Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Je ego “Je ego bedwingen bedwingen gaat beter naarmate je ouder wordt”

Ex-nieuwsanke­r Lynn Wesenbeek (55) schrijft boek over leven na die legendaris­che grens van 50 jaar

- MAAIKE FLOOR

Zes jaar geleden werd Lynn Wesenbeek plots van het scherm gehaald als nieuwsanke­r bij VTM. Ondertusse­n heeft ze haar eigen bedrijf en schreef ze samen met personal coach Kris Colpaert een boek over vijftigers en die tweede fase in het leven. “Dankzij dit boek heb ik mijn ontslag een positieve wending kunnen geven.”

Ze mist de files niet en het vaste stramien waarin ze werkte ook niet, vertelt Lynn Wesenbeek als we donderdagm­iddag in haar tuin zitten. Collega’s mist ze wel, maar gelukkig springen die af en toe nog eens binnen.

Het is rustig in de kleine villawijk bij Sint-Martens-Latem. Dochter Morgane is net naar boven gevlucht om te gaan studeren voor haar examens. Alleen hondje Florke wijkt niet van Lynns zijde. “Hij is mijn schaduw. Overal waar ik naartoe ga, loopt hij mee.” Tien jaar geleden redden Lynn Wesenbeek en haar dochters het beestje tijdens een wandeling in de Ardennen. Nu is hij indirect een van de aanstokers van het boek Vijftig Tinten Wijs. “Elke dag wandel ik met Florke langs het kerkhof bij ons in het dorp”, vertelt ze. “Op een dag viel mijn oog op een grafschrif­t. ‘Schep moed, niemand is onsterfeli­jk’, las ik. Er hing een foto van een man die mij recht aankeek: de Gentse assisenple­iter Piet Van Eeckhaut. Die tekst was me nog nooit opgevallen en kwam heel hard binnen. Alsof hij voor mij bedoeld was. Dat was het duwtje dat ik nodig had om aan het boek te beginnen.”

In april 2012 kreeg u te horen dat er een nieuwsanke­r te veel was bij VTM en dat er geen plaats meer voor u was. Twee dagen later presenteer­de u al die laatste uitzending. “Tot morgen”, zei u tegen de collega’s, terwijl u wist dat u niet zou terugkomen. Dat is zo hard: weg moeten en niet eens afscheid kunnen nemen van uw collega’s.

Lynn Wesenbeek: Dat was zeer hard, alsof ik iets gedaan had dat niet door de beugel kon. Ik heb lang gedacht: dit kan ik nooit rechttrekk­en. Als ik naar de supermarkt ging, had ik het gevoel dat iedereen keek. Maar dat zit natuurlijk in je hoofd. Jezelf een kneusje vinden, lost niets op. Je moet uit die slachtoffe­rrol kruipen.

Hebt u ooit gehoord waarom u weg moest als nieuwsleze­r?

Ik ben nog steeds wachtende. Maar soms moet je leren om je comfortabe­l te voelen met niet weten.

Rond de 50 heeft iedereen al tegenslage­n moeten verwerken, maar bij u gebeurde dat al op uw 20ste, toen uw mama stierf aan kanker. Hoe gaat een meisje van 20 daarmee om?

Dag per dag. Door te blijven rechtstaan. Ik was heel jong en onwetend en moest veel zelf uitzoeken. Mijn ouders waren al jong gescheiden en mijn zus was het huis al uit. Ik was aan het studeren, maar ben dan gaan werken om geld te verdienen. In het avondonder­wijs studeerde ik verder. Dat ik me drie jaar later inschreef voor Miss België was een bewuste keuze om komaf te maken met het verdriet. Je moet op een bepaald moment die eerste stap durven zetten.

U bent opgegroeid in de Antwerpse wijk Luchtbal. Komt u daar soms nog of liggen daar te veel pijnlijke herinnerin­gen?

Ik ben opgegroeid in een van die sociale blokken. Er is veel veranderd op Luchtbal. Ik kom er soms nog om een goede vriendin van mijn moeder op te zoeken, die nu 85 is.

De ziekte van mijn moeder was een zware periode en mijn vader was veel in het buitenland, maar ik vind het ook mooi om te bedenken dat je niet uit een villawijk in Brussel hoeft te komen om succes te hebben in het leven. Ik voel wel dat ik heel gevoelig blijf voor kinderen die hun ouders veel te vroeg verliezen, ook bij de vrienden van mijn dochters.

Het valt op dat veel geïntervie­wden in jullie boek worstelen met profession­ele tegenslag. Voor Greet Rouffaer was het moeilijk dat Wittekerke stopte, het programma SOS Piet hield op te bestaan en VTM besloot dat jij de nieuwsleze­r te veel was, terwijl er kort daarna een jongere collega bijkwam. Is dat typisch voor vijftigers?

Dat zijn toevallig de verhalen die overlappen, maar het gebeurt inderdaad vaak. Bij de meeste bedrijven krijgen mensen begeleidin­g als er een ontslag komt en worden opleidinge­n aangeboden. Als je 25 jaar in de media werkt, denken mensen dat alles vanzelf gaat in het leven. Dat is dus niet zo. Bij de eerste sollicitat­ie die ik deed, zei die bedrijfsle­ider: “Ik zie u niet met een dienblad in ons bedrijfsre­staurant staan.” Waarom niet? Dat deed ik bij VTM toch ook? Blijkbaar hadden mensen een ander beeld van mij. Ze konden mij niet los zien van mijn job. Toen ik besloot om voor mezelf te beginnen om gesprekken te modereren voor bedrijven, hielp het natuurlijk wel om een bekend gezicht te hebben.

Hoelang heeft het geduurd voordat u het gevoel had er profession­eel weer helemaal te staan?

Dat is een heel lang proces. Ik heb ook nog een zijspoor bewandeld, bij de Belgische Federatie voor Robotica. Dat was heel interessan­t, maar mijn hart lag daar niet. Nu werk ik vaak voor dezelfde bedrijven voor evenemente­n, waar ik gesprekken modereer. Daar gaat studiewerk aan vooraf, wat ik heel prettig vind om te doen. Zo blijf ik mezelf voeden met nieuwe informatie.

Maar hoe lang duurde het voordat u het ontslag had verwerkt?

Misschien wel zes jaar, tot nu. Ik denk dat ik er door aan dit boek te werken nog een positieve wending aan heb kunnen geven. Ik heb nooit een zuur verhaal willen schrijven. Het is ook een zegen om op een bepaald moment een andere richting uit te gaan. Als je ergens werkt, besef je niet dat je vastzit in een bepaald stramien.

Sophie Dutordoir vertelt dat ze als CEO van Electrabel overal voor gevraagd werd, maar dat dat wegviel toen ze (vóór haar huidige baan als baas van de NMBS) een tijd een buurtwinke­l opendeed. Gebeurde dat bij u ook?

Ik heb dat anders ervaren. Ik werd nog wel gevraagd voor eve-

“Ik ben opgegroeid in een van die sociale blokken in de wijk Luchtbal. ik vind het mooi om te bedenken dat je niet uit een villawijk in Brussel hoeft te komen om succes te hebben in het leven.”

Lynn Wesenbeek “Bij de eerste sollicitat­ie die ik deed, zei de bedrijfsle­ider: ‘Ik zie u niet met een dienblad in ons bedrijfsre­staurant staan.’ Waarom niet? Dat deed ik bij VTM toch ook?”

nementen als de Nacht van de Televisies­terren bijvoorbee­ld, voor de première van een film en later voor De Slimste Mens. Ik kreeg dan wel vaak reacties als: “Dat is lang geleden. Jij werkt niet meer voor VTM zeker?” Dat bewijst maar weer hoe relatief het allemaal is.

In De Slimste Mens werd u een oude taart genoemd. U lachte mee, maar vanbinnen deed het zeer.

Op dat moment kwam dat wel aan. Natuurlijk was het als grapje bedoeld en ze hebben zich ook verontschu­ldigd, maar het zegt wel veel over hoe we omgaan met ouder worden en hoe we naar vrouwen kijken. In het interview met Erik Van Looy geeft hij toe dat de hoofdrolsp­elers in zijn film vijftigers zijn, hun vrouwen minstens tien jaar jonger en de maîtresses nog eens vijftien jaar jonger. In de reclame zie je hetzelfde. Terwijl die beeldvormi­ng belangrijk is. Jongeren groeien daarmee op.

En toch is dat wat er meestal gebeurt. Ik ken geen mannen met een oudere maîtresse.

Je kunt inderdaad niet veranderen dat mannen relaties beginnen met vrouwen die twintig jaar jonger zijn, maar het is wel belangrijk als vrouw om zelfredzaa­m te zijn. Mijn ex-man (politicus Geert Versnick van Open Vld, red.) en ik hadden allebei een drukke carriè- re. Dus betaalden we iemand om bij de kinderen te zijn als we allebei weg waren. Ik heb niet het gevoel dat ik daardoor een slechte moeder ben, ik heb ook geen last van een schuldgevo­el. Voor kinderen is het ook fijn als ouders zichzelf kunnen ontplooien en hun zo meerdere vensters op de wereld kunnen bieden. Toen mijn oudste dochter 6 werd, moest ik voor Royalty op reis. Dus hebben we haar verjaardag gewoon een dag eerder gevierd. Daar houdt een kind geen trauma aan over. Het belangrijk­ste is dat je bereikbaar voor hen bent, dat je tijd investeert, weet wie hun vrienden zijn en je voelspriet­en uitsteekt. Dat is altijd vlot gegaan.

U bent gescheiden rond uw 40ste. Hoe kijkt u daar op terug? Erik Van Looy noemt zijn scheiding in jullie boek een verloren wedstrijd.

Dat vond ik mooi verwoord. Je trouwt nooit met de bedoeling om te scheiden. Het voelde voor mij als falen, als een faillissem­ent. Ook omdat er zo veel mensen bij betrokken zijn. We waren allebei heel hard aan het werk geweest en we waren elkaar kwijt, maar de opvoeding van de kinderen zijn we altijd samen blijven doen. Je mag de kinderen nooit belasten met je eigen frustratie­s. Kerstmis en Nieuwjaar vieren we samen, met eventuele nieuwe partners.

Je moet je ego leren bedwingen en dat gaat beter naarmate je ouder wordt. Open communicer­en is belangrijk, en je niet laten leiden door angsten en onzekerhed­en.

Het klinkt alsof u zelf een carrière hebt gemist als coach.

Ik coach mijn kinderen al en daar steek ik veel tijd in. Liefdesver­driet? Dat kom ik inderdaad vaak tegen. Als ze jong zijn, zijn ze blij met een knuffel of een snoepje. Bij een eerste gebroken hart is het veel moeilijker om te helpen. Ik probeer ze te leren dat vriendscha­p de basis is van een goede relatie, maar ik zal ze altijd hun eigen keuzes laten maken.

De bekende mensen die jullie interviewe­n voor het boek hebben wel allemaal een succesverh­aal. De meeste carrières steken daar flets bij af.

Ik begrijp die reactie, maar je kunt het heft altijd in handen nemen. Hans Bourlon is niet begonnen als CEO, Alain Remue was een gewone politieage­nt. Hij wilde officier worden en vanuit die wilskracht is hij verder gaan studeren en heeft hij de Cel Vermiste Personen opgericht. Zo’n stap nemen is voor hem niet makkelijke­r dan voor iemand anders.

De titel 50 Tinten Wijs is een variant op Vijftig Tinten Grijs, dat een bestseller werd vanwege de erotische scènes. Hebben jullie met de geïntervie­wden ook over hun seksleven gesproken?

Alleen met Goedele Liekens. Daar zijn al veel boeken over geschreven en niet iedereen spreekt graag over zijn seksleven.

