Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Als je ergens sleutelt, krijg je altijd elders effect”
Verkeersexpert over moeilijke kwestie van sluipverkeer
Als ik van A naar B mag rijden hoe ik wil, wat is dan sluipverkeer? Wanneer botst mijn tijdswinst op maatschappelijk verlies? Kunnen gemeenten ooit voor een gunstige oplossing zorgen? We vragen het aan Lars Akkermans, verkeersexpert bij Transport & Mobility Leuven en F2S2.
“Enkel de wegcode bepaalt wie toegang heeft tot welke openbare wegen – en de toegang kan onbeperkt zijn of bijvoorbeeld beperkt tot plaatselijk verkeer, verboden voor vrachtwagens, enzovoort. Omtrent sluipverkeer is er geen wettelijke definitie, en zou je kunnen stellen dat je vrij bent om te rijden hoe je wilt. In de praktijk, en in de volksmond, bestaat sluipverkeer natuurlijk wel. Je kunt zeggen dat sluipverkeer verkeer is dat een route volgt die niet de meest voor de hand liggende of normale route is. Sluipverkeer is bijvoorbeeld verkeer dat zich door woonwijken wurmt om een druk kruispunt te vermijden, en dan verder door rijdt”, legt Lars Akkermans uit.
“En dan krijg je natuurlijk een botsing tussen individuele winst – tijdswinst voor de bestuurder, en verlies van bewoners, die gaan klagen over verkeersdruk, uitstoot van auto’s of vrachtwagens, over onveiligheid.”
Oplossingen voor sluipverkeer
“Simpel gesteld: mijn vrijheid houdt op waar de vrijheid van een ander begint. Het is geven en nemen. Wie in een file staat aan te schuiven en door een schoolstraat of woonwijk rondrijdt om een paar auto’s voorbij te kunnen steken, die is niet zo goed bezig. Maar vaak is die grens niet zo eenvoudig te trekken. Bovendien kijken we allemaal in de eerste plaats naar ons eigen comfort. De ene keer als bewoner van een rustige straat, waar we wel onze postpakketten aan de deur geleverd willen hebben, en dus tolereren we zeker wel die bestelwagen. Maar de andere keer zijn we zelf een autobestuurder met haast en willen we al eens de overlast die we zelf creëren door de vingers zien.”
Wat kan of moet een gemeente dan doen aan een probleem zoals sluipverkeer, als het toch vooral een kwestie is van mentaliteit? “Dat is niet evident, maar het moet een verhaal van en/en zijn, en niet van of/of”, zegt Akkermans. “Je kunt verbindingswegen aantrekkelijker maken door doorstroming te bevorderen. En je kunt andere wegen minder aantrekkelijk maken, door te werken met eenrichtingsverkeer. Maar er is altijd een ‘maar’, want als je ergens aan sleutelt, krijg je elders effect. Dat kan binnen de gemeente zijn, maar ook erbuiten. Er zullen altijd mensen zijn die niet tevreden zijn. Je kunt het gedrag van weggebruikers wel proberen te sturen, maar als dat te hard ‘opvalt’ en te doorgedreven is, dan kan je ook weerstand krijgen van mensen… Dan zeggen ze weer ‘foert’. Daarom: als een gemeente toch een bepaalde maatregel kiest, dan is het zaak om de positieve effecten aan te tonen, en om die te blijven aantonen. Op dat vlak zijn gemeenten wel eens te laks.”