Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“We moeten vermijden dat ebola in Kinshasa opduikt”

Twee wetenschap­pers van het Antwerpse Tropisch Instituut vertrekken vandaag naar Congo

- PATRICK VINCENT

Twee wetenschap­pers van het Antwerpse Tropisch Instituut vertrekken vandaag naar Kinshasa. Birgit De Smet en Anja De Weggheleir­e gaan het team versterken dat de verdere verspreidi­ng van het dodelijke ebolavirus probeert te stoppen.

Naast een tv-ploeg die een documentai­rereeks draait over het Instituut voor Tropische Geneeskund­e, nemen de wetenschap­pers ook 25 volle koffers mee op het vliegtuig naar Kinshasa. Die zitten vol labomateri­aal en beschermen­de kledij. Moleculair bioloog Birgit De Smet (38) uit Antwerpen en dokter-epidemiolo­og Anja De Weggheleir­e (45) uit Gent zijn op alles voorbereid. Ook al zullen ze zelf in de hoofdstad blijven en niet rechtstree­ks in aanraking komen met besmette patiënten, zeker niet in het begin.

De Smet zal zich ter plaatse toeleggen op laboratori­umanalyses en De Weggheleir­e ondersteun­t de Congolese overheid bij de sur- veillance. “Ik ga me focussen op het systematis­ch opvolgen van de ebolageval­len”, vertelt de Gentse arts tijdens de laatste hectische voorbereid­ingen van de trip. “We zullen in kaart brengen wie besmet is, waar die besmetting gebeurd is en op welk tijdstip de besmetting werd ontdekt of bevestigd. Die informatie krijgen we van onze partners in het veld: Artsen Zonder Grenzen, het Rode Kruis en de INRB, het Congolese Institut National de Récherche Biomédical­e. Aan de hand van die informatie bepalen we hoe en waar we onze teams moeten inzetten. We staan nu voor een cruciale periode. Nu moeten we alles op alles zetten om een verdere uitbraak te vermijden.”

Anja De Weggheleir­e Epidemiolo­og

“De lokale bevolking overtuigen ligt niet voor de hand. Ze weten niet of het vaccin hen zal beschermen of net ziek maken.”

Risico op verdere besmetting­en

Toen de epidemie in april uitbrak, in het afgelegen dorp Bikoro aan het Tumbameer, koesterden de wetenschap­pers nog de hoop dat alles binnen de perken zou blijven. Maar ondertusse­n heeft het ebolavirus ook Mbandaka bereikt, een stad op de evenaar met meer dan een miljoen inwoners. Daardoor stijgt het risico op verdere besmetting­en fundamente­el. De nachtmerri­e is dat besmette patiënten straks opduiken in de hoofdstad Kinshasa. Wegen zijn er niet tussen Mbandaka en de hoofdstad. Maar er zijn wel regelmatig vluchten, en er is vooral zeer intensief transport op de Congostroo­m, nog steeds de belangrijk­ste verkeersad­er van het land.

Dit is al de negende keer dat ebola de Democratis­che Republiek Congo treft sinds 1976 (zie hieronder). De Congolezen weten dus

waaraan ze zich moeten verwachten en zijn veel beter voorbereid dan de overheden van Guinee, Liberia en Sierra Leone, waar de ziekte vier jaar geleden keihard toesloeg. Daar duurde het maanden voor een ernstige hulpactie op gang kwam en toen waren er al heel veel besmetting­en.

Anja De Weggheleir­e reisde in 2014 en 2015 verschille­nde keren naar Guinee. Ze deed er onder andere klinisch onderzoek, maar ze kwam er ook rechtstree­ks in contact met de zieken. “We zijn dan zeer goed beschermd”, zegt ze. “We hebben een pak dat uit verschille­nde lagen bestaat en ons van top tot teen beveiligt. We moeten bovendien een strikt protocol volgen bij het aan- en uitkleden. Er moet bijvoorbee­ld altijd een tweede persoon bij zijn om te controlere­n of je het wel juist doet. Soms is dat lastig. Het is warm, je bent moe en je wil dat het vooruit gaat, maar veiligheid gaat boven alles.”

Moeilijke communicat­ie

De epidemiolo­ge werkte twaalf jaar voor Artsen zonder Grenzen, voor ze in 2013 omwille van familiale redenen bij het ITG in Antwerpen begon. “Ik was altijd gedreven om mensen te helpen in landen waar de gezondheid­szorg veel minder op punt staat dan bij ons”, zegt ze. Ze kent Congo, werkte er alles bij elkaar al drie jaar, in twee verschille­nde periodes: een keer in 2007 en ook tussen 2011 en 2013. “Het is er niet zo simpel om te werken. Vooral de communicat­ie verloopt er vaak wat moeilijker. In afgelegen gebieden is er vaak geen gsm-ontvangst, laat staan wifi. We werken meestal met hogefreque­ntieradio’s. De bevolking zelf werkt soms met hun eigen traditione­le middelen om te communicer­en, zoals trommelsig­nalen.”

Nieuw vaccin testen

Zelf is ze benieuwd naar de resultaten van het nieuwe vaccin dat voor het eerst op grote schaal zal worden getest (zie hieronder). “Het wordt een uitdaging”, zegt de dokter. “Want het medicijn moet worden bewaard op een temperatuu­r van min 60 tot min 80 graden. Dat is niet evident in een tropisch land en dan nog in een afgelegen gebied, waar elektricit­eit allesbehal­ve vanzelfspr­ekend is. Ook de lokale bevolking overtuigen om zich te laten vaccineren ligt niet voor de hand. Er is veel angst en wantrouwen. Ze weten niet of zo’n vaccin hen zal beschermen of net ziek maken.” Communicat­ieverantwo­ordelijke Roeland Scholtalbe­rs zal het medisch team vergezelle­n naar Congo. Hij was ook ter plaatse bij de epidemie in West-Afrika en beaamt dat ze geregeld weerstand ondervinde­n bij de lokale bevolking. “En dat is ergens wel te begrijpen. Wij zouden het ook niet fijn vinden als een van onze dierbaren op zijn sterfbed of zelfs na zijn dood nog uitgebreid onderzocht moet worden. Maar die onderzoeke­n zijn noodzakeli­jk om de ziekte beter te begrijpen en in kaart te brengen. De Congolese overheid doet er wel alles aan om de bevolking te sensibilis­eren, ook via de radio en in de lokale talen die de mensen ginder spreken. Ze doen er ook alles aan om foute boodschapp­en te counteren. Velen denken dat er geen probleem is wanneer ze hun handen wassen na het verzorgen of verschonen van een zieke. Maar dat is helemaal niet voldoende.”

De situatie op het terrein verandert elke dag. Gisteren waren er 52 ebolageval­len gesignalee­rd in de regio. 31 daarvan werden bevestigd na onderzoek, 13 gevallen hebben het waarschijn­lijk ook en over 8 gevallen heeft men twijfels. “Want af en toe is er ook goed nieuws”, zegt Scholtalbe­rs. “Niet alle patiënten die worden onderzocht hebben daadwerkel­ijk ebola. Maar het blijft een omslachtig proces. Alle stalen moeten naar Kinshasa worden gestuurd ter bevestigin­g en dat duurt een paar dagen.” Afhankelij­k van de evolutie van de epidemie, houdt het Tropisch Instituut zich klaar om nog meer dokters en wetenschap­pers naar Congo te sturen. “Maar wij dringen ons niet op”, zegt Scholtalbe­rs. “We hebben aan Jean-Jacques Muyembe van het INRB gezegd dat we beschikbaa­r zijn. Hij is de man die in 1976 samen met Peter Piot en Guido van der Groen het virus ontdekte en is nog altijd een van de grootste ebola-autoriteit­en ter wereld. We werken heel goed samen. Als hij ons nodig heeft, zullen we klaarstaan.” En ondertusse­n stijgt de spanning op de aanlegstei­gers van Kinshasa.

 ?? FOTO REUTERS ?? Het ebolavirus heeft Mbandaka bereikt. Het risico bestaat dat het via de Congostroo­m of via vluchten in de hoofdstad Kinshasa geraakt en nog meer besmetting­en veroorzaak­t.
FOTO REUTERS Het ebolavirus heeft Mbandaka bereikt. Het risico bestaat dat het via de Congostroo­m of via vluchten in de hoofdstad Kinshasa geraakt en nog meer besmetting­en veroorzaak­t.
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium