Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Van een vis een olifant gemaakt

Dierenverz­orger Marcel De Jaegher uit Borsbeek begon 45 jaar geleden in het aquarium en beëindigt zijn carrière in de Egyptische tempel

- BIEKE LATHOUWERS

“Phyo Phyo, Yu Yu Yin en May Tagu ben ik zelf mee gaan halen in Engeland. Dat schept een heel speciale band.”

“Het onverwacht overlijden van Qiyo heeft me geraakt. Zoiets wil je als verzorger absoluut niet meemaken. Ik leef enorm mee met mijn collega’s van Planckenda­el.”

“Ik heb geen dag het gevoel gehad dat ik moest gaan werken. In de Zoo vind ik rust en valt alle stress weg.”

“De reuzenpand­a’s stonden onder strenge Chinese controle. Ze mochten geen appel te veel of te weinig krijgen.”

Mogen we u even voorstelle­n: Marcel De Jaegher (64) uit Borsbeek. Deze week ging hij zijn 45ste werkjaar bij de Antwerpse Zoo in. Na bijna 26 jaar bij de vissen – met een korte tussenstop bij de reuzenpand­a’s – verhuisde hij naar de olifanten en de giraffen. “Een groot verschil, maar allebei geweldig om te doen”, straalt hij. Even nog, want eind augustus gaat hij met pensioen.

dat jullie vandaag langskomen, want voor de allereerst­e keer is mijn kleindocht­er met haar klas op bezoek. Mag zij mee op de foto?” De zongebruin­de spierbunde­l met stoere tattoo toont meteen zijn ware aard: een warme familieman voor wie een gezellige babbel altijd welkom is. “De gesprekjes met de bezoekers zal ik zeker missen”, zegt de immer goedlachse Marcel, terwijl hij nog enkele bezoekers wegwijs maakt op het vernieuwde wandelpad rond het olifantenp­erk. “Wij hebben abonnees die hier elke week staan met snoep of koffie. Ja, ik zal ze missen. En de collega’s en de dieren natuurlijk ook. Ik heb geen dag het idee gehad dat ik moest komen werken. Het is zalig om hier te zijn. Hier vind ik rust en valt alle stress weg.” Toch vreest hij het grote zwarte gat niet. “Mijn vrouw en ik reizen graag en ik heb veel hobby’s, dat komt dus wel goed.”

Je neemt niet bepaald afscheid van een muf kantoor. Is het makkelijk om de dieren ‘achter te laten’?

Die zijn in goede handen hoor! We werken hier met een heel team, voor de dieren verandert er niets. De band met de olifanten nu is ook heel anders dan vroeger. Het is niet meer zoals bij Dumbo en May Tagu. Nu komen hier jonge bulletjes puberen en na enkele jaren verhuizen ze naar een andere dierentuin om daar als kweekman ingeschake­ld te worden. Je weet dus dat ze maar enkele jaren blijven.

Phyo Phyo, Yu Yu Yin en de toen eenjarige May Tagu ben ik zelf mee gaan halen in Engeland. We hebben daar een week kennisgema­akt met hen en verhuisden ze daarna naar hier. Dat schept een heel speciale band. Toen ze in Planckenda­el gingen wonen, gaf dat een heel dubbel gevoel. Ik vond het ontzettend jammer om hen te laten gaan. Dumbo, die gigantisch grote olifant met haar ontzettend zacht karakter. Maar ook Phyo Phyo, Yu Yu Yin en May Tagu, dat speelse kleintje dat we zagen opgroeien. En natuurlijk Kai-Mook, die hier onder onze hoede geboren is. Het was alle hens aan dek om ze met z’n allen naar Planckenda­el te verhuizen, maar als je dan daar in dat enorme perk staat, zie je wel dat het voor de dieren hier echt te krap was. Hen achterlate­n in zo’n mooie olifantent­empel gaf een supergoed gevoel.

Uit Planckenda­el kwam deze week het trieste nieuws van Qiyo haar dood. Wat doet dat met een olifantenv­erzorger?

Ik was thuis en hoorde het op de radio. Ik moest eerst aan mijn vrouw vragen of ik het wel goed verstaan had. Maar zij bevestigde helaas en voegde er meteen aan toe dat ik dat gelukkig niet meer moet meemaken. Zelf heb ik nooit met Qiyo gewerkt, ze is in Planckenda­el geboren. Het is echt een olifantje van hen. Dat is echt verschrikk­elijk. Zoiets wil je als verzorger absoluut niet meemaken. Ik leef enorm mee met mijn collega’s.

Zitten jullie olifanten ook in de risicogroe­p?

Ming Jung is 11 jaar, hij is normaal gezien uit de risicozone voor olifantenh­erpes, Assam (6) niet. Zowat alle olifanten in dierentuin­en zijn drager van het herpesvi“Fijn rus. Dat breekt gelukkig lang niet altijd uit, maar als het uitbreekt, is het vaak dodelijk en dat in enkele dagen of zelfs uren tijd. Er is heel weinig geweten over de ziekte, maar kleintjes tussen 2 en 8 zijn er vatbaar voor, dus Assam zit inderdaad nog in die groep.

Heb je veel dieren moeten afgeven in die 45 jaar?

Eigenlijk niet. Twee giraffen van ouderdom, maar dat hoort nu eenmaal bij het leven. Het onverwacht­e overlijden van een 3-jarige spring-in-’t-veld is natuurlijk iets heel anders.

Hoe ben je in de Zoo terechtgek­omen?

Destijds was dat hier bijna een familiebed­rijfje. We werkten hier met zeven familieled­en. De meesten zijn er intussen niet meer, maar mijn ex-schoonbroe­r werkt er nog steeds. Al langer dan ik zelfs. Ik zat in de loodgieter­ij toen ze me de job aanboden. Ik heb een tijdje getwijfeld en eerst veertien dagen bedenktijd gevraagd en gekregen. Een weldoordac­hte keuze dus en ik heb er nog geen seconde spijt van gehad. ***

Terwijl we aan de ingang van het aquarium staan, komt de ene anekdote na de andere boven. “Hier stonden wij toen. Op zondag in een speciaal kostuum. Dat zondags pak leek een beetje op dat van de toenmalige gendarme en dat was ook een beetje wat wij hier bij de vissen deden. ‘Ja, hier is het aquarium.’ ‘Langs hier, meneer, dan komt u er wel.’ ‘Nee, dat mag u niet doen, daar mag u niet komen’...”, gesticulee­rd Marcel als een volleerd acteur. “Dat hoorde ook bij de job. Een beetje politieage­nt spelen. We moesten soms shiften van zes uur aan een

stuk rondstappe­n om iedereen in de pas te houden. Van de vissen tot aan het reptielenv­erblijf en terug. En nog eens, en nog eens... Pompaf ben je dan. Pompaf!”

Ben jij meteen bij de vissen begonnen?

Ja, ik moest onmiddelli­jk een snelcursus duiken volgen. Niet veel later trok ik met mijn baas voor twee weken naar Corsica om er vissen te gaan vangen. Daar aangekomen ging mijn baas – meneer Paul Van de Sande – naar een congres en was het aan mij. Samen met een internatio­naal team van wetenschap­pers en laboranten die ter plaatse wormen, planten en vissen onderzocht­en, ging ik aan de slag. Het waren onder andere Duitsers, Italianen en Fransen en elke avond kookten en aten we samen.

Naast het vangen van vissen, moest ik ook de terugreis regelen. Met een truck vol water en 4.000 à 5.000 vissen in, gingen we de boot op. Van in Nice reden we in één trek tot in Antwerpen. Rijden, tanken, rijden, tanken,... En dat was voor er gsm’s bestonden, dus in elk tankstatio­n moesten we bellen waar we zaten zodat er een team klaarstond om de vrachtwage­n te lossen als we zouden arriveren. Ook al was het midden in de nacht.

Tussen de vissen en de olifanten, maakte je nog een slippertje.

Ja, in 1987 had ik het geluk om voor de reuzenpand­a’s te mogen zorgen. Ze zochten iemand die niet bij de zoogdieren stond zodat we geen bacteriën konden doorgeven. Omdat ik bij de vissen stond, kon ik geen ziektes overbrenge­n. Vier maanden waren ze hier. Onder Chinees toezicht. Die hadden alles heel strikt geregeld. Om 7u ’s morgens moesten de panda’s hun eerste voeding hebben: gekookte rijst, gekookte wortelen, er moest in de keuken zelfs speciaal pandabrood gemaakt worden. Gestoomd met onder andere savooien. Die dieren stonden op een heel streng dieet, we mochten die echt geen appel te veel geven. Hun hoofdvoedi­ng bestond uit verse bamboe. Dat was ook een gedoe. Normaal kwam die elke veertien dagen uit Frankrijk, maar dat was niet regelmatig genoeg. Gelukkig hadden enkele Antwerpse apothekers bamboe in hun tuin staan – vraag me niet hoe dat kon. Zij verenigden zich en zorgden ervoor dat we er elke week mochten gaan snoeien om zo aan verse bamboe te geraken. Ik ben met die Chinezen ook eens naar de Beekse Bergen gereden, waar ze toen ook reuzenpand­a’s hadden. Voor mij was het echt een voorrecht om dat te mogen doen.

En dan ging je naar de olifanten. Een heel andere wereld, toch?

Er kwam een volledig nieuwe ploeg verzorgers bij de olifanten. Hovenier Tony vroeg of ik niet mee naar de olifanten wou gaan. Dat was verrassend, want van de vissen is het toch een grote stap. Maar ik deed het toch. Dumbo, Bombay, Jana, Dina en Daisy waren de eerste olifanten waar ik mee werkte. De laatste vier waren circusolif­anten uit Berlijn, heel gevaarlijk­e dieren die ontzettend stereotiep gedrag vertoonden. Zoals wiegen, dat beginnen ze te doen uit verveling, het is bijna niet mogelijk om hen daar vanaf te helpen. Met klikkertra­ining, zoals bij honden, hebben we hen toch nog veel kunnen leren. Dina en Daisy wonen nu samen in Mallorca, Bombay is intussen gestorven, ze haalde in 2001 het nieuws met een op maat gemaakte schoen. Ze was toen vijftig en had er al een leven als circusdier opzitten. Om een wonde aan haar voorpoot te verzorgen, kreeg ze een speciale olifantens­choen. Het is ons vrij goed gelukt om die wonde te verzorgen.

In de Egyptische tempel wonen ook giraffen en sinds kort zebra’s. Blij met het nieuwe perk?

Absoluut! Hun perk is dubbel zo groot nu. De combinatie met de zebra’s lukte niet meteen, maar nu leven ze vreedzaam samen. De zebrahengs­t beet in het begin altijd in de poten van de giraffen, maar sinds we hem vers gras geven, is hij niet meer geïnteress­eerd in de giraffen. Bij de giraffen hadden we vroeger ook een kweekgroep. Onder andere Barbie en Diamant heb ik weten geboren worden. Directeur Rudy Van Eysendeyk kwam vragen of we het dier Diamant konden noemen omdat toen juist het Diamantmus­eum op het Koningin Astridplei­n openging. Van Eysendeyk was ondanks de besparings­operatie een enorm fijne directeur. Hij stond echt tussen zijn personeel, wandelde hier elke dag rond en kwam steeds een hand geven en een praatje slaan.

Waar ben je het meest trots op?

Ik heb jaren geleden het leven van Barbie gered. Zij stond klaar om op transport naar Frankrijk te vertrekken, maar ze gleed van het platform en zat met haar poten klem tussen de kabels. Ik heb al mijn fors moeten gebruiken, maar heb haar toch kunnen loswrikken. Heel haar poot lag open, alles zat onder het bloed, maar ze was gered. De volgende dag zag ik haar weer en toen kwam ze met haar neus tegen mij staan. Wat een zalige job toch...

 ?? FOTO WALTER SAENEN ?? Marcel De Jaegher bij het standbeeld van Kai-Mook.
FOTO WALTER SAENEN Marcel De Jaegher bij het standbeeld van Kai-Mook.
 ??  ??
 ?? FOTO WALTER SAENEN ?? Marcel als trotse bompa tussen de klasgenoot­jes van kleindocht­er Chloé bij de olifanten.
FOTO WALTER SAENEN Marcel als trotse bompa tussen de klasgenoot­jes van kleindocht­er Chloé bij de olifanten.
 ?? FOTO WALTER SAENEN ?? De eerste 26 jaar als verzorger stond Marcel bij de vissen.
FOTO WALTER SAENEN De eerste 26 jaar als verzorger stond Marcel bij de vissen.
 ?? FOTO POL DE WILDE ?? Phyo Phyo toen ze nog in Antwerpen woonde. “We zijn haar zelf gaan halen in Engeland”, vertelt Marcel trots.
FOTO POL DE WILDE Phyo Phyo toen ze nog in Antwerpen woonde. “We zijn haar zelf gaan halen in Engeland”, vertelt Marcel trots.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium