Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Ik ben de derde snelste zwemmer van Europa bij de 80- tot 85-jarigen”
Waterrat André Joos pronkt met medailles in Eén-programma ‘Vandaag over een Jaar’
“Vandaag over een jaar wil ik op de grootste zwemmeeting van Europa een medaille halen”, vertelde André Joos (80) gisteren bij Cath Luyten op Eén. De Berchemnaar hield woord en won er zelfs twee: brons en zilver.
Die medailles waren het resultaat van een jaar noeste inspanningen in het water, maar André Joos behaalde eerder al 170 medailles en zowat tachtig Belgische records in het zwemmen en waterpolo. “Als ik het zwemmen niet meer zou hebben, was ik dood. Het is een levenswijze voor mij”, aldus André. “Ik ben geen Michael Phelps. Nooit geweest. Al die prestaties heb ik alleen kunnen bereiken door jarenlang elke dag keihard te trainen. Elke ochtend zwem ik 3 of 4 kilometer.”
André kreeg de smaak van het zwemmen als tiener te pakken. Hij wilde in het zwembad indruk maken op een meisje, maar werd verliefd op het water. “Aanvankelijk deed ik waterpolo, maar na het bereiken van vele titels schakelde ik op mijn 39ste over op zwemmen. Bij de masters is men onderverdeeld in leeftijdscategorieën per vijf jaar.”
Sinds kort behoort André tot de
André Joos
Zwemmer op leeftijd 80- tot 85-jarigen. “Ik woonde in Casablanca eens een toernooi bij waar een categorie 95- tot 100-jarigen was. Zwemmen is voor alle leeftijden. Natuurlijk zijn die mensen niet meer zo snel. Vanaf je 65ste telt elk jaar extra voor twee. Destijds deed ik een minuut over 100 meter, nu is dat dertig seconden meer. Maar net als toen ben ik nog altijd de derde snelste van Europa.”
Voor de uitdaging bij Cath Luyten trok André naar het Franse Vichy. “Dat tv-programma legde geen extra druk. Ik was in 1977 kapitein van de Antwerpse ploeg in het legendarische
Dat werd in heel Europa uitgezonden voor miljoenen kijkers. Dat was andere koek.” In Vichy ging het vlotjes. “Een zilveren
Grenzen.
Spel Zonder medaille op de 200 meter rugslag en brons op de 100 meter rugslag.”
Gaan voor top 5
Vichy behoort tot de grootste zwemmeetings van Europa, maar is geen EK. “Dat vindt maar om de twee jaar plaats. In september is de volgende editie in het Sloveense Kranj en daar ga ik naartoe. Het klinkt misschien pretentieus, maar als ik naar een EK of WK trek, is dat voor een plaats bij de eerste vijf. En als het kan een medaille. Ik doe het niet voor een tiende plaats. Die verplaatsingen kosten veel geld en ik steek er on- telbare uren en energie in. Dat moet op tijd en stond beloond worden met een topprestatie.”
Joos wil de zwemsport promoten. Zeker de amateurs krijgen nauwelijks aandacht. “Een topvoetballer verdient bij wijze van spreken 1.000 euro voor elke meter die hij loopt. In het zwemmen ben je gedoemd tot een plek in de anonimiteit. Slechts een select clubje krijgt veel publiciteit. Maar ik koos bewust voor het zwemmen. Het is goed voor het lichaam en het spaart me van ziektes. Ik ben altijd een werkpaard geweest. Ik dronk nooit alcohol. Sigaretten zijn me vreemd. Ik heb altijd geleefd voor de sport.”
Door alle zwemavonturen van André, die ook nog kaart en op feestjes Tina Turner imiteert, zit zijn vrouw af en toe alleen thuis. “Ze gaat niet altijd mee. Maar ik begrijp dat wel. Zwemmen is best saai. Op zo’n toernooi heb je ’s ochtends de schiftingen en pas ’s avonds de finalereeksen. Het is ook geen interessante teamsport.” Zelfs op vakantie denkt André aan het zwemmen. “Binnenkort gaan mijn vrouw en ik naar de zon. Ik heb nu al een zwembad in de buurt gevonden.”
“Binnenkort gaan mijn vrouw en ik naar de zon. Ik heb nu al een zwembad in de buurt gevonden.”