Gazet van Antwerpen Stad en Rand
WIELRENNEN
Experts stippelen beste parcours uit voor 18-jarig raspaardje
Vier minuten en veertig seconden. Die boulevard voorsprong had Remco Evenepoel (18) zondag op het BK voor juniores. Hij lapte het zijn concurrentie al voor de zoveelste keer. Een toptalent, dat beseft iedereen. Er wordt zelfs al gesuggereerd dat hij maar snel naar de profs overstapt, en donderdag hebben zijn ouders een meeting met Patrick Lefevere. Interessant, maar hoe groot Evenepoels talent ook moge zijn, profwaardig is hij volgens experts nog niet.
“Ik heb nog nooit zo’n sterke junior gezien als Remco”, zegt Carlo Bomans. Het wil wat zeggen, want de bondscoach van de junioren is al veertig jaar actief in de koers. Ook bij zijn huidige ploeg Acrog-Pauwels Sauzen Balen BC benadrukken ze dat ze nooit beter hadden. Straf, want Tom Boonen passeerde daar al. En toen Yvan Vanmol, al elfendertig jaar in het peloton als arts, Remco Evenepoel bezig zag in de Vredeskoers, was ook hij onder de indruk. “Het was alsof hij verkeerd gecast was. Hij stak er met kop en schouders bovenuit.”
Nochtans is de 18-jarige Vlaams-Brabander niet de grootste: 1,70 meter voor 61,5 kilo. “Ik weet niet of hij nog veel zal groeien. Mijn vrouw en ik zijn ook niet van de grootsten”, zegt vader Patrick, die zelf prof was begin jaren 90. Ook bij de snelsten van het pak hoort Remco niet. “Als je met hem naar de meet rijdt, kan je hem zeker kloppen in de sprint. Alleen laat hij het nooit zo ver komen”, zegt concurrent Ilan Van Wilder.
Inspanningsfysioloog Peter Hespel, die Evenepoel in de Bakala Academy al enkele malen testte, spreekt van “een sporter met een bovengemiddelde uithouding”. Dat weet ook papa Patrick. “Twee jaar geleden liep ik de Marathon van Brussel. Het was in de periode dat Remco niet veel mocht meevoetballen bij Anderlecht. Wel, dan doe ik de halve
marathon mee, zei hij. Als 16-jarige liep hij de dertiende tijd van alle deelnemers: 1 uur en 16 minuten. De motor is er. Zondag tijdens het BK ging zijn hart nooit boven de 160 slagen per minuut.”
Langs zijn neus weg verklaarde Evenepoel ook al dat hij bij de juniores niet veel meer te leren heeft. “De grootste onzin die ik hem al heb horen vertellen”, zegt zijn 65-jarige trainer Fred Vandervennet. “Een col afdalen in een groepje, koersinzicht en stuurvaardigheid zijn nog enorme werkpunten.”
Die werkpunten zijn logisch voor iemand die pas op 14 april vorig jaar zijn eerste koers reed. Op het vlak van stuurvaardigheid heeft Evenepoel een fundamentele achterstand op zijn leeftijdsgenoten, die al aspiranten en nieuwelingen waren toen hij nog voetbalde bij PSV en Anderlecht. Dat zag je toen hij vorig jaar op het WK in Bergen tot twee keer toe ten val kwam in het peloton. Vader Patrick: “Remco zelf vindt dat hij het wel kan. Hij zegt dan: Pa, ze volgen gewoon niet.”
Toch willen ze bij zijn huidige ploeg werk maken van die behendigheid. “De komende weken laten we Remco in eerder vlakke wedstrijden starten. Dan kan hij minder snel het verschil maken. We gaan hem verplichten om toch minstens de helft van de koers in het peloton te blijven zitten”, zegt voorzitter Jef Robert.
Mentaal Geen last van druk
De uitzonderlijke prestaties maken van Evenepoel een populaire jongen. Thuis heeft hij zijn eigen rituelen. “Zijn fiets moet op een bepaalde manier in de auto worden geplaatst. En als hij 150 gram kip wil eten, dan zal hij achter de rug van zijn mama Agna kijken of het wel klopt”, zegt vader Patrick. Maar op de koers is hij gewoon één van de jongens. Na zijn Belgische titel verdeelde hij het prijzengeld onder zijn ploegmaten, ook al hadden die hem enkel maar door de eerste bocht geloodst en was hij nadien ribbedebie.
Ook van enige druk lijkt geen sprake. “De enige druk die Remco momenteel heeft, is de
juiste weg die hij de komende jaren moet bewandelen. Als Patrick Lefevere donderdag zegt: Zo zie ik het voor jou, Remco, dan zal hij zeggen: Oké, we doen het zo.” Entourage Trainer van oude stempel
De ouders van Remco zijn goed bevriend met de ouders van BMC-prof Jürgen Roelandts en kennen het wereldje goed. “Remco heeft geen makelaar, ook al word ik door die mannen wel platgebeld”, zegt papa Patrick. Evenepoel woont in Schepdaal, maar heeft nog geen supportersclub. Ook klasgenoten heeft hij niet. Hij volgt afstandsonderwijs sportpsychologie aan de Hogeschool in Antwerpen. “Het is een voordeel. Terwijl wij naar school gaan, kan hij overdag trainen. Het is een enorm talent, maar hij traint ook wel al dubbel zoveel als ons”, zegt Ilan Van Wilder.
Hallo trainer? “Larie. Hij heeft nog nooit zes uur op één dag getraind”, zegt Fred Vandervennet. “In de week voor het BK heeft hij nooit meer dan 120 trainingskilometers op één dag gehaald. Wat hij wel doet, is twee keer trainen op een dag. Maar dat is een principe dat ik al veertig jaar hanteer als trainer van lopers en zwemmers. Hij doet ook al een tijdje aan krachttraining, maar dat deed hij ook al als voetballer. Dat hij nu al zo goed is, heeft te maken met de omvang van zijn carrosserie. Of dacht je dat Sagan bij de juniores ook al niet zo hard reed?”
Toekomst Beloften niet overslaan
Peter Sagan werd prof op zijn negentiende. Ook Filippo Pozzato deed dat in 2000. Hij sprong rechtstreeks van de juniorencategorie naar de profs. De vier mogelijke vormingsjaren bij de beloften liet de Italiaan toen links liggen. Een optie die ook bij Evenepoel de ronde doet. “Pozzato had wel de aspirantenen nieuwelingencategorieën in de benen. Die ervaring heeft Remco niet. Ik zou hem aanraden niet te overhaasten”, zegt Wilfried Peeters.
Vanmol treedt hem bij: “Pozzato en Cancellara stapten destijds rechtstreeks over van de junioren, maar dat was in een andere periode. Toen had je bij Mapei twee ploegen. Eén voor de grote koersen en een groep van twintig jongeren die dan de Ronde van Cuba reden. Nu bestaat die tussenfase niet meer. Voor mij is hij nog niet profrijp. Bij de beloften zou hij niet zomaar wegrijden.”
Zowel Vanmol als Peeters suggereren dat Evenepoel in 2019 best overstapt naar de beloften. Ook zijn trainer Vandervennet wil die richting uit. “Ik zou hem volgend jaar graag koersen als de Ronde van de Toekomst, Valle d’Aosta en Isard zien rijden.” Eddy Merckx beaamt. “Ik zou Remco nu niet meteen prof maken. Ik ben destijds ook snel gegaan, maar ook ik ben amateur (de toenmalige beloften,
nvdr.) geweest. Al had ik wel de juniores overgeslagen.”
Het laatste woord is voor vader Patrick. “Remco is in januari meegeweest op stage met Quick-Step Floors. Hij wam terug van Calpe en zei: Dit is wat ik wil. Ik ben als vader misschien niet juist geplaatst, maar ik zou zeggen: Iets dat goed is, komt snel. Op voorwaarde dat Remco een gericht wedstrijdprogramma krijgt en dat hij gestructureerd wordt begeleid. In mijn tijd bestond dat nog niet. Lefevere heeft er met Guillaume Van Keirsbulck en Frank Vandenbroucke ook ervaring mee. Hij weet hoe je jonge talenten niet verbrandt. Het is toch zoals in het voetbal. Je komt nooit te snel in de kern van de eerste ploeg.”