Gazet van Antwerpen Stad en Rand
En nu werken aan de pijnpunten
Komst van Wouter Vandenhaute lijkt net op tijd te komen
De komst van Flanders Classics in het veldrijden lijkt er net op tijd te komen. Verandering in het vastgeroeste crosslandschap is nodig wil het in de toekomst niet uitgroeien tot een uit de hand gelopen kermis. Beste, Wouter Vandenhaute: onze vijf tips om de pijnpunten van de cross aan te pakken.
Maak een Champions League
Drie regelmatigheidscriteriums (9x Wereldbeker, 8x Superprestige, 8x DVV Verzekeringen Trofee), twee pseudoklassementen (8x Bricocrossen, 5x Soudal Classics) en wat losse wedstrijden: het kluwen van crossen is niet meer te ontwarren. UCI, Flanders Classics (Superprestige) en Golazo (DVV Trofee) moeten de krachten bundelen om met één groot klassement van zo’n 25 klassiekers het veldrijden meer zuurstof te geven. Een soort Champions League van de cross dus. Naast die superliga kunnen er nog onafhankelijke wedstrijden worden georganiseerd.
Lonk naar buitenland(ers)
Het Zwitserse Wetzikon, het Spaanse Igorre, het Franse Roubaix: allemaal veldritklassiekers uit het buitenland die van de kalender zijn gehaald. De internationalisering van de cross is broodnodig wil hij ook buiten Vlaanderen aandacht krijgen. De succesrijke en sfeervolle crossen in de Verenigde Staten bewijzen dat het kan. De Scandinavische landen (het WK 2019 wordt gereden in het Deense Bogense) en Groot-Brittannië tonen bijvoorbeeld opnieuw interesse. Met andere parcoursen, andere streken lok je ook andere (buitenlandse) renners, zodat de duels dieper gaan dan een onderonsje tussen Vlamingen en Nederlanders.
Betaal minder startgeld en meer premies
De organisatoren betalen veel startgeld voor de toppers. Wout van Aert en Mathieu van der Poel verdienen er massa’s geld mee, maar zullen geen boterham minder moeten eten als er in het startgeld wordt gesnoeid ten voordele van de premies. Loon naar werken, zoals ze zeggen. Voor veel Vlaamse crossers is hun broodje al gebakken door gewoon aan de start te staan. Voor minder bekende buitenlanders is er daardoor weinig plaats. Die staan er wel bij de jeugd, maar stappen heel snel over naar de weg. Met meer internationale crossen en renners kunnen zo overtuigd geraken dat ze ook in de modder een aardige stuiver kunnen verdienen.
Overtuig Sagan en Alaphilippe
Het respect voor de veldrijders neemt toe. Wout van Aert en Mathieu van der Poel bewijzen het: crossers kunnen ook een aardig stukje fietsen op de weg of in het mountainbiken. De tijd dat crossers in de zomer werden weggelachen door de wegrenners is voorbij. De cross stelt wel iets voor, het zijn niet allemaal gebuisde wegcoureurs die centen komen oprapen in de modder. Laten we Wout en Mathieu gebruiken om de buitenwereld weer kennis te laten maken met de cross. Waarom niet Peter Sagan overtuigen om ook in de winter zijn benen eens te testen op de Koppenberg? De drievoudige wereldkampioen heeft een veldritverleden (hij pakte zilver op het WK in Treviso bij de juniores), net als Julian Alaphilippe (zilver in Tabor 2010). Het zou helpen om de renners van de toekomst te overtuigen om ook het veld in te duiken.