Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Jenevercafé De Vagant, waar de kat de passie preekt
Jenevercafé De Vagant bestaat volgende week exact vijftig jaar. Ronald Ferket kent de zaak als geen ander, want voor hij 34 jaar geleden zelf slijter werd, was hij al vaste klant in de zaak die tweehonderd soorten jenever verkoopt, uitsluitend klassieke muziek draait én een kat als werkneemster heeft.
Ronald Ferket (64) nodigt ons uit aan een tafel in De Vagant. Een zwarte kat zit op de stoel tegen het raam. “Ja, daar kan je niet zitten, dat is Berries plekje”, zegt Ronald. “Hij is wat moe. Vanmorgen deed hij nog stoer alsof hij een duif ging vangen. Berrie is trouwens een personeelslid hier, zijn eten breng ik in als onkosten. Een belastingcontroleur vroeg daar uitleg bij. Ik heb naar waarheid geantwoord dat we zijn prooien niet zelf opeten, maar dat we wel voor de keuze staan: Berrie of het ongedierte in huis. Zijn eten is een pak goedkoper en ecologischer dan twee keer per jaar een verdelger laten komen. De controleur stemde in, maar niet veel later zei een andere controleur dat we geen porties kop, salami of kaas meer mochten verkopen als hier een kat rondloopt.”
Ferre en Wannes
Het dier misstaat niet in het interieur van door de jaren verweerde stoelen en tafels: hier is duidelijk geleefd. “Toch twijfelde ik om de vijftigste verjaardag te vieren, want zelf ben ik maar 34 jaar uitbater. Tot iemand met een affiche van het openingsweekend kwam aandraven.”
De eerste eigenaar was Walter Masselis, stichter van de Muze. Logisch dus dat De Vagant opende met een muzikaal programma. Het werd een vierdaagse met optredens van onder meer Boudewijn de Groot, Cel Overberghe, Ferre Grignard en Wannes Van de Velde. “Jazzsaxofonist Cel Overberghe speelde toen op 10 mei. Daarom vieren we de verjaardag op de 10de. Hij is de enige overblijver van al die artiesten. Boudewijn de Groot leeft natuurlijk ook nog, maar die zal niet komen, vrees ik. Die stond toen aan het begin van zijn carrière en was hier bekender dan in Nederland. Hoe dan ook, Cel zal optreden met zijn zoon Tom, die gitaar speelt.”
Gepikte toog en klassiek
De Vagant opende in 1968 niet op de hoek van de Reynderstraat en de Pelgrimstraat, maar in een kelder op de Oude Koornmarkt, waar nu het Frans-Japans restaurant Roji is gevestigd. Wat later verhuisden ze naar de benedenverdieping, met een mooie toog achterin, onder drie arcades. “Na een renovatie zie je die arcades nu aan de buitenkant, in de Vlaaikensgang vertelt Ronald.
De Vagant, intussen verkocht aan Francis Van Hoof en zijn vriendin Kris Embrechts, verhuisde opnieuw. “Op zoek naar een nieuw onderdak kwamen ze hier terecht. De inrichting gebeurde, helemaal naar de stijl van de jaren 70, met de hulp van de klanten. Een aantal van hen kwam toen aanzetten met het vuistdik werkblad van de toog, dat je nu nog ziet liggen. Volgens de overlevering waren ze dat gaan pikken in een stapelhuis op de Koraalberg”, knipoogt Ronald.
De overlevering heeft ook op een
zelf”,
ander vlak haar invloed. Zo had de vorige eigenaar in 1974 een dispuut met Sabam over de betaling van de auteursrechten. “Het eindige in een ruzie en de stellige belofte dat Dylan, Donovan en de Groot hier niet meer te horen zouden zijn. En dus werd klassieke muziek hier de nieuwe norm. Mijn voorganger Francis nodigde ook solisten van de opera uit. Er zijn hier zelfs kwartetten gevormd.”
Jenevercafé
In 1985 kocht Francis restaurant De Groote Witte Arend en zocht hij een opvolger voor De Vagant. “Ik werkte hier ’s zaterdags al en had een aanhoudend conflict met mijn baas. Ik twijfelde niet en nam de zaak over”, aldus Ronald.
Na een tip van culinair radiomaker Jan Lambin ging Ronald zich specialiseren in jenever. Vierendertig jaar later is De Vagant nog het enige jenevercafé van het land, een kleinere Gentse zaak niet te na gesproken. “In 2016 sloten we de jeneverwinkel hiertegenover. De focus ligt nu uitsluitend op De Vagant.”
“Ik ga de jeneverkaart nog meer toespitsen op de smaak van de drank in plaats van de herkomst ervan.” Net zoals op een wijnkaart lees je termen zoals
‘karakter, ronde ondertoon, zoete impressie, sprankelende smaak, kruidig, enzovoort’.
“Ik zoek nog kleine proefglaasjes, zodat klanten rustig kunnen kiezen”, aldus Ronald over zijn nieuwste plannen.
Daar hoort géén overname bij van de failliete distilleerderij De Poldernaer. “Ik krijg nog klamme handjes als ik denk aan de onlineveiling vorige week. Ik haalde het allerlaatste lot van 84 flessen Vieux d’Anvers van De Poldernaer binnen. Maar zelf produceren? Neen, ik vind de teloorgang heel erg. In de 19de eeuw produceerden Antwerpse jeneverhuizen 24% van de Belgische totaalproductie, nu blijft er geen meer over. Zelf kan ik nu onafhankelijk oordelen over jenever. Ze noemen me vaak ‘Het Geweten van Jenever’. Dat zet ik niet op de helling voor een slijterij.”
50 jaar De Vagant, 10 mei 21u, gratis toegang, Reyndersstraat 25.