Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Jan Decleir & Peter Van den Begin Acteurs, vertellers, bloedbroed­ers

EGMONT VR 25/05 & ZA 26/05 | DE ROMA | BORGERHOUT | WWW.DEROMA.BE, WWW.ANTWERPSYM­PHONYORCHE­STRA.BE

- FOTO RR

Dit jaar is het precies 450 jaar geleden dat graaf Lamoraal van Egmont op de Grote Markt van Brussel werd onthoofd. Geen toeval dus dat Jan Decleir (72) en Peter Van den Begin (53) volgende week dat verhaal brengen, samen met muzikanten van het Antwerp Symphony Orchestra en een koor. Jan Decleir: “Dit was een kantelpunt in de geschieden­is. En een gemiste kans om een groot, modern Europa op te bouwen.”

Als er een oorlog diep weggestopt zit in het collectiev­e geheugen, dan is het de Tachtigjar­ige Oorlog (1568-1648) wel. “Bij mij ook”, vertelt Peter Van den Begin aan de keukentafe­l bij Jan Decleir. “Het zat humaniora-ver weg, maar als ik Jan erover hoor vertellen, dan zijn dat boeiende verhalen.”

Terug naar 1567. Vanuit Spanje heeft Filips II zijn halfzus Margaretha van Parma de opdracht gegeven om de Lage Landen te besturen. Zij laat zich adviseren door drie raadsheren: de graaf van Hoorne, Willem van Oranje en graaf Lamoraal van Egmont. Als het volk onrustig wordt en zich uit protest tegen het Spaanse bewind en tegen de katholieke kerk keert, lopen de spanningen op. Egmont wil de mensen meer vrijheid gunnen om hun geloof te belijden, maar het Spaanse hof wil streng optreden tegen de protestant­en.

Willem van Oranje vlucht, Egmont en Hoorne worden onthoofd in opdracht van de hertog van Alva, die door Filips met een groot leger naar de Lage Landen is gestuurd. Achteraf bekeken is dat het begin van de Tachtigjar­ige Oorlog.

Jan Decleir: “Ik heb mijn humaniora nooit afgemaakt, maar in mijn tijd kreeg ik nog geschieden­isles in het lager onderwijs, bij de Norbertijn­en in Brasschaat. Daar hoorde ik hoe Egmont en Willem van Oranje afscheid namen van elkaar. Vaarwel, prins

zonder land, zei Egmont. Waarop Van Oranje antwoordde: vaarwel, graaf zonder

hoofd. Dat spreekt tot de verbeeldin­g, al is er geen hard bewijs dat het zo gelopen is. Ik vind die uitspraken geweldig, dus voor mij zijn ze echt. En als ze niet zo afscheid hebben genomen, zijn het onnozelaar­s.” Ook Beethoven was al gefascinee­rd door het lot van Egmont. Hij componeerd­e er in 1809-1810 een muziekstuk over nadat Goethe eerder al een theatertek­st had geschreven. Het is die tekst die Brechtje Louwaard (actrice, leerkracht en vrouw van Jan) en Tristan Versteven (acteur, onder andere in

Familie en Gevoel voor Tumor) van het Mechelse gezelschap Het Banket volledig hebben herschreve­n.

Ze selecteerd­en de beste stukken uit Egmont en combineerd­en die met andere werken uit het oeuvre van Beethoven om er zo een theatercon­cert van te maken. Na het succes van Ivan De Verschrikk­elijke van Prokofiev vorig jaar, met Jan Decleir en Stefaan Degand als vertellers, is het de tweede samenwerki­ng met het Antwerp Symphony Orchestra (vroeger DeFilharmo­nie)

Jullie staan vaak samen op filmscènes of in theaterpro­ducties. Is het dan een verademing om nu met z’n tweeën op het podium te staan voor een kleinschal­iger project?

Peter Van den Begin: Klein? Dit is het grootste dat ik al gedaan heb, met 59 muzibeurd

kanten en zestig leden van het Octopus Symfonisch Koor. Voor mij is het nieuw om als verteller op een podium te staan. Ik ben heel benieuwd hoe het zal zijn om zo’n verhaal samen met muzikanten en koorleden te brengen.

Jan Decleir: Met een orkest samenwerke­n is altijd fantastisc­h. Samen repeteren doen we pas volgende week, maar ik kom soms muzikanten in de stad tegen en die spreken mij dan aan over het stuk, dat zij thuis al aan het instuderen zijn. Dat is heel bijzonder. Dirigent Ryan Wiggleswor­th is pianist van opleiding en zal zelf ook pianospele­n.

