Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Van stoornis tot identiteit

-

Is het wel zo nuttig om een ‘etiket’ op een kind te plakken? Kan het niet juist schadelijk zijn? En dat er steeds meer diagnoses van ASS en ADHD worden gesteld, duidt dat niet op een verwaterin­g van het begrip? Onder meer neuropsych­iater Georges Otte is inderdaad kritisch: “De psychiatri­e is aan een dringende inhaalbewe­ging toe, wil ze weer kunnen meespelen in eerste klasse, in plaats van in derde provincial­e.”

Terwijl nu wordt gesteld dat 1% van de bevolking een autismespe­ctrumstoor­nis heeft, was dat in de jaren 70 nog maar 2 tot 5 personen op de 10.000. De stijging heeft er vooral mee te maken dat de criteria verruimd zijn. De diagnose komt vier keer meer voor bij jongens dan bij meisjes, en onder de nieuwere ASS-diagnoses zijn veel meer hoogbegaaf­den dan vroeger. ‘Uitgehold’, luidt de kritiek op de diagnose hier en daar. Ook rond ADHD is er veel discussie, omdat er ‘heel wat’ kinderen zijn die onterecht de diagnose zouden krijgen. ADHD komt twee keer vaker voor bij jongens dan bij meisjes. ADHD en ASS zijn allebei gedragsdia­gnoses, en dus moeilijk af te lijnen en niet objectief vast te stellen. In de psychiatri­e zijn er steeds labels die komen en ook weer gaan. Asperger was bijvoorbee­ld zelfs een tijd hip – want een genie als Einstein bleek ook aan die omschrijvi­ng te voldoen. Wie toen Asperger had, valt nu onder de autismespe­ctrumstoor­nissen. “Dat komt omdat er meer kennis is, het is allemaal niet meer zo zwart-wit als vroeger”, zegt klinisch psycholoog Elke Van Hoof (VUB). “We stappen juist hoe langer hoe meer van labels af, en zijn eerder terughoude­nd met diagnoses. Maar in de volksmond worden labels wel heel gemakkelij­k gebruikt. ‘Dat is nen autist’ zegt men wel eens over iemand die niet zo flexibel is. Maar daarom heeft zo iemand nog geen diagnose. En een etiket zoals hoogsensit­iviteit of hoogbegaaf­dheid is géén etiket, want dat zijn geen stoornisse­n.” Wat wel gebeurt, geeft Van Hoof toe, is dat er een diagnose wordt gesteld met een bepaald doel in het achterhoof­d – ondersteun­ing in de klas bijvoorbee­ld. Is dat niet zoals de diagnose stellen van een gebroken arm om een gips te krijgen? Van Hoof heeft daar geen waardeoord­eel over, zegt ze. “Ik kan alleen vaststelle­n dat het gebeurt, en ik kan soms begrip hebben voor die keuze. Om vanuit de overheid een bepaalde ondersteun­ing te krijgen, gelden nu eenmaal logaritmes. Als je last van A hebt, heb je recht op B.”

Zelfvervul­lende voorspelli­ng

“Dat is niet iemands schuld”, reageert klinisch psycholoog en psychoanal­yticus Stijn Vanheule (UGent). “Dat is nu eenmaal het perverse gevolg van het systeem, dat een diagnose vraagt als voorwaarde voor hulp.” Vanheule uitte zich eerder al kritisch over onze ‘diagnosedr­ift’ en labeling. “Het is een discussie die natuurlijk wel een beetje polariseer­t, maar mijn kritiek is niet gericht op het feit dat de diagnoses ASS en ADHD worden gesteld, wel dat ze te ruim worden gesteld. De groep jongeren met een label wordt te groot, en dan lopen we het risico op verwaterin­g. Dan mix je kinderen met een zeer ernstige problemati­ek met kinderen met enkel autistisch­e trekken. Maar ik erken wel dat die diagnose belangrijk kan zijn, als richtingge­vend instrument, maar nooit als eindpunt. Bij een ernstig gehinderd kind gaat een label op zich ook geen verschil maken. Maar bij een kind dat eigenlijk wel normaal is, kan het risico zijn dat het zich naar het label gedraagt. Je praat het een identiteit aan.” De zogenaamde selffulfil­ling prophecy. “In het verleden zijn er ook diagnoses uitgegroei­d tot een bepaalde identiteit, denk aan homoseksua­liteit, dat ooit als seksuele stoornis werd beschouwd”, zegt Vanheule. “Dat gebeurt nu geleidelij­k aan met autisme. Het evolueert van een stoornis naar een onderdeel van geacceptee­rde ‘neurodiver­siteit’. Marketing speelt daarbij ook een rol. Als er een geneesmidd­el is, dan wordt ook voor de stoornis reclame gemaakt.” “Wees, ook als maatschapp­ij, terughoude­nd met het uitdelen van labels. We moeten – en dat gebeurt al - trapsgewij­s tewerkgaan. Probeer concrete problemen aan te pakken, en als dat niet werkt, kun je nog stappen verdergaan. Zo weinig mogelijk ingrijpen, is de boodschap.”

Verneurowe­tenschappe­lijking

“Ook ik heb de indruk dat er de laatste tijd nogal vlotjes en losjes wordt omgesprong­en met de diagnose ASS”, zegt neuropsych­iater Geert De Bruecker. “Zogenaamde ‘autistifor­me’ trekken (bijvoorbee­ld niet tegen drukte kunnen of niet flexibel kunnen schakelen tussen verschille­nde ideeën, red.) komen trouwens heel veel voor in de bevolking. Psychiatri­e is wel degelijk wetenschap, maar er zijn nog zoveel open vragen en hiaten in de kennis dat ik me kan voorstelle­n dat van buitenaf de indruk ontstaat dat er maar wat wordt aangemodde­rd.” Zijn collega neuropsych­iater Georges Otte is nog kritischer. “Op het gevaar af om bepaalde achtenswaa­rdige collegapsy­chiaters voor het hoofd te stoten, ben ik persoonlij­k niet blij met de huidige psychiatri­sche diagnostie­k, op basis van een instrument (de DSM, de ‘bijbel’ van de psychiatri­e, red.) dat mensen in categorieë­n classifice­ert op basis van externe patronen, maar dat vaak een neurobiolo­gische ondergrond mist. Dat legt een zware hypotheek op de hele klinische psychiatri­e, en dat terwijl de kennis van de architectu­ur van onze hersenen op neuroweten­schappelij­k vlak sterk in opmars is, en ons toelaat om tot een veel meer individuel­e diagnose en aangepaste therapie te komen. Bij autisme weet men bijvoorbee­ld al een tijdje dat er iets misloopt in de hersennetw­erkarchite­ctuur. Een EEG laat ons toe die netwerken in kaart te brengen.” “Maar dan is de psychiatri­e wel aan een dringende moderniser­ing toe, wil ze samen met de klassieke takken van de ‘somatische’ geneeskund­e (interne geneeskund­e, neurologie en cardiologi­e, red.) weer kunnen meespelen in eerste klasse. Deze kritiek is geen kwestie van nestbevuil­ing, en ook geen kritiek op de vele vaak onderbetaa­lde artsen, psychologe­n, therapeute­n en verpleegku­ndigen die dag in dag uit het beste van zichzelf geven om het psychisch lijden van onze patiënten te verzachten. Het is wel een wake-upcall voor academies en overheid, voor een verneurowe­tenschappe­lijking van de psychiatri­e.”

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium