheersen.

Hoe hard was het wachten op de repatriëri­ng?

Door de autopsie die er in Frankrijk eerst nog gebeurd is en het wachten op de repatriëri­ng, hebben de ouders wel bijzonder lang moeten wachten vooraleer ze afscheid konden nemen. Pas elf dagen na zijn dood was hij weer thuis. De ouders hadden de periode daarvoor maar één vraag waar ze mee bezig waren en dat was wanneer Michael naar huis zou komen. De manier waarop het Franse gerecht hen behandeld heeft, was trouwens beneden alle peil. De communicat­ie had een pak beter gekund. De dag na zijn overlijden verscheen er een bericht van persagents­chap Belga dat er een gerechteli­jke autopsie zou plaatsvind­en om de oorzaak van zijn hartfalen te achterhale­n, wat blijkbaar standaard is bij jonge mensen die plots sterven. De familie wist echt van niets. In Frankrijk hadden ze alle gegevens van de ouders, maar ze hebben niet eens de moeite gedaan om ze te verwittige­n. Hallucinan­t. En het bleef maar duren. We hebben op het tv-nieuws de voortgang van het onderzoek moeten volgen. Die mensen dat daar uitleg gaven aan de camera’s, daar hebben we nooit iemand zelf van gehoord. Ik had niet gedacht dat zoiets in 2018 nog kon.

Hoe ging je om met de massa telefoontj­es die je die eerste momenten kreeg vanuit de wielerwere­ld en de pers?

Iedereen wilde in die eerste momenten natuurlijk weten hoe de situatie was, dat is logisch. Ik ben altijd voor iedereen bereikbaar. Dat is wat ik doe op zo’n moment. Ik vraag dan één ding: laat de familie met rust en val alleen mij lastig. Er stond ook pers aan het ziekenhuis, die mensen hebben daar uren staan wachten, terwijl ze daar weinig of geen nieuws hebben kunnen rapen. Ik respecteer dat. Zij doen ook maar hun werk en ik moet zeggen dat ze dat heel sereen hebben gedaan. Ze waren niet opdringeri­g. Heel het verloop is door pers heel sereen behandeld, vanaf het moment van het ongeval tot en met de uitvaart. Er is maar één journalist die naar de familie thuis heeft gebeld om een reactie los proberen te weken, voor de rest hebben ze de vraag tot terughoude­ndheid gerespecte­erd en dat apprecieer ik.

Hoe heb je zelf de uren na zijn hartaanval beleefd?

Ik volgde de koers op tv in de wagen. Ik zag een val, al wist ik eerst niet dat het Michael was, want het beeld was niet zo goed. Maar toen ik aankwam aan het Bos van Wallers, hoorde ik dat hij het was en dat het om een hartstilst­and zou gaan. Ik ben meteen beginnen te bellen om te vragen naar welk ziekenhuis hij gebracht zou worden. Toen ik de beelden herbekeek,

Jef Van den Bosch (36)

ISEA Sport Management

‘‘Enkele maanden na de dood van Wouter Weylandt heb ik een terugslag gehad. Ik had de drive niet meer, ik had er geen goesting meer in na wat er was gebeurd.’’

‘‘Het nieuws over de autopsie hebben we in de media moeten vernemen. Het Franse gerecht heeft niet eens de moeite gedaan om de ouders te verwittige­n.’’

‘‘Ik ben er zeker van dat Wout van Aert nu nog meer dan ooit ParijsRoub­aix wil winnen. Voor Michael.’’

zag je direct dat het anders was dan andere valpartije­n. Normaal is de reflex van een renner in volle koers altijd om direct de fiets weer vast te pakken en proberen recht te staan. Dat gebeurde hier niet. Er was nog wel ergens hoop, maar ik besefte dat het zeer ernstig was. In het ziekenhuis van Rijsel hebben we van ongeveer 15 tot 23u zitten wachten. Dat was verschrikk­elijk, je kan niets doen. Zijn arts nam me na een tijdje apart en zei dat het er niet goed uitzag. Als zo’n cardioloog met die boodschap komt, dan weet je genoeg. Tegen 23u ’s avonds is hij dan overleden.

Had je Michael nog gezien op die fatale dag?

Gelukkig wel. Ik was naar de start geweest in Compiègne, waar ik Michael nog even gesproken heb. Ik heb trouwens nog een foto gevonden waarop ik Michael een hand geef die dag. Michael zelf lacht zoals altijd breed, zoals iedereen hem zal herinneren: nooit klagend, altijd content, volop zijn droom belevend. Van mij staat enkel mijn hand op de foto. Het lijkt een banale foto zoals er elke wedstrijd gemaakt worden. Maar deze ga ik altijd bijhouden. Ook zijn ouders hebben hem nog gezien. Ze waren ook naar de start gereden om dan honderd kilometer terug te rijden naar een kasseistro­ok om Michael te zien. Ze hadden in de auto nog gezegd dat het eigenlijk wel stom was om die hele afstand te doen, maar achteraf waren ze enorm blij dat ze Michael op die manier nog een laatste keer hadden gezien. Met de woorden ‘tot straks’ als laatste.

Als het harde verdict dan echt duidelijk wordt, wat kan je dan op zo’n moment nog zeggen tegen de familie?

Het kan raar klinken, maar ik word op zo’n momenten heel rustig. Ik heb dat ook bij het overlijden van Wouter (Weylandt, red.) gehad: een gevoel dat je in een modus gaat waarbij je voelt dat je heel helder moet denken en je niet mag laten meeslepen door emoties. Ik weet dan dat het mijn rol is om zijn omgeving zo goed mogelijk te ontlasten. Dat is het laatste dat ik voor Michael kan betekenen. Alles moet 100% in orde zijn.

Je hebt alles gedaan om de familie bij te staan, maar hoe ben je er zelf mee omgegaan?

Ik denk daar niet zo veel over na. Ik lig daar ’s nachts ook niet wakker van, hoe raar dat misschien ook klinkt. Ik denk dat mijn manier van rouwen is dat ik wil zorgen dat de rest sereen afscheid kan nemen. Ik kan makkelijk rustig blijven onder eender welke situatie. Ik hou me ook sterk voor de familie. De woensdag nadien tijdens de Brabantse Pijl heb ik het wel even heel moeilijk gehad. Toen zijn ploegmaats als laatste op het podium werden voorgestel­d volgde een enorm applaus. Dat was het enige moment waarop ik mijn tranen niet kon bedwingen. Omdat ik zag dat de ploeg er stond zonder hem en dan besef je dat het onomkeerba­ar is.

Hoe sterk was je band met Michael?

Ik ken Michael al heel lang, ik ging vroeger ook met zijn broer trainen. Het was heel plezant om met Michael te werken. Hij was een zalige kerel. Hij werkte keihard voor zijn sport. Als je er iets voor regelde, was hij je er heel dankbaar voor. Als er soms eens dingen niet lukten, dan toonde hij ook begrip. Dat is de opvoeding die hij thuis heeft gehad van zijn ouders, denk ik.

Hoe is het om dit drie keer mee te moeten maken?

Toen ik tien jaar geleden begon met deze job, had ik daar nooit bij stilgestaa­n. Ik wist dat er valpartije­n en blessures zouden volgen. Maar dat iemand zou sterven? Neen. Het mag nu wel stoppen, ik hoop echt dat het de laatste keer geweest is dat ik een renner heb moeten afgeven. Maar ik besef heel goed dat het altijd opnieuw kan gebeuren. En dan zal ik ook weer verder moeten.

Spoken de beelden van Wouter en Rob nog vaak door je hoofd?

Af en toe wel. Ik merk ook wel dat er hele flarden weg zijn, alsof je bepaalde momenten in een waan hebt beleefd. Andere momenten weet ik dan nog heel goed. Ik herinner me nog dat ik met de ouders van Wouter op weg was naar hun zoon. De rit na de vliegreis duurde twee uur. We hebben toen geen woord uitgebrach­t, we staarden enkel voor ons uit. Dat was hartversch­eurend. Bij Rob merk ik dan weer dat ik me van de begrafenis zelf heel weinig herinner. Ik denk dat ik toen even op automatisc­he piloot heb geleefd. Het was gewoon te kort op elkaar. Enkele maanden na de dood van Wouter heb ik een terugslag gehad. Er zijn toen ook drie renners bij mij vertrokken. Ik had de drive niet meer, ik had er geen goesting meer in na wat er was gebeurd. Nu ga ik dat niet hebben. Ik sta ondertusse­n anders in het leven. Ik heb geleerd om te relativere­n. Ook privé doe ik dat. Onze Phill is nu bijna een jaar oud, maar daarvoor hebben wij ook een miskraam gehad van een kindje van veertien weken. Ook dan kan ik dat plaatsen en vooruitzie­n. Wat moet je anders doen?

Ben je nu wel gerust als je je renners op de fiets ziet stappen?

Ik zeg wel iets meer dat ze voorzichti­g moeten zijn. Maar ook niet te veel, want met schrik kan je niet koersen. Het is hun beroep en hun leven.

Is er voldoende gebeurd om dit medische drama te voorkomen?

Uiteindeli­jk is er geen specifieke oorzaak gevonden van zijn hartfalen, toch niet dat we weten. Ik denk dat hij gewoon pech heeft gehad. Hij zat in een screeningp­rogramma van het UZA. Hij werd heel vaak en uitgebreid getest en er is nooit iets aan het licht gekomen. We weten dat alles gebeurd is wat kon. We mogen nu niet in paniek slaan. Al wil ik wel zeker nog met een paar mensen rond de tafel gaan zitten om te kijken of er niet nog meer aan preventie kan gebeuren, bijvoorbee­ld bij jonge renners.

Blijft de koers ondanks alles nog even mooi?

Ik kijk nu niet op een andere manier naar de koers. Het blijft een prachtige sport, ik geniet ervan om zo’n peloton voorbij te zien knallen. Het harde werken dat niemand ziet en dan heel af en toe een beloning, die heroïek is mooi. Al zal Parijs-Roubaix nooit meer hetzelfde zijn. Dat geldt ongetwijfe­ld ook voor zijn hele ploeg en zeker voor iemand als Wout van Aert, die al zijn hele leven droomt van Parijs-Roubaix. Ik heb er met Wout nog niet over gesproken. Maar ik ben er zeker van dat hij nu nog meer dan ooit die koers wil winnen. Voor Michael.

 ??  ??
 ??  ??
 ?? FOTO VICTORIANO MORENO ?? Manager Jef Van den Bosch komt thuis in Ravels even op adem na enkele bijzonder moeilijke weken.
FOTO VICTORIANO MORENO Manager Jef Van den Bosch komt thuis in Ravels even op adem na enkele bijzonder moeilijke weken.
 ?? FOTO PHOTO NEWS ?? Rob Goris stierf in 2012 onverwacht in zijn hotel nadat hij tijdens de Ronde van Frankrijk te gast was geweest in het programma Vive le Vélo.
FOTO PHOTO NEWS Rob Goris stierf in 2012 onverwacht in zijn hotel nadat hij tijdens de Ronde van Frankrijk te gast was geweest in het programma Vive le Vélo.
 ?? FOTO PHOTO NEWS ?? Michael Goolaerts kreeg op 8 april 2018 een hartstilst­and tijdens ParijsRoub­aix, zijn droomkoers.
FOTO PHOTO NEWS Michael Goolaerts kreeg op 8 april 2018 een hartstilst­and tijdens ParijsRoub­aix, zijn droomkoers.
 ?? FOTO BELGA ?? Wouter Weylandt overleed in 2011 na een zware val in de Giro.
FOTO BELGA Wouter Weylandt overleed in 2011 na een zware val in de Giro.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium