Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Vier generaties orgelbouwers op een rij
Familiebedrijf sinds 1895 gespecialiseerd in vakgebied
In 1895 begon Aloïs Decap een orgelhandel in Antwerpen. In 1902 bouwde hij zelf zijn eerste orgel. Drie zonen namen het bedrijf na de Eerste Wereldoorlog over en doopten het Gebroeders Decap Antwerpen.
Frans Decap verliet het Antwerps bedrijf in 1933 om in Herentals zijn eigen fabriek op te richten. Rond de Tweede Wereldoorlog specialiseerde Frans zich in pijporgels, gevolgd door gecombineerde café-orgels in de jaren vijftig om later elektronische orgels te beginnen bouwen. Na de dood van Frans nam zoon François (nu 83) in 1972 alle activiteiten over onder de naam Orgelfabriek Decap Herentals.
Nu zetten François’ zonen Tony, Frank en Sammy de familietraditie verder. Frank is elektronicus, gerenommeerd pijpenmaker en orgelbouwer, terwijl Tony volbloed muzikant en de grote innovator is.
“Dansorgels zijn voortgekomen uit de straatorgels, die op hun beurt voortkwamen van de kerk- en draaiorgels”, vertelt Sammy Decap. “Het was een typisch Vlaams verschijnsel. Voor de oorlog stonden Decap- en Mortier-orgels in alle grote danszalen. Er waren ook enkele Franse bouwers. Na de Tweede Wereldoorlog kenden de kleinere café-orgels een bloeiperiode, gevolgd door de dancingorgels uit de jaren vijftig. De oliecrisis en wet op de openbare dronkenschap brachten de baandancings een grote klap toe. Midden jaren tachtig doofden er veel uit en kwamen de orgels bij verzamelaars terecht.”
Overleven als vernieuwer
Decap kon overleven als vernieuwer en bouwt nu compleet computergestuurde orgels. Die spelen zo nauwkeurig dat artiesten ze in een professionele omgeving kunnen gebruiken om op te treden.
“Orgels met kartonnen boeken zijn niet zo betrouwbaar als een nieuw orgel dat aan de computer hangt en waar de drums en accordeons een volwaardige begeleidingsband zijn.”