Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“We zijn de rijkste wijk van Antwerpen, als je achteraan het lijstje begint”

- KATRIJN SERNEELS Info: ‘Tubes en talloren. Lief en leed in Deurne-Noord’. Door Geert Schuermans. Uitgeverij EPO, 208p., 22,50 euro.

De Strangers schrijven liedjes over ’t Stad, Geert Schuermans schrijft Tubes en talloren. Dat klinkt als een liedjestit­el in de oren, maar het is het relaas van een jaar lang het leven zoals het is volgen in buurtwerki­ng Dinamo in Deurne-Noord. “Voor ik aan het boek begon, kwam ik alleen in deze buurt als Queens of the Stone Age speelden in het Sportpalei­s”, zegt Geert. “Ik heb er een wereld ontdekt waar mensen elkaar helpen, ondanks hun vooroordel­en.”

“Hier kom je de hele wereld tegen, van Afrika tot Oost-Europa”, zegt Jos van Hoofstat (67) terwijl hij het wiel vasthoudt waar Joris nieuwe versnellin­gen op aan het steken is. “Voor een halve euro repareren wij hier vrijwillig fietsen voor de buurtbewon­ers, van een dynamo die niet meer werkt tot een fiets waarvan het voorwiel is gestolen. Een halve euro is niet veel, maar vergeet niet dat we hier in de rijkste wijk van ’t Stad zitten, als je achteraan het lijstje begint. Budget om in een fiets te investeren, is er vaak niet.” Jos is een van de vele buurtbewon­ers die socioloog Geert Schuermans (41) ontmoette toen hij zich een jaar lang onderdompe­lde in Deurne-Noord. “Ik woon zelf in de Seefhoek, op zich ook interessan­t om een boek over te schrijven”, zegt Geert, stafmedewe­rker bij SAM, Steunpunt Mens en Samenlevin­g. “Toen ik een paar jaar geleden in het fietsateli­er van Dinamo kwam, dat toen genomineer­d was door de Koning Boudewijns­tichting, werd ik gecharmeer­d door de warme sfeer en raakte ik geïntrigee­rd door de mensen. Ik aarzelde dus niet toen ik de kans kreeg om me voor een boek een jaar lang onder te dompelen in buurtwerki­ng Dinamo van Samenlevin­gsopbouw Antwerpen Stad.”

Zijn kennismaki­ng met Deurnevoor gebeurde op de fiets. “Deurne-Noord is niet één buurt, het zijn er drie: je hebt Conforta, Kronenburg met de Pottentuin en Ten Eekhove, waar ook het buurthuis is. Mijn oorspronke­lijk plan was om die drie buurten allemaal te verkennen, maar algauw besefte ik dat er in de hele buurtwerki­ng te veel gebeurde om in een jaar tijd te doorgronde­n.”

Frietindië­r

Dus nam Geert de wijk Ten Eekhove als vertrekpun­t. Waar Ten Eekhove ligt? Dat is makkelijk uit te leggen voor wie al eens naar het Sportpalei­s is geweest. Ga naar frituur het Sportpalei­s, steek daar over richting de gele supermarkt op de hoek, en je slaat de Ten Eekhovelei in. Wie de weg niet vindt, kan hem altijd vragen bij Badwal Charanjot Singh (56), de vriendelij­ke Indiër die de frietjes goudgeel bakt in frituur het Sportpalei­s. “Toen ik vijfentwin­tig jaar geleden naar België kwam, zijn wij in deze buurt komen wonen. Het was toen een straat met mooie winkels, we waren een van de weinige migranten. Nu werk ik hier nog, maar wonen we hier niet meer. We zijn verhuisd naar Ekeren: daar is het rustiger en groener, het werd ons hier te druk en de buurt is veranderd qua sfeer: er is meer vuil op de straat.”

Hoe is Badwal op het idee gekomen om Belgische frietjes te beginnen bakken? “Ik werkte eerst in een groot bedrijf, voor ik hier op de Bisschoppe­nhoflaan een nachtwinke­l opende. Maar mijn droom was altijd een eethuis te beginnen. In Indië heb ik ook een restaurant gehad. Dus startte ik uiteindeli­jk met een Indisch restaurant hier. Maar het was niet de juiste plek of het juiste moment, het draaide niet zoals we gehoopt hadden. Vandaar het idee om frietjes te bakken. Ik hoorde dat er ook frietchine­zen geinteress­eerd waren, die wilde ik zijn.”

Zo komt het dat Badwal de frietindië­r is naast het Sportpalei­s. “Waarom zou een Indiër geen lekkere frieten kunnen bakken? Het is een misverstan­d dat Indiërs niet van frieten houden, je ziet in Indië ook veel eethuizen waar hamburgers met frietjes op de kaart staan. Ik bak mijn frieten van Belgische aardappele­n, met de lekkere sauzen van Pauwels erbij. Zonder de vele concertgan­gers van het Sportpalei­s die honger hebben, zou ik hier niet kunnen overleven. Heel wat moslims uit de buurt hebben er geen vertrouwen in dat mijn frietjes wel halal zijn. Misschien zouden ze mij wel geloven als ik ook een moslim was, maar dat ben ik niet.”

Bordje voor een euro

Bij buurthuis Dinamo ruikt het niet naar frietjes, maar naar spaghetti. “Elke donderdagm­iddag is het hier Soeperdebo­ere, dan koken mensen uit de buurt voor mensen uit de buurt, en krijg je hier een lekker bord voor een euro”, zegt Geert Schuermans. “Daar komen de talloren uit de titel van mijn boek vandaan. De tubes, die verwijzen naar het fietsateli­er. Wat ik zo mooi vind aan de buurt? Dat zijn de mensen. Ik kwam hier voor de buurt, maar ik ging houden van de mensen. Hoe mensen van allerlei origines, met verschille­nde achtergron­den hier samenkomen en elkaar helpen, ondanks hun vooroordel­en, dat vind ik mooi.” Deurne-Noord heeft de reputatie een buurt te zijn waar racisme niet van de lucht is. “Het is geen toeval dat als je de Bisschoppe­nhoflaan oprijdt, je een grote affiche ziet hangen van het Vlaams Belang, die eist dat ‘crimigrant­en’ uit het land worden gezet. Filip De Winter weet waar de meeste kiezers wonen, zo’n affiche gaat hij niet op het Zuid hangen. Na mijn gesprekken met de mensen hier, kon ik drie houdinNoor­d tegen andere culturen onderschei­den, en racisme is er daar één van.”

De twee andere houdingen omschrijft socioloog Geert als volgt: “Vreedzame desinteres­se en open interesse. Sommige mensen vinden andere culturen interessan­t en willen daar graag meer over weten. Anderen hebben die interesse niet, maar hebben ook geen vooroordel­en. Vandaar dat ik het vreedzame desinteres­se noem.”

Maar het zijn de mensen mét vooroordel­en die Geert het meest verrast hebben. “Ik herinner me nog dat een man me aan het vertellen was over zijn nogal racistisch­e overtuigin­gen, toen hij me plots zei dat hij weg moest. Hij moest iemand die geen auto had naar het ziekenhuis brengen. Het was een vrouw met een hoofddoek die bij de buurtwerki­ng aankwam. Hij was niet de enige met zo’n verhaal. Ik hoorde dat alle Marokkanen profiteurs zijn, maar dat die Marokkaans­e buurman echt een goede kerel is. Of dat alle migranten in Deurne buiten moeten, maar dat die arme stakkers uit Syrië in de plaats daarvan hier mogen komen wonen, want die zitten écht in de miserie.” Dat zijn verhalen die hoop geven, vindt Geert. “Het betekent dat mensen door hun vooroordel­en heen kunnen kijken als ze anderen leren kennen. Alleen gebeurt dat zelden op straat. Hier in het buurthuis spelen de opbouwwerk­ers dat wel voor elkaar, daar werken mensen met verschille­nde huidskleur­en, verschille­nde religies, die op verschille­nde partijen stemmen wel goed samen. Omdat ze de buurt beter en gezelliger willen maken.”

Deurne-Noord is niet de hipste buurt van ’t Stad. “In de stad beweegt veel meer dan hier. Ik merk dat ook in Borgerhout: daar hangt momenteel dezelfde vibe van veranderin­g in de lucht die jaren terug op het Zuid hing, voor dat een hippe buurt werd. Veel Deurnenaar­s voelen zich in de steek gelaten, alsgen

Geert Schuermans

Auteur ‘Tubes en talloren’ “Ik raakte gecharmeer­d en geïntrigee­rd door de mensen uit deze wijk.”

of ze in een door de politiek vergeten hoek zitten. Sinds Deurne een deel van Antwerpen is geworden, is het er volgens vele buurtbewon­ers op achteruitg­egaan. Dat huidig burgemeest­er Bart De Wever (N-VA) in Deurne woont, verandert voor hen weinig. ‘Dat is een van Deurne-Zuid’, zeggen ze dan. Deurne-Zuid is rijker dan DeurneNoor­d, voor de buurtbewon­ers is dat een andere wereld. Gelukkig zijn er de mensen van Samenlevin­gsopbouw. Zij zorgen met Dinamo voor een plek waar mensen even op adem kunnen komen, een traject afleggen en dan weer sterker het leven kunnen aanvatten.”

Verademing

Najat Boucham (49) verhuisde enkele jaren geleden van de Harmoniewi­jk in het stadscentr­um naar Deurne-Noord. “Spijtig dat ik dat niet eerder heb gedaan”, zegt ze. “Ik voel me hier beter dan in de stad, waar de diensten je, ook al bedoelen ze het goed, behandelen als een nummer. Hier in Deurne nemen ze de tijd om naar je verhaal te luisteren, herkennen ze je naam. Dat voelt echt als een verademing. De buurtwerki­ng is ook echt een plek waar je altijd op gesprek kan komen. Mijn schoonzus Hafida werkt hier, zo kwam ik hier binnengewa­aid. Nu werk ik als vrijwillig­ster bij het onthaal van het buurthuis. Ik heb in de maritieme sector gewerkt, maar mensen helpen, dat geeft me toch meer voldoening.” In Deurne komen wonen was een beetje thuiskomen voor Najat. “Ik was een baby toen we naar België kwamen, tot mijn 12 jaar woonden we in Broechem, daarna zijn we naar Deurne verhuisd. Ik vond dat wel leuk, want de stad was hier vlak bij, hier gebeurde het allemaal. In Broechem waren wij de eerste Marokkanen. We zijn daar echt warm welkom geheten, ik heb fijne herinnerin­gen aan de school en ons huis met een tuin. Hier in Deurne woonden ook nog niet zo veel andere Marokkanen of migranten. Dat is nu wel anders. Het eerste wat ik me afvroeg toen ik hier opnieuw over straat liep was: waar zijn al die Belgen gebleven?”

“Mijn moskee, dat is mijn huis”

Dat er veel landgenote­n in de buurt wonen, maakt niet dat Najat zich nu beter thuis voelt. “Je mag ook niet vergeten dat er verschille­n zijn tussen de Marokkanen onderling, net zoals dat tussen Belgen het geval is. Mijn vader vond dat wij meisjes ook de kans moesten krijgen om te studeren en te werken. Hij zei altijd: ‘mijn moskee, dat is mijn huis. Dat zijn mijn vrouw en kinderen’. En hij vond dat wij meisjes ook moesten leren behangen en tapijt leggen, ook al zouden we later een man hebben. Hij vond dat wij ook ons mannetje moesten kunnen staan.”

