Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Antwerpen moet de lucht in, ook in de binnenstad
Wie in Antwerpen hoger dan vijftig meter wil bouwen, moet voortaan niet meer langs allerlei adviesraden. Er zal vooral rekening gehouden worden met de hoogte van de gebouwen in de omgeving. “Maar dat betekent niet dat hoogbouw makkelijker wordt”, waarschuwt burgemeester Bart De Wever.
“De huidige hoogbouwnota is te arbitrair en wordt vervangen door het principe van dissonante harmonie”, zegt burgemeester Bart De Wever (N-VA), die sinds enkele weken ook de bevoegdheid Stadsontwikkeling onder zijn vleugels heeft. “In het verleden zag je dat projectontwikkelaars soms bewust een gebouw van 45 meter indienden. Op die manier konden ze aan de strengere procedures ontsnappen, terwijl op die locatie misschien beter een gebouw van dertig meter had ge- staan omdat dat meer in harmonie was met de omgeving.” Voortaan zullen afwijkende, dissonante gebouwen altijd strenger beoordeeld worden. Projecten worden geëvalueerd door de stadsbouwmeester in overleg met de Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening (Gecoro) en de welstandscommissie. Die moeten dan het college adviseren over het ingediende project.
Ook omgekeerd
De regeling werkt ook in de omgekeerde richting. Nu wordt eerder terughoudend gereageerd op bouwprojecten die hoger zijn dan vijftig meter. Dergelijke ontwerpen worden strenger beoordeeld dan hoogbouw die minder dan vijftig meter hoog is. “Maar ook dat verandert”, zegt De Wever. “De principes worden hetzelfde, ongeacht de hoogte van het gebouw. Ook hier zullen we kijken of de voorgestelde hoogbouw past in de omgeving en of die geen negatieve invloed heeft op zaken zoals het openbaar domein en mobiliteit.”
Visie stadsbouwmeester
De nieuwe visie op hoogbouw, waarvoor de Bouwcode wordt aangepast, zat er al een tijdje aan te komen. Vorig jaar stelde de Antwerpse stadsbouwmeester Christian Rapp zijn beleidsnota voor. Daarin hield hij een warm pleidooi voor meer hoogbouw in de stad. Antwerpen omschrijft hij als een mengeling van dorpse, stedelijke en metropolitane elementen.
De harmonieregel die tot nu toe in Antwerpen wordt gehanteerd – nieuwe projecten horen zich te houden aan de hoogte van de andere gebouwen in de omgeving – vindt geen bijval bij de stadsbouwmeester. In de aangepaste Bouwcode wordt het begrip harmonieregel breder geïnterpre-
teerd. Er hoeft dus niet noodzakelijk reeds hoogbouw aanwezig te zijn om nieuwe hoogbouw toe te laten.
Academische onzin
Nog een probleem volgens Rapp is dat de binnenstad één grote rode vlek is waar geen hoogbouw mag komen. “Er wordt geschermd met het argument dat de kathedraal, de Boerentoren en de Oudaan Unesco-werelderfgoed zijn. Dat is academische onzin. In de binnenstad mag niets, maar daarbuiten alles. Dat is toch echt te gek voor woorden.”
Bart De Wever volgt zijn stadsbouwmeester daarin. “Uiteraard is het niet de bedoeling om de hele binnenstad vol met torens te zetten. Maar ik ben het eens met hem dat er nog ruimte is voor hoogbouw. Opnieuw zal vooral de plek en de kwaliteit van het project van doorslaggevende aard zijn.” Met de binnenstad bedoelt de burgemeester het gebied binnen de Spaanse omwalling, waar tegenwoordig de leien liggen. Dus ook de omgeving van het Eilandje, Park Spoor Noord en delen van de Scheldekaaien. Hoogbouw rondom de Grote Markt is niet wat dit stadsbestuur voor ogen heeft. “Binnen de Spaanse omwalling is er relatief weinig plaats over. Als we dat gebied economisch leefbaar willen houden, zullen we weinig anders kunnen dan op goed geselecteerde plaatsen de hoogte ingaan.” Volgens de meest recente prognoses stijgt de Antwerpse bevolking tegen 2030 naar 550.000 mensen. “En het zou nog meer kunnen zijn. Als we ervoor willen zorgen dat al die mensen voldoende ruimte en groen hebben om in te leven, dan zullen we onze schaarse vrije bouwgrond verstandig moeten gebruiken.”