Jullie zijn allebei echte spelers. Moeten jullie je voor zo’n vertellers­rol dan niet enorm inhouden? Decleir: De muzikanten lezen van blad, dus wij ook. Ik vind dat goed. Dit is een geschieden­is die te boek staat, die gebaseerd is op feiten.

Van den Begin: We zijn allebei vertellers, maar er zitten ook dialogen in. We luisteren naar elkaar en antwoorden daarop. Je gaat altijd op zoek naar iets dat leeft. Het kan alle kanten op gaan.

Wat opvalt in het verhaal is dat het ook door de botsende karakters van de personages komt dat Filips besluit de edelen te onthoofden, en zo dus een vreselijke oorlog uitlokt. Van den Begin:

Dat is nog steeds zo. Als er andere mensen president of minister van een land zijn, loopt de geschieden­is helemaal anders. Deze week zijn er tientallen mensen doodgescho­ten in Gaza. Iemand heeft de opdracht gegeven om met geweld te antwoorden op het protest van de Palestijne­n. Terwijl dat niet was ge- als ze de mensen gewoon hadden laten betogen. Hetzelfde geldt voor de Tachtigjar­ige Oorlog. Die was er niet geweest, of was anders verlopen, als er andere karakters aan de touwtjes hadden getrokken.

Decleir: Het is een muntje dat kantelt. Je ziet het wiebelen en afhankelij­k van de beslissing­en die op dat moment worden genomen, valt het de ene of de andere kant op. Dat gebeurt bij elk gewelddadi­g conflict. Op een bepaald moment wordt de weg van de diplomatie verlaten. Ik wil de parallel naar het heden niet te expliciet trekken en wij nemen nergens een standpunt in, wat Louis Paul Boon in Het Geuzenboek bijvoorbee­ld wel deed, maar het verhaal van Egmont levert wel discussies op die over vandaag zouden kunnen gaan.

In dit soort verhalen gaat het ook altijd over macht. Jullie hebben allebei de rol van Risjaar Drei vertolkt, en ook samen in dat stuk gespeeld. Hoe zit het bij Egmont met de machtsverh­oudingen?

Decleir: Het gaat in de politiek altijd over macht, maar een personage als Risjaar loopt er in Egmont niet rond. Deze figuren leunen veel dichter aan bij de realiteit. Alva schijt in zijn broek voor wat Egmont uitstraalt, hij was een kandidaat voor de macht. Toen Egmont vanuit Gent naar Brussel werd gebracht om te worden onthoofd, werd hij geëscortee­rd door 3.000 mensen. Daar kun je een stad mee innemen. Van den Begin: Egmont bleef lang optimistis­ch, ondanks de spanningen. Hij bleef geloven in de kansen die er waren, tot hij uiteindeli­jk na een overleg bij Alva werd gearrestee­rd en opgesloten in het Gravesteen in Gent. Er werd van alles ondernomen om hem te helpen. Er waren zelfs plannen om Alva te ontvoeren, maar dat wist hij niet.

Je vraagt je af of er over honderd of tweehonder­d jaar ook muziekstuk­ken en theatertek­sten worden geschreven over de politici die nu de wereld besturen. Decleir: De huidige politici zijn alle gezelschap­pen aan het wegbezuini­gen. Als zij fin de carrière zijn, zijn er geen orkesten, schrijvers en acteurs meer over om hun heldendade­n te bezingen.

Figuren als Egmont en Willem van Oranje zijn voor de meeste mensen niet meer dan figuren uit saaie geschieden­isboeken.

Decleir: Niet overal. Ik ben onlangs in Zottegem geweest, waar ik graag kom. Daar ligt in het stadhuis nog een gekliefde nekwervel van Egmont. Er staan twee standbeeld­en van hem en Egmont had er een kasteel waar hij vaak verbleef. Omdat het dit jaar 450 jaar geleden is dat hij werd onthoofd, organisere­n ze er een Egmontrock­festival, een bierfestiv­al, een musical en nog van alles.

Het feit dat Egmont samen met Hoorne onthoofd werd, spreekt tot de verbeeldin­g. Al denken we bij onthoofdin­g nu vooral aan gruwelijke IS-taferelen.

Decleir: Er zijn periodes dat hier serieus werd onthoofd omdat mensen een ander geloof aanhingen. Ik vind het goed om dat nog eens in herinnerin­g te brengen. Nadat Haarlem was gevallen in 1573, zijn er 2.000 soldaten en burgers onthoofd. De beulen

‘‘De huidige politici zijn alle gezelschap­pen aan het wegbezuini­gen. Als zij fin de carrière zijn, zijn er geen orkesten, schrijvers en acteurs meer over om hun heldendade­n te bezingen.”

Jan Decleir en Peter Van den Begin vertellen met 59 muzikanten en 60 koorleden het verhaal van graaf Lamoraal van Egmont

hadden pijnlijke armen van al dat hoofden hakken. Later hebben de Fransen daar dan maar een machine voor uitgevonde­n.

Staan jullie soms stil bij de gevolgen van die Tachtigjar­ige Oorlog?

Decleir: Ja, en vooral bij de gemiste kansen. De bouwstenen voor een groot, welvarend en humaan Europa lagen klaar, maar ze zijn geëindigd op het schavot, op brandstape­ls en in folterkeld­ers; vanwege fanatisme, eigenbelan­g en dwaasheid. Ik kan huilen als ik daaraan denk. De verbrokkel­ing van Europa is toen begonnen. Als je het gebied bekijkt waar Egmont baas over was, dan gaat dat over stukken Nederland, België en Frankrijk. Kijk naar het hele gebied dat Keizer Karel bestuurde en we zouden hier in het grootste land van Europa leven. Dan hadden we ook een ander loon getrokken, Peter.

Ondertusse­n klinkt het deuntje van de ijskar door het huis. Jan Decleir springt op, Brechtje sleept ijsjes aan en de fotograaf neemt de acteurs mee naar buiten voor de fotosessie. Als twee kinderen op vakantie poseren ze met hun ijsje. Alsof ze een Oscar in hun handen hebben. Niet dat het is afgesproke­n, ze voelen elkaar feilloos aan.

Ik heb het eens opgezocht: in 1988 speelden jullie samen in De Meeuw van Tsjechov, en sindsdien hebben jullie heel veel samen gedaan. Dertig jaar al, dan ken je elkaar door en door.

Decleir: Het voelt alsof we elkaar altijd al gekend hebben. Die warmte, dat engagement: dat is ook zichtbaar op het podium, dat kan niet anders. Met Peter heb ik weer een broertje. (Decleirs broer Dirk stierf in 1974 op zijn 32ste door een auto-ongeval, red.)

Van den Begin: Dat gevoel is heel wederzijds, het is moeilijk te beschrijve­n.

Is het gemakkelij­ker samenwerke­n als vrienden, als theaterbro­ers, of is het juist moeilijker om kritiek te leveren op elkaar?

Decleir: De afspraak is: alles zeggen. Maar dat gaat eigenlijk heel organisch. Van den Begin: Dat is zo. Dit najaar hernemen we Risjaar Drei, en er komt ook een project voor HetPaleis met die ploeg en de leerlingen van de balletscho­ol. We gaan elkaar dus veel zien de komende tijd. Decleir: Alleen zonde dat Egmont maar twee keer geprogramm­eerd staat.

Wat waarderen jullie aan elkaar?

Van den Begin: De vanzelfspr­ekendheid, de rust, het plezier om samen te spelen.

Decleir: Peter is heel sexy. Dat is geen grap, ik meen dat. Hij is een heel tactiele man met grijpgrage handen. Hij pakt me veel vast.

Van den Begin: Bij Jan kan dat. Ik pak niemand zo veel vast als Jan. MagnetenJa­n.

En dat in #MeToo-tijden.

Decleir: Dan hebben we tenminste elkaar nog.

Van den Begin: En als je het toch beu bent Jan, dan is nu het moment om het te zeggen. (Jan zwijgt)

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ?? Tristan Versteven en Brechtje Louwaard van Het Banket, met (een deel van) het achterdoek geschilder­d door Tom Liekens.
Tristan Versteven en Brechtje Louwaard van Het Banket, met (een deel van) het achterdoek geschilder­d door Tom Liekens.
 ?? FOTO FREDERIK BEYENS ?? Peter Van den Begin en Jan Decleir staan al sinds 1988 geregeld samen op het podium. “Het voelt alsof we elkaar altijd al gekend hebben.”
FOTO FREDERIK BEYENS Peter Van den Begin en Jan Decleir staan al sinds 1988 geregeld samen op het podium. “Het voelt alsof we elkaar altijd al gekend hebben.”

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium