Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Wat je nog niet wist over oldtimers
Klein boksland België heeft sinds dit weekend drie wereldtitels bij de vrouwen
DELFINE PERSOON Lichtgewicht Veelvoudig wereldkampioene WBC 41 kampen, 40 gewonnen
OSHIN DERIEUW Superlichtgewicht Wereldkampioene WBF 8 kampen, 8 gewonnen
FEMKE HERMANS Middengewicht Wereldkampioene WBO 8 kampen, 7 gewonnen
België is sinds afgelopen weekend een wereldkampioene boksen rijker. Drie wereldkampioenes, het kan niet op. En dat voor een klein land met een niet echt overweldigende vrouwelijke bokstraditie. Een poging om het kluwen te ontwarren. Conclusie? “Delfine Persoon is de meest prestigieuze wereldkampioene. Maar geen van de drie is een onwaardige wereldkampioene.”
Delfine Persoon, Oshin Derieuw en sinds afgelopen weekend Femke Hermans. Opmerkelijk, de vrouwelijke boksweelde waarin ons land baadt. Voor alle duidelijkheid: vanzelfsprekend verdient elke wereldtitel tonnen respect, zowel die Persoon, van Derieuw als van Hermans. Maar het is een brug te ver om België als vrouwelijk bokswalhalla te bestempelen. De kans om een wereldtitel te pakken, zijn de laatste jaren alleen maar vergroot. Alsof een twintigtal renners tegelijk de Tour kunnen winnen, dat is het huidige boksen in een notendop.
“In de jaren vijftig was de wereldkampioen boksen ook de enige echte wereldkampioen boksen”, zegt bokskenner en voormalig trainer en organisator Jef Van Driessche. “Toen waren er slechts acht gewichtscategorieën, dus slechts acht wereldkampioenen. Nu zijn er niet alleen meer gewichtscategorieën, maar is ook het aantal boksbonden niet meer te tellen. En er komen er altijd maar bij. De voorbije jaren zijn de vrouwen de mannen gevolgd in die versnippering.”
“Dat altijd meer boksbonden ook een vrouwelijke versie hebben, juich ik enkel toe”, zegt Daniella Somers, de meervoudige wereldkampioene die in 2002 haar handschoenen aan de haak hing. “Het wil zeggen dat het vrouwenboksen een beetje au sérieux wordt genomen.”
Een neveneffect: zoveel boksbonden, evenveel wereldkampioenen en wereldkampioenes, een kat vindt haar jongen niet terug in dat kluwen. Laat staan om uit te maken wie nu de échte bokskoningin – versta: dé wereldkampioene, de enige echte beste van de wereld is. Toch is er enige hiërarchie. Een viertal boksbonden bij de vrouwen behoort tot de grotere bonden. De WBC-bond, waarin Persoon veelvoudig wereldkampioene is, wordt bestempeld als de meest prestigieuze. Persoon was bovendien nummer één van de wereld over alle gewichtscategorieën heen.
“Je kunt niet naast Delfine kijken als dé wereldkampioene”, zegt Van Driessche. “De WBC is zowel bij de mannen als de vrouwen de hoogstaangeschreven boksbond ter wereld, punt. Ze heeft bovendien, zoals in het boksen vaak gebeurt, nooit geslalomd, dus nooit de beste tegenstanders ontweken of tegen neptegenstanders gebokst. Dat kun je evenmin van de andere twee zeggen. Ook Oshin is een heel goede boksster. Ze verloor bijvoorbeeld bijzonder nipt tegen voormalig olympisch kampioene Katie Taylor. En Taylor wil tegen Delfine boksen. Als die kamp er komt, heb je een vergelijkingspunt. En Femke won afgelopen weekend tegen een Duitse die verloren heeft tegen een tweevoudige olympisch kampioene. Bovendien won zij op punten in Duitsland (in het boksen wordt de thuisboksster altijd bevoordeeld als het op punten aankomt, red.), dat is het moeilijkste land ter wereld om te gaan winnen. Niemand van de drie is een onwaardige kampioene, zoals anderen dat soms wel zijn.”
Jef Van Driessche, bokskenner
“Ze hebben nooit de beste tegenstandsters ontweken of tegen neptegenstanders gebokst.”
Als profs
“België is geen groot boksland, zeker tegenover boksnaties als de Verenigde Staten, Zuid-Amerikaanse landen of Engeland”, zegt Somers nog. “Dat wij Belgen daar met drie onze voet kunnen tussen zetten, is sowieso knap. Vergeet ook niet: slechts de happy few kunnen leven van vrouwenboksen. Ze moeten dus leven en trainen als een profboksster, terwijl ze in de strikte zin geen profboksster zijn en daarnaast ook nog moeten werken. Dus is het dubbel straf.”