Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Meteen na verlamming al aan de slag met staprobot
RevArte in Edegem wil brein patiënten zo snel mogelijk leren omgaan met nieuwe loopbeweging
Zo snel mogelijk weer stappen met behulp van een staprobot, na een verlamming ten gevolge van een beroerte (CVA) of een dwarslaesie, is beter dan eerst gewoon revalideren en de staprobot pas inzetten als postrevalidatie. “Dat bewijst wetenschappelijk onderzoek”, zegt neuropsycholoog en directeur Christophe Lafosse van revalidatieziekenhuis RevArte in Edegem. Zijn ziekenhuis startte zopas met de inzet van een staprobot voor zijn patiënten.
door kinesisten Marc Troch en Jorien Van Doren, probeert rolstoelgebruiker Eddy (62) zich rechtopstaand voort te bewegen met de staprobot amper drie weken nadat hij werd getroffen door een beroerte. Bij RevArte gaat Eddy nu driemaal per week aan de slag met de staprobot.
Nadat het AZ Herentals het gebruik van de staprobot in ons land introduceerde door een postrevalidatieafdeling te openen, gebruikt RevArte nu als eerste de staprobot in de eerstelijns revalidatie. “En wel zo snel mogelijk na het incident of ongeval dat de patiënt meemaakte”, zegt Christophe Lafosse. “Daarmee bedoel ik een of twee weken na de stabilisatie van de patiënt.”
“Want wetenschappelijk onderzoek duidt erop dat de hersenen in de nog acute fase na een incident dat iemand opzadelt met bewegingsbeperkingen – bijvoorbeeld een verlamming ten gevolge van een beroerte (CVA), of een dwarslaesie – sneller beïnvloed worden. In die beginfase gaat ons brein daar anders mee om dan in een latere fase, bijvoorbeeld als een patiënt al maanden gewone revalidatie heeft gevolgd.”
Eerder was al gebleken dat het herhaalde stappatroon met de staprobot zorgt voor snellere revalidatie en levert het ook positieve resultaten op bij patiënten met zware verlammingen. Maar dat patiënten na een beroerte, een dwarslaesie tot op niveau C7, of andere ruggengraatletsels en neurologische aandoeningen beter af zijn als ze zo snel mogelijk opnieuw rechtstaan en aan het wandelen gaan met de staprobot, is een nieuw inzicht.
De staprobot imiteert een natuurlijk gangpatroon met behulp van sensoren die motoren activeren en de patiënt zo stappen doen zetten. Hij is uitgerust met software die maar liefst 500 maal per seconde het gangpatroon en de heupzwaai die nodig is om vooruit te gaan berekent.
Dat voorkomt dat de patiënt struikelt. Zeker in het begin van een therapie waarbij het nog zoeken is naar een lichaamshouding om in evenwicht te blijven. In veel gevallen zijn en blijven krukken wel nodig als extra steun wanneer de patiënt later alleen loopt.
Via de staprobot probeert men bij RevArte de kwaliteit van het stappatroon te verbeteren en in te slijpen: “De hersenen moeten zo snel mogelijk die nieuwe loopbeweging leren opslaan.”
“Het geeft me een doel”
Eddy heeft het, zo kort na zijn beroerte, fysiek nog zwaar om met het exoskelet te leren lopen, maar hij is een doorzetter en wil dit ook absoluut: “Je moet je herpakken. Mijn leGeholpen ven veranderde van de ene op de andere dag. Ook dat van mijn vrouw en kinderen. Ik heb het nog niet aanvaard, maar lopen met deze staprobot geeft me een doel en dat moét ik hebben. Ik kijk er telkens naar uit om ermee te lopen. Alleen al om weer rechtop te staan na mijn verlamming, betekent emotioneel heel veel voor me. Allemaal dankzij het team dat me hier begeleidt. Ik wil dat mensen die hetzelfde meemaken als ik weten wat de mogelijkheden tegenwoordig zijn.”
Ook voor patiënten die geen zicht op verbetering hebben op hun toestand, helpt de staprobot om hun conditie op peil te houden. Rechtop bewegen voorkomt hart- en longproblemen, botontkalking en zorgt voor veel meer levenskwaliteit.
“Robotica wordt een van de belangrijke hulpmiddelen van de revalidatie”, zegt Christophe Lafsosse. “Wij zetten deze exoskeletten nu al in bij de revalidatie van onze eigen patiënten. In het AZ Herentals kunnen mensen terecht voor postrevalidatie. Er zullen nog veel ziekenhuizen in Vlaanderen ons volgen.”
Christophe Lafosse
Directeur RevArte “Robotica wordt een van de belangrijkste hulpmiddelen bij de revalidatie.”