Gazet van Antwerpen Stad en Rand

20 jaar Vos en Haas

VOS EN HAAS FEESTBOEK SYLVIA VANDEN HEEDE & THÉ TJONG-KHING | LANNOO | 32P

- EVA DE POORTER

Begin tegen prille twintigers over Vos en Haas, en veel kans dat hun ogen gaan blinken van jeugdsenti­ment. In 1998 verscheen het eerste boek in de populaire reeks voor eerste lezertjes. In haar stoutste dromen had Sylvia Vanden Heede (56) niet durven hopen dat haar figuurtjes twintig jaar later nog altijd zo populair zouden zijn. Liefst 650.000 exemplaren zijn er bij ons intussen van verkocht. “Ze zijn zelfs meer aanwezig dan Donald Duck.” Het was bedoeld als een tussendoor­tje, dat eerste Vos en Haas-boek in 1998. Sylvia Vanden Heede schreef al meer dan tien jaar tienerroma­ns, toen het met haar nieuwste manuscript maar niet wilde vlotten. “Mijn uitgever vroeg me toen of ik geen boek wilde maken voor beginnende lezers, zodat ik mijn gedachten even kon verzetten”, vertelt ze. En zo werden Vos en Haas geboren. Van dat eerste tussendoor­tje zijn in het Nederlands­e taalgebied alleen al meer dan 100.000 exemplaren verkocht. Nochtans werd haar plan destijds ont- haald op behoorlijk wat scepsis. Want Vanden Heede wou voor de jongste lezertjes een dik boek schrijven. “Hoe dacht ik dat klaar te spelen, vroegen ze me. Een dik boek met alleen maar woordjes voor het allermakke­lijkste leesniveau? Op dat niveau heb je toch amper woordjes?” Ze herinnert zich nog levendig de twijfel bij de uitgeverij. “Toen stelde ik voor een groeiboek te maken. Ik zou beginnen met eenvoudige woordjes, maar geleidelij­k zou ik de moeilijkhe­idsgraad verhogen, zonder dat het kind dat door had. Het eerste hoofdstuk was dus zeer eenvoudig, maar al in hoofdstuk twee kwamen de tweeklanke­n ‘oe’, ‘ou’ en ‘ie’ erbij.”

Waarom geen konijn of kameel?

Ook toen het boek van de persen was gerold, twijfelden sommige boekhandel­aars nog. “Eentje gaf me toen onbehouwen commentaar: dat het nooit zou verkopen, omdat lezers een eenduidig leesniveau vragen. Heeft die man ongelijk gekregen...” Altijd is Vanden Heede trouw gebleven aan haar twee hoofdfigur­en: Vos en Haas, die samen in het bos wonen en er dolle avonturen beleven. Maar waarom bijvoorbee­ld geen konijn of een kameel? “Ik dacht eerst aan Vos en Konijn, twee dieren die werkelijk in het bos leven, terwijl een haas een velddier is”, zegt ze. “Maar ‘konijn’ is een te moeilijk woord: het bestaat uit twee lettergrep­en.” Te moeilijk dus voor kinderen die starten met woorden van één lettergree­p. Net zo belangrijk als het verhaal zijn de tekeningen van de Nederlands­e illustrato­r Thé Tjong-Khing, bijna 85 inmiddels. Zonder hem geen Vos en Haas. “Toen ik de verhalen schreef, zaten die figuren alleen maar in mijn hoofd”, vertelt Vanden Heede. “Zodra hij ze getekend had, werden ze pas echt Vos en Haas. Daarmee heeft hij een groot deel bijgedrage­n aan het karakter van alle personages. Hij is de papa van Vos en Haas. Wanneer hij stopt, is de kans dat ik doorga zeer klein.” Het duo en alle nevenperso­nages zijn intussen zo populair dat zelfs scholen en kinderdagv­erblijven ernaar worden genoemd. “Ze zijn echt overal”, zegt Vanden Heede. “Ze zijn zelfs meer aanwezig dan Donald Duck.”

 ??  ?? THUIS
THUIS
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium