Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Yannick Carrasco “Ik luister alleen naar mezelf. En naar mijn vrouw”
Rode Duivel over het WK, de negatieve reacties op zijn transfer en de ware reden voor zijn vertrek naar China
Zo bars zijn coach Bernd Schuster ons ontving, zo vriendelijk maakte Yannick Carrasco (24), nochtans weleens een ‘moeilijke jongen’ genoemd, tijd voor zijn eerste interview sinds zijn veelbesproken transfer naar China. Openhartig vertelt de wingback van de Rode Duivels hoe hij door twijfels werd overmand toen hij op de bank zat bij Atlético Madrid. “Zal de coach mij wel meenemen naar het WK?” En wat hem, bovenop het geld, óók naar China dreef: “Ik wilde hier de eerste jónge buitenlandse topper zijn.”
Afspraak in het imposante The Castle Hotel in Dalian, een ‘provinciestadje’ van 3,5 miljoen inwoners in het noordoosten van China. Het hotel biedt een prachtig uitzicht op de Dalianbaai aan de Gele Zee en de indrukwekkende Changsanbrug, wijst Yannick Carrasco ons aan. De Rode Duivel resideert er met zijn Noémie – in 2013 Miss België, sinds de Champions Leaguefinale van 2016 wereldbekend voor hun gezoen langs de lijn en sinds vorige zomer mevrouw Carrasco – al meer dan twee maanden in een appartement. Het leven zoals het is voor buitenlandse voetbalsterren in de Super League van de volksrepubliek China. En Carrasco ís de ster van het team. Promovendus Dalian Yefan lokte de Belgische flankspeler eind februari weg bij Atlético Madrid met een contract van tien miljoen euro per jaar. Hij tekende meteen voor zes jaar. In ons land steeg weerzin op, televisieanalist en columnist Filip Joos bijvoorbeeld was messcherp. “Een kaakslag voor de voetbalsport. En kaalslag van zijn talent (…) Een voetballer zonder ziel is niks. Is alleen maar zielig”, luidde het.
Op die vele negatieve reacties gaat Carrasco straks in. Want op het moment van zijn transfer had de speler maar één uitleg: hij wilde zijn kansen op het WK vrijwaren. Dat WK zit echt diep, zo blijkt nu nog altijd. “Sinds enkele weken is hier een assistent van kinesist Lieven Maesschalck. Die begeleidt me om de knie waar ik al een paar maanden last van heb sterker te maken. En mij keihard fysiek klaar te stomen voor het WK.” Dát was de hoofdreden voor die ‘kaalslag van zijn talent’. “Mijn twijfels. Zal Martinez mij meenemen? Zal ik basisspeler zijn? Ik speel niet veel meer. Waarop ik redeneerde: Waarom zou Martinez mij niet meenemen als ik wel speel, in welke competitie ook?”
Dat gelijk heeft Carrasco alvast. Hij speelde en doorgaans goed, dus zijn selectie is verzekerd. Hij is nog altijd de eerste keuze voor de linkerflank. Twee weken geleden kwam Roberto Martinez voor de eerste keer op bezoek bij zijn ‘Chinezen’ Witsel en Carrasco. “Ik kon hem maar even spreken. Maar hij was content. Maak maar dat je fysiek honderd procent klaar bent, zei hij vooral.”
Voor die duobaan in Martinez’ systeem: de hele linkerflank. Wingback
heet dat. Waarbij velen vrezen dat Carrasco, een rasaanvaller, tegen de toplanden defensief tekort kan schieten. “Ik moest bij Atlético toch ook veel verdedigen? Het heeft mijn kansen op een basisplaats bij de Rode Duivels verhoogd. Natuurlijk blijf ik aanvallend op mijn best: acties maken, één tegen één. Maar er is al zo veel offensief talent bij de Duivels. En ik heb mijn loopvermogen voor. Ik denk op die positie automatisch ook defensiever, uit schrik verdedigend iets fout te doen.”
Hij voelt er zich al helemaal klaar voor. “En we hebben zeker een ploeg die op het WK iets kan doen”, klinkt het enthousiast.
Dat zal wel, dat ze er iets kunnen doen. Dat kan toch beter, Yannick? Kompany, De Bruyne, Hazard en zopas ook Courtois zeiden het toch ook al: We go all the way. We peuteren wat meer, we zijn tenslotte in China, waar dat mag – iedereen zit er in zijn neus. “Oké, je mag eigenlijk alleen tevreden zijn als je uiteindelijk wint”, geeft ook Carrasco toe. “We waren met Atlético na de finale van de Champions League tegen Real Madrid twee jaar geleden heus niet tevreden, hoor. Dus: neen, ik ben op het WK zelfs niet tevreden met een finaleplaats. Ik wil er winnen. (nadenkend) Je hebt in een tornooi gewoon een minimum aan geluk nodig. Portugal kon op het hele EK maar één match binnen de negentig minuten winnen, maar het werd wel Europees kampioen. We gaan dat geluk misschien niet in de eerste ronde nodig hebben, maar wel tegen landen als Duitsland of Brazilië, die we wellicht treffen in onze kwartfinale. Ik geloof er echt in. De ploeg heeft weer twee jaar meer ervaring, we komen allen op het toppunt van ons kunnen.” En er is nog een groot verschil met het EK van twee jaar geleden. We hoeven niet eens meer te peuteren. “Het zit nu tactisch beter in elkaar.” Soms zegt één zinnetje heel veel.
Overal slapende Chinezen
En hoe zit dat nu met zijn zogenaamd foute keuze? Noémie antwoordde met foto’s op de sociale media van hun romantisch bezoekje aan de Chinese Muur. Het is beter iets één keer echt gezien te hebben dan er 1.000 keer te horen over vertellen.
Haar man omschrijft het zo: “We zijn allebei nog jong. We hebben geen kinderen en passen ons gemakkelijk aan. Ik hoorde zoveel over China en de ontwikkeling van het voetbal hier, ik wilde dit gewoon meemaken en ik wilde de eerste jónge buitenlander zijn die de stap durfde te zetten. Natuurlijk speelde het geld mee, maar in Madrid verdiende ik ook goed. En Atlético is een geweldige club die altijd in mijn hart zal blijven. Maar een moeilijke periode bracht me hier en nu voel ik me gewoon weer goed. Mag dat?”
Dat mag. Straks komen er ijskoude winters aan, maar nu oogt het leven er behalve geel toch best rooskleurig. “Ze hebben andere gewoontes, natuurlijk. Chinezen boeren keihard en leggen zich zomaar overal te slapen. Maar dat is voor hen niet onbeleefd, het is hun cultuur. Wie zijn wij om hen daarop aan te kijken? Ik let er al niet meer op.”
“De taal blijft het grootste probleem, alle woorden lijken op elkaar. Maar de voetbaltaal is universeel, ze begrijpen op het veld wel een beetje Engels. En daarbuiten hebben we voortdurend een tolk ter beschikking en staat iedereen te springen om ons met alles te helpen. We komen ook niet zo vaak buiten het hotel. Als Europeaan val je snel op en als dan één iemand je herkent en een selfie vraagt, wordt iedereen meteen heel fanatiek.”
De Carrasco’s hebben wel wat gezelschap in het hotel. Ook coach Bern Schuster – ex-Atlético ook, met hem praat Carrasco Spaans – en de andere buitenlanders Nicolás Gaitán en José Fonte verblijven er. En tussendoor houdt hij zich ook bezig met een eigen ploegje gamers in de e-sports (professioneel gamen, red.).
“E-sports heeft hier een enorm bereik. We zijn een en ander aan het installeren.”
Lopen en blijven lopen
Al blijft het voetbal zijn corebusiness. Maar wat zijn club betreft, ziet het er minder rooskleurig uit, Dailan Yefan staat na tien matchen voorlaatste, een degradatieplaats. Zijn eerste match, tegen topploeg Shanghai SIPG FC – Carrasco was nauwelijks geland – was pure horror: 8-0. Dan moet hij toch gedacht hebben: Waar ben ik beland?
Hij lacht. “Neen. Echt niet. Ik ben niet iemand die snel denkt: Ik heb een slechte beslissing genomen. Ik weet wat ik waard ben, ik ken mijn karakter en ik weet waar ik wil geraken. In mijn eerste jaar bij de jeugd van Monaco had ik het ook moeilijk, maar toen heb ik ook geen moment gedacht: Ik was beter in Genk gebleven. Ik wist hier ook al snel dat het met die Chinese coach, Ma Lin, niks kón worden. Sinds de komst van Schuster gaat het al stukken beter. We wonnen nog maar één keer, maar hadden al vijf matchen kunnen winnen, we missen ook wat geluk.” “Er wordt vooral veel zwaarder en beter getraind. Onder onze Chinese coach speelden we alleen wedstrijdjes. Het stelde eigenlijk niets voor, in de matchen zat iedereen dood na de eerste helft. Nu train ik meer dan bij Atlético, elke training duurt meer dan twee uur. En er is nu tenminste een spelsysteem. Maar tactisch moeten we nog groeien. Chinezen kunnen voetballen en lopen voor twee, maar je moet ze constant uitleggen hoe te lopen. Ze laten veel meer ruimte dan bij ons, alleen ik word zo kort mogelijk gedekt. Daarom vind ik het toch een moeilijke competitie. Omdat ik hier niet word omgeven door dezelfde kwaliteit, maar toch het verschil moet maken. En het verschil maken én veel moeten lopen, dat is niet evident. Veel trainers zeggen dan: Als je niet loopt, moet je wel scoren!”
Carrasco lacht. Het is voor ons een aangename kennismaking. En toch wordt hij bij de volgers van de Rode Duivels vaak wat ‘hufterig’ genoemd. Zelfbewust, ja, maar arrogant? Ook daar heeft hij nog wat over te zeggen. “Ik had het sinds het EK wat gehad met de Belgische pers. Ik vond jullie daar wel heel negatief. Kunnen we met zijn allen nu eens achter België staan?” Hij kijkt echt uit naar dat WK. Na komend weekend reist hij terug naar België, dan volgt nog een weekje vakantie. “Met ook een paar dagen Madrid. Voor het zonneke en ik moet er nog wat zaken regelen.”
Hij haalt er Noémie bij, voor de foto’s. Vrienden getuigden eerder dat hij haar heeft moeten overhalen voor het Chinese avontuur. “Ach, dat viel mee. Het was geen evidente keuze. Maar ik wilde iets nieuws, een uitdaging. Ik ben gewoon zo.”
Zegt zijn moeder, Carmen ook: Hij
vindt altijd wel zijn weg. Yannick knikt: “Ik kan en zal wel luisteren, Axel (Witsel, red.) bijvoorbeeld vertelde me enkele praktische zaken. Maar finaal luister ik alleen naar mezelf. En naar mijn vrouw.”