Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Moet een beer als Lukaku meer eten dan een pluimpje als Mertens?
Philippe: “Natuurlijk. We proberen spelers zo individueel mogelijk te begeleiden. We doen bloedafnames, volgen hun lichaamssamenstelling en hydratatiestatus op, testen voedselallergieën en -intoleranties en gaan na welke bouwstoffen, voedingsstoffen, vitaminen en mineralen ze nodig hebben. We houden ook rekening met de intensiteit van de trainingen.”
Nicolas: “Spelers weten dat intussen. Ze hebben hun lichaam doorheen de jaren leren kennen. Als er minder intensief getraind wordt, geven we ’s avonds minder koolhydraten. Maar een dag voor de wedstrijd of de dag van de wedstrijd gaan we die net stimuleren. Soms hebben spelers daar vragen bij, dat koolhydraten niet goed zouden zijn. Dan leggen we hen uit dat dit onzin is en dat ze die wel degelijk nodig hebben. Indien nodig zeg ik dat ze van een bepaald product meer of minder moeten eten of drinken,
zelfs tot in de kleedkamer.”
Philippe: “Sommige spelers zijn heel bewust met hun gezondheid bezig en werken intensief met Nicolas samen. Anderen vertrouwen op onze aanpak en stellen zich minder vragen. Bij de jeugdploegen proberen we spelers aan te moedigen om de juiste voeding te kiezen. Dan gaan we naast hen staan als ze hun bord vullen. Zo kunnen we hen vragen: Waarom neem je groenten, waarom neem je pasta? Zo leren
ze zelf na te denken over wat ze eten.”
Bartel: “We proberen een verhaal te steken achter de maaltijden: welke producten het zijn, hoe ze bereid zijn... Als je dat vertelt, zijn mensen automatisch veel meer geïnteresseerd. We vertellen dan bijvoorbeeld over welke kippen we serveren en wat ze te eten krijgen. Vrije loop, buiten, lijnzaadolie, mais... Als je dat vertelt, zijn ze geïnteresseerd en is het plezant.”