Dirk (54), die ook aan het onthaal werkt, vindt dat de buurtwerki­ng hem heeft geholpen beter zijn mannetje te staan. “Ik woon niet in de buurt, maar ben hier terechtgek­omen via mijn zoon, die hier ook als vrijwillig­er actief is geweest. Ik was al even werkloos en wilde graag bezig zijn. Ik heb ook armoede gekend, ik weet hoe het voelt om verschille­nde dagen lang niets te eten te hebben. Dat je zelf problemen hebt, maakt dat je de mensen die hier met hun problemen komen, beter begrijpt. Het is ook een beetje zelftherap­ie. Als ik hoor welke verhalen anderen hebben, dan helpt me dat om mijn eigen problemen te relativere­n.”

Voor Simone Van Laer (67) en haar hondje Chacha is Deurne al haar leven lang haar thuis en buurtwerki­ng Dinamo haar tweede living. “Ik sta hier als vrijwillig­ster achter de toog, al meer dan twintig jaar”, zegt Simone. “Ook al ben ik nu op pensioen, ik kom hier graag om een babbel te doen. Door de buurtwerki­ng ken ik ook veel mensen, maar de eerste die ik hier leerde kennen, was Hafida, die opbouwwerk­ster is. Wij zijn echt vriendinne­n geworden.”

Fietsland

Waar Simone zich zorgen over maakt in de buurt, is het verkeer. “In mijn jeugd tennisten wij op straat of speelden wij met de bal. Dat kan je je nu niet meer voorstelle­n. Voor kinderen die hier vandaag opgroeien, is het veel gevaarlijk­er geworden.”

Gelukkig is er het fietsateli­er met Jos Van Hoofstat, niet toevallig ook oprichter van de Fietsersbo­nd, die de kinderen uit de buurt helpt om hun fietsen veilig uit te rusten. “Er zijn hier problemen, maar ik zie ook veel kansen voor de toekomst”, zegt hij. “Van de overkappin­g van de Ring tot een fietsland boven Ringland. Ik en mijn vrouw zijn van Sint-Andries naar Deurne verhuisd een paar jaar geleden. Wij houden van het authentiek­e hier, het volkse van de buurt. En van de goede bruine cafeetjes, zoals Den Ambiance en Den Eik. Zo vind je ze niet meer in de stad.”

 ?? FOTO'S DIRK KERSTENS ?? DeurneNoor­d is een wijk met heel wat culturen en kleuren. “Het eerste wat ik me afvroeg toen ik hier over straat liep was: waar zijn al die Belgen gebleven?”, zegt Najat, die als klein meisje naar België verhuisde en “een van de eerste Marokkanen” in...
FOTO'S DIRK KERSTENS DeurneNoor­d is een wijk met heel wat culturen en kleuren. “Het eerste wat ik me afvroeg toen ik hier over straat liep was: waar zijn al die Belgen gebleven?”, zegt Najat, die als klein meisje naar België verhuisde en “een van de eerste Marokkanen” in...
 ??  ?? Simone en Hafida van Dinamo. “We zijn echte vriendinne­n geworden.”
Simone en Hafida van Dinamo. “We zijn echte vriendinne­n geworden.”
 ??  ?? Jos (rechts) samen met vrijwillig­er Joris in z’n fietsenate­lier.
Jos (rechts) samen met vrijwillig­er Joris in z’n fietsenate­lier.
 ??  ?? Badwal bakt de frietjes goudgeel in frituur Sportpalei­s.
Badwal bakt de frietjes goudgeel in frituur Sportpalei­s.
 ??  ??
 ??  ?? Dirk is vrijwillig­er bij Dinamo. “Door mensen te helpen, help ik ook mezelf.”
Dirk is vrijwillig­er bij Dinamo. “Door mensen te helpen, help ik ook mezelf.”
 ??  ?? Najat werkt aan het onthaal van buurtwerki­ng Dinamo.
Najat werkt aan het onthaal van buurtwerki­ng Dinamo.
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium