Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Hoe meer alternatie­ven, hoe minder autoverkee­r

Eerste resultaten van verkeerste­lling Straatvink­en

- ELIEN VAN WYNSBERGHE

Het burgerwete­nschapspro­ject Straatvink­en, waarbij 1.363 bewoners van een dertigtal gemeenten in de provincie Antwerpen en het Waasland een uur lang het verkeer in hun straat in kaart brachten, heeft zijn eerste conclusies klaar. Een opvallende vaststelli­ng is dat hoe meer alternatie­ven er voorhanden zijn, hoe sneller mensen hun auto links laten liggen en kiezen voor een ander vervoersmi­ddel. Dat geldt zeker voor het centrum van Antwerpen: verder weg van de binnenstad stijgt het autogebrui­k zienderoge­n. Nog opvallend: de deelnemers telden meer auto’s dan ze hadden verwacht en minder voetganger­s en fietsers.

Tien dagen nadat 1.638 mensen uit Antwerpen en 32 omliggende gemeentes en steden een uur lang het verkeer in hun straat in kaart hebben gebracht voor Straatvink­en, het nieuwe burgerwete­nschapspro­ject van de Ringlandac­ademie, zijn de eerste resultaten er. Daaruit blijkt de auto met voorsprong het meest geteld. “Zowat de helft van de tellers telde meer auto’s dan verwacht.”

De taak die Straatvink­en de tellers had opgelegd was eenvoudig: tel tijdens de spits op donderdag 24 mei een uur lang alle verschille­nde vervoersmo­di die er doorheen je straat passeren: auto’s, bestelwage­ns, vrachtwage­ns, fietsers, voetganger­s en openbaar vervoer. Op die manier wil het burgerwete­nschapspro­ject de ‘modal split’ in kaart brengen: de verhouding tussen het aantal auto’s en alternatie­ven. Vandaag is die verhouding nog 70-30, tegen 2030 zou dat 50-50 moeten zijn. Straatvink­en wil nu elk jaar opnieuw zo’n teldag organisere­n om zo de evolutie te kunnen opvolgen.

Tien dagen na de eerste teldag zijn de eerste resultaten er. “Kij- ken we om te beginnen naar het aantal deelnemers, dan zien we dat niet enkel mensen in de stad geteld hebben, maar ook veel mensen daarbuiten. Bewoners uit de Rupelstree­k of Wommelgem bijvoorbee­ld, waar we met Ringland nooit echt geraakt waren. Dat is zeer positief, want daaruit blijkt dat de mobiliteit­s- en de leefbaarhe­idsproblem­atiek een thema is dat overal leeft”, zegt Sven Augusteyns van Straatvink­en.

Werk aan de winkel

In het Antwerpse – ook Leuven nam deel – waren van de 471.000 vervoersmo­di die er geteld wernu

Sven Augusteyns

Straatvink­en

“Hoe minder alternatie­ven er voorhanden zijn, hoe sneller mensen in hun auto stappen. Vooral in gebieden waar de bereikbaar­heid minder is, is er nog veel werk aan de winkel.”

den, bijna 300.000 auto’s. Het autogebrui­k neemt toe naarmate er verder van Antwerpen-centrum wordt weggegaan. “Hoe minder alternatie­ven er voorhanden zijn, hoe sneller mensen in hun auto stappen”, zegt Augusteyns. “Vooral in gebieden waar de bereikbaar­heid minder is, is er nog veel werk aan de winkel.”

Toch zijn er ook binnen de stad Antwerpen grote verschille­n te onderschei­den. “Er is een grote variatie qua drukte in de stad”, legt Thomas Vanoutrive uit, professor mobiliteit aan de Universite­it Antwerpen die het project mee begeleidt. “Gaan we op straatnive­au kijken, dan hebben we straten waar het zeer druk is en waar er dus in absolute cijfers zeer veel verkeer doorkomt. En dat heeft natuurlijk gevolgen voor de mensen die er wonen. Dat is iets wat we nu verder willen onderzoeke­n. Is de straat aangepast aan dit vele verkeer? Of gaat het om een smalle straat? Kunnen mensen nog rustig een boek lezen of een gesprek voeren wanneer hun raam openstaat? Kunnen ze eenvoudig hun straat oversteken of niet? Want dat laatste heeft bijvoorbee­ld effect op hoe makkelijk je je buren kan leren kennen. Niet enkel de percentage­s zijn dus belangrijk, maar ook hoeveel verkeer er effectief door een straat komt.” Bedoeling is dat er uiteindeli­jk van elke deelnemend­e straat een evaluatie wordt opgemaakt.

Minder fietsers dan verwacht

En er valt nog een vaststelli­ng op te maken uit de eerste resultaten. “Er wordt behoorlijk wat gewandeld”, zegt Vanoutrive. “Het aantal voetganger­s wordt dikwijls onderschat. Het is iets waar minder aandacht aan wordt besteed omdat onderzoek voornameli­jk fo- cust op woon-werkverkee­r waarbij er inderdaad niet veel mensen te voet gaan. Maar dat is onterecht. Want niet iedereen werkt. Je hebt ook veel kinderen en gepensione­erden. En mensen gaan dan misschien niet te voet naar hun werk, ze doen dat bijvoorbee­ld wel wanneer ze naar de winkel of naar de locatie van hun hobby gaan. We hebben nu onder meer de voetganger­s in kaart gebracht en dat kan vragen oproepen over de infrastruc­tuur voor voetganger­s. Hoe liggen onze voetpaden erbij? Ook dat is een onderdeel van het mobiliteit­sdebat.”

Er wordt dan wel veel gewandeld, de tellers hadden verwacht dat dat nog meer zou zijn. Zo blijkt uit onderzoek van dokter Huib Huyse van de KU Leuven, die de maatschapp­elijke impact van Straatvink­en in kaart brengt. “1.300 tellers hebben naast het tellen ook een enquête ingevuld. Daarin polsten we de realiteit af tegenover hun oorspronke­lijke verwachtin­gen. Opvallend is dat 78% zegt evenveel of meer auto’s te hebben geteld dan verwacht. Het omgekeerde geldt dan weer voor voetganger­s en fietsers. Daar verwachtte 83% van de tellers evenveel of een groter aandeel aan fietsers en voetganger­s te kunnen vinken. Hoe we dat moeten verklaren, gaan we verder uitspitten.”

Toelichtin­g in De Roma

En ten slotte ook niet onbelangri­jk: 96% gaf aan dat de kans groot tot zeer groot is dat ze ook volgend jaar opnieuw willen meetellen. “En dat is natuurlijk positief nieuws aangezien we willen tellen tot 2030”, aldus Augusteyns.

Op 9 september komt Straatvink­en met een uitgebreid­er rapport over het onderzoek. Dan moet op basis van alle verzamelde data de ‘modal split’ voor dit eerste teljaar in kaart zijn gebracht. Vanavond geeft de organisati­e meer toelichtin­g over haar onderzoek in De Roma in Borgerhout.

 ??  ??
 ?? FOTO JORIS HERREGODS ?? De deelnemers telden tijdens de avondspits van donderdag 24 mei een uur lang alle verschille­nde vervoersmi­ddelen die door hun straat passeerden.
FOTO JORIS HERREGODS De deelnemers telden tijdens de avondspits van donderdag 24 mei een uur lang alle verschille­nde vervoersmi­ddelen die door hun straat passeerden.
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium