Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Een geheime tunnel in het Stadspark? Een cowboyverhaal”
Fortengordel 2018 biedt inkijk in 29 historische locaties, maar Antwerpen staat ook vol historische bunkers
Wie dit weekend op pad wil, kan tijdens Fortengordel 2018 gratis 29 historische locaties bezoeken, waaronder natuurlijk de forten rond Antwerpen. Minder bekend is dat er tijdens de Tweede Wereldoorlog in ’t Stad door de Wehrmacht, het Duitse leger, ook heel wat bunkers werden gebouwd.
Aangezien bunkers moeilijk te verwoesten zijn – dat is ook de hele bedoeling – staan er in Antwerpen nog verschillende overeind in alle vormen en formaten, gaande van exemplaren niet groter dan een carport tot het indrukwekkende complex in park Den Brandt.
Daar in Wilrijk is nu het Bunker Museum Antwerpen gevestigd. Dirk Peeters, gids in het museum, vertelt: “Tijdens de Tweede Wereldoorlog was dit de commandopost van de kustverdediging tussen de Franse grens en Zeeland. Deze bunkers, die zelfs door veldmaarschalk Erwin Rommel werden geïnspecteerd, waren een deel van de beroemde Atlantikwall, al hebben ze maar tussen juni 1944 tot vlak voor de bevrijding als zodanig gefunctioneerd.”
Geen goede investering dus? “Voor ons wel, want wij hebben nu een museum”, lacht Peeters. De vereniging doet ook elders opgravingen en verzamelt historische objecten. Zo hebben ze in hun luchtvaartafdeling de motor van een V-2, die decennialang als bloembak fungeerde.
De originele knop
Na de bevrijding werden de bunkers geplunderd, zodat er van het originele interieur niks overbleef. Maar toen het Bunker Museum in 2000 zijn deuren opende, kwam er een verrassing. “We kregen bezoek van een oude mens die zei: ‘Het mocht destijds eigenlijk niet van mijn vader, maar ik heb hier als kind nog iets gestolen. Willen jullie dat misschien hebben?’ En hij stond hier wat later terug met de originele startknop van de verwarmingsinstallatie, een voorloper van airconditioning. Want deze bunkers waren voor die tijd heel modern. Ze hadden zelfs doorspoeltoiletten, terwijl de meeste Antwerpenaren nog hun gevoeg deden op een plank met een gat er in.”
Die schakelaar is het enige originele stuk van de bunker, maar dankzij donaties uit Denemarken, Nederland, Frankrijk en het Belgisch Legermuseum kon het complex in Den Brandt met authentieke elementen worden ingericht, gaande van meubilair tot waterflessen. “Ook uniek is dat onze bunkers de enige zijn waarvan het volledige interieur in de originele kleuren is herschilderd. Opschriften zoals Führer befiehl, wir folgen dir hebben we bewust niet opnieuw gezet, maar voor de rest zou een Duitse soldaat zich hier thuis voelen.” Maar geen tekeningen van naakte vrouwen? “Nee, bij de Duitsers was dat absoluut verboten, al waren jongedames in lingerie wel oké. Maar de meeste muurschilderingen waren nazislogans, nostalgische prenten en toilethumor.”
Omgekeerde deuren
Het valt op dat de deurgaten van de bunkers nogal laag zijn. “Dat heeft te maken met economie. Elke deur is gemaakt van staal, wat in het Derde Rijk relatief zeldzaam was. En dus was efficiëntie belangrijker dan comfort.”
Ze werden neergezet door de Organisation Todt, die zowat alles in bezet Europa bouwde en vooral met dwangarbeiders werkte. “Maar voor bunkers – ingewikkelde constructies van beton en metaal die binnen dertien weken klaar moesten zijn – konden ze geen Joodse of Russische slaven gebruiken. Ze hadden vaklui nodig. Dus als je voor de oorlog in de bouw had gewerkt… Die mensen, onder wie
Tsjechen, Polen en zelfs Spanjaarden, hadden geen keuze, maar ze werden wel vrij goed behandeld. Ze hadden enige bewegingsvrijheid en kregen zelfs een loon.”
Het bouwen van een bunker was dus een haastklus, met alle gevolgen van dien. “Als er bijvoorbeeld een stalen deur werd geleverd met de scharnieren links, terwijl die eigenlijk rechts moesten hangen, dan werd die deur gewoon – inclusief het kijkgaatje – ondersteboven geinstalleerd.”
In de radiokamer staat op het eerste gezicht niks bijzonders: een schakelbord met dertig verbindingen, telefoontoestellen en een bureau, met daarachter een kaart van Antwerpen. Of we niks speciaals zien aan die kaart? Niet echt, al staan er heel wat kroegen op vermeld. “Precies! De Duitsers mochten wanneer ze verlof hadden naar een beperkt aantal cafés in de stad
gaan. En als er alarm werd gegeven, dan kon de telefonist die opbellen om de soldaten te laten weten dat ze zich in Den Brandt moesten melden.”
Schijnvliegveld
Er bevinden zich verschillende andere Duitse bunkers in Antwerpen. Zo staat er in de Klaverbladdreef (Wilrijk) een die uit Star Wars lijkt te komen. “Dat was de commandobunker van het schijnvliegveld Wilrijk”, vertelt Peeters. “De Duitsers waren beducht voor geallieerde bombardementen op het vliegveld van Deurne en dus bouwden ze een nepvliegveld in Wilrijk om hen te misleiden.”
Aan de Stenenbrug staat er nog een Duitse tweepersoonsbunker. “Vroeger waren het er veel meer, maar die zijn afgebroken. Tijdens de aanval op Antwerpen in september 1944 waren ze zelfs niet bemand.”
Die bevrijdingsdagen verliepen relatief vreedzaam. “Aan de commandobunkers in het Stadspark werden een paar uur lang schoten uitgewisseld met de oprukkende geallieerden, maar voor het honderdtal Duitse soldaten was dat eerder voor de show – ze wilden zich eigenlijk maar al te graag overgeven.”
Klopt het gerucht dat er vanuit die bunkers een geheime gang naar een hoofdkwartier aan de Rubenslei liep? “Nee, dat is een cowboyverhaal. Maar als kind zie je na de bevrijding tussen die bunkers loopgraven – want die waren er wel, afgedekt met planken en camouflage – en in een jeugdige fantasie worden dat snel geheime gangen.”
Het Bunker Museum Antwerpen is nog steeds op zoek naar foto’s, informatie enzovoort. Wie hen wil helpen, kan contact opnemen via bunkerboy@skynet.be