Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Van diverse tot strijdbaar katholieke stad”
Vandaag is bijna de helft van de Antwerpenaren van vreemde afkomst. De stad telt 173 nationaliteiten. Ook in de barokperiode was Antwerpen een diverse stad, of liever: net geweest.
Guido Marnef: “Met de Val van Antwerpen, op 17 augustus 1585, telde de stad 82.000 inwoners. Het was een diverse stad, de helft was tweede en derde generatie migranten. Vooral arbeiders uit de dorpen uit de weide omgeving, maar ook uit Italië, Spanje, Engeland en Duitsland. De meerderheid was katholiek, op de voet gevolgd door de calvinisten, lutheranen en anabaptisten.”
“Het Antwerpse stadsbestuur was lang tolerant tegen de protestanten, die sinds 1520 officieel als ketters konden worden vervolgd. Pragmatisch tolerant, weliswaar. Rijke kooplui, schilders, beeldhouwers, zilver- en goudsmeden werden in de mate van het mogelijke gerust gelaten. Zij waren economisch interessant voor de stad. Aan dit relatief vrije klimaat kwam in 1585 een einde. Men wilde in Antwerpen, als grensstad vlak bij de opstandige ketters van het noorden, een uitgesproken contrareformatorische mentaliteit creëren. Het is niet voor niets dat van de ongeveer 40.000 Antwerpenaren die de stad na de Val in vier jaar tijd ontvluchtten, de overgrote meerderheid protestants was.”
“De sfeer in de stad veranderde helemaal. Het was geen schrikbewind, maar het maatschappelijke en culturele leven werden voortaan strikt gecontroleerd. Protestanten werden ‘opgelijst’ en aangemaand zich te bekeren. Werd je toch betrapt en ging je bijvoorbeeld niet naar de mis,werd je beboet. Ook uiterlijk veranderde de stad. De enige grote bouwwerken in de barokperiode waren nieuwe kerken, zoals de Carolus Borromeuskerk aan het Conscienceplein of de Augustijnenkerk in de Kammenstraat. In alle straten zag je mariabeelden verschijnen; ook aan het stadhuis werd de heidense Brabo door Maria vervangen.”
Zwarte modellen
Jan Lampo: “Behalve katholieken en protestanten waren er ook maranen, verplicht bekeerde joden, afkomstig uit Spanje en Portugal. Sommigen waren echt bekeerd, zelfs ingetrouwd in katholieke families, anderen beleden hun geloof nog wel binnenskamers. Ze werden ‘gedoogd’ omdat deze families grote financiers waren. De bekende juweliersfamilie Duarte bijvoorbeeld, die een fortuin vergaarde door de verkoop van juwelen aan de grote Europese vorstenhuizen. Ze hadden een indrukwekkende kunstcollectie en waren ook bijzonder muzikaal. Of Adriana Perez, de vrouw van burgemeester Nicolaas Rockox, dochter van een schatrijke familie Spaanse maranen.”
“Van inwijkelingen uit Afrika is weinig bekend. Behalve dat er via de Portugese handelslieden sinds begin 16de eeuw wel degelijk zwarte slaven naar Antwerpen zijn gekomen. Verschillende schilders, onder wie ook Rubens, portretteerden zwarten op zo’n levensechte manier dat ze met een zwarte als model moeten hebben gewerkt.”