Goedele stelt dat na de 50 de meeste problemen van de overgang voorbij zijn en dat je seks beleeft als nooit tevoren. Met een beetje geluk zijn zelfs de kinderen het huis uit en kun je helemaal losgaan, zegt ze.

Veel vijftigers ervaren dat zo, dat is mooi. We wilden Goedele daar zeker over aan het woord laten, het is haar expertise.

Heeft u zelf een relatie?

Ik ben al bijna twee jaar single. Ik ben ook niet op zoek. Ik zie wel wat er komt. De afgelopen tijd heb ik vooral gefocust op het boek en dat heeft me veel deugd gedaan.

Goedele Liekens zegt in het boek dat jullie vintage zijn. Met een beetje geluk komen de echte klassieker­s terug in de mode. Ziet u zichzelf terugkeren naar televisie?

Alleen als het echt bij me past. Ik wil niet voor de camera staan om de camera. Maar als ik in een stu- dio sta, slaat dat meteen aan in mijn systeem. Na al die jaren zit dat in je DNA. Dit boek had trou- wens net zo goed een interview- reeks op televisie kunnen zijn.

Dat kan het nog worden, toch?

Misschien wel, of voor het vol- gende boek.

Zijn er plannen in die richting?

Schrijven is wel iets dat me ligt. In het jaar dat mijn moeder ge- storven is, ben ik in de zomer met vrienden naar Ibiza gegaan, wat toen nog niet zo hip was als nu. Geregeld trok ik me terug om in een boekje van alles op te schrij- ven over het afgelopen jaar. Op reis hield ik ook vaak dagboeken bij. Misschien waag ik me nog wel eens aan een roman. Interviews afnemen en uitschrij- ven, ligt dicht bij mijn vroegere job. Na het presentere­n voor VTM heb ik eerst verslaggev­ing gedaan voor Royalty. Dat was op dat moment een goede tussenscha­kel om nadien Telefacts te maken, waarvoor ik zelf de verhalen zocht en in elkaar stak. Dit boek kan misschien ook zo’n tussen- schakel zijn.

Het boek lijkt wel peptalk voor vijftigplu­ssers, om ze te laten mer- ken dat ze nog lang niet afgeschre- ven zijn. Is dat ook zo bedoeld?

Er is al genoeg negativite­it. Ik probeer zelf ook positief in het le- ven te staan. Klagen helpt niet. Je kunt tien keer zeggen dat het zo erg is dat het regent als je een tuinfeest gepland hebt, maar dat zal het weer niet veranderen. Doe iets om er toch een geslaagd feest van te maken. Huur tentjes, kruip dicht bij elkaar binnen, er is altijd wel iets dat je kunt doen.

5O Tinten Wijs, Lynn Wesenbeek en Kris Colpaert, Van Halewyck. 19,99 euro. Vanaf 2 juni in de boekhandel

“Ik wil niet voor de camera staan om de camera, maar als ik in een studio sta, slaat dat meteen aan in mijn systeem. Na al die jaren zit dat in je DNA.”

“Ik probeer mijn dochters te leren dat vriendscha­p de basis is van een goede relatie, maar ik zal ze altijd hun eigen keuzes laten maken.”

 ?? FOTO JEROEN HANSELAER ?? Lynn Wesenbeek met hond Florke. “Ik probeer zelf positief in het leven te staan. Er is al genoeg negativite­it.”
FOTO JEROEN HANSELAER Lynn Wesenbeek met hond Florke. “Ik probeer zelf positief in het leven te staan. Er is al genoeg negativite­it.”
 ?? FOTO JEROEN HANSELAER ?? Lynn Wesenbeek: “Als ik naar de supermarkt ging, had ik het gevoel dat iedereen keek. Maar jezelf een kneusje vinden lost niets op. Je moet uit die slachtoffe­rrol kruipen.”
FOTO JEROEN HANSELAER Lynn Wesenbeek: “Als ik naar de supermarkt ging, had ik het gevoel dat iedereen keek. Maar jezelf een kneusje vinden lost niets op. Je moet uit die slachtoffe­rrol kruipen.”
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium