Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Wij kijken wel met een pint aan onze toog in Mariaburg”
Hoge prijzen, angst voor hooligans en aantrekkelijkheid van gastland houden veel fanclubs weg van WK
“Wij hebben besloten om niet naar Rusland te gaan, het is gewoon veel te duur”, betreurt Romain de Clerq (57). “Er zijn er wel een paar die op eigen houtje gaan, maar als fanclub was het niet te regelen.” De Clerq is voorzitter van de Mariaburgse Duivels, een supportersclub met Den Treffer op de Willy Staeslei in Ekeren als stamlokaal. De voorbije jaren was de opkomst nochtans niet slecht. “Tijdens de kwalificatiewedstrijden zijn we wel vaak gegaan. Op het EK in 2016 zijn we naar alle wedstrijden van de Rode Duivels gaan zien, tot ze eruit lagen.”
In Brazilië waren de Mariaburgse Duivels ook aanwezig. “Maar de interesse is nu gewoon veel minder. Vooral omdat alles zoveel kost. Enkel voor vervoer en verblijf tijdens de groepsfase ben je al snel 7.000 euro kwijt. En we hebben gehoord dat een pint er maar liefst 20 euro kan kosten. Volgens ons drijven ze de prijzen op omdat ze weten dat voetbalsupporters toch sowieso zullen drinken.” Dat drinken lijkt er voor De Clerq zeker bij te horen. “Het ministerie van Buitenlandse Zaken zegt dan nog dat we beter niet
in het openbaar drinken in Rusland. In dat geval blijven we wel achter onze toog zitten in Mariaburg.” Hooligans
De prijs en het gebrek aan een stevige pint zijn niet de enige redenen voor Romain en co om thuis te blijven. “Er zijn gewoon andere landen die ons meer aanspreken. Een toernooi in Italië, Frankrijk of Spanje is veel interessanter. We zijn de cultuur meer gewoon. In Rusland begrijpen we niets van de taal.” Bovendien zouden ze zich niet volledig op hun gemak voelen. “Al wat je hoort over die hooligans, baart ons wel wat zorgen.”
“Met wat ik opvang van andere supportersclubs, denk ik dat er niet erg veel volk zal zijn in Rusland. Ik denk dat ze in sommige wedstrijden maar met duizend zullen zijn. Maar langs de andere kant wil dat niet zeggen dat we de supporters niet zullen horen. In Bosnië waren we ook maar met 750 en waren we een pak luider dan de thuissupporters”, besluit De Clerq.