Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Topvolleyb­aller wordt (interim)- bouwvakker

Doet even carrièresw­itch

- HANS JACOBS

Normaal gezien sloopt hij de tegenstand­er aan de andere kant van het net, maar dezer dagen breekt hij ramen, deuren en muren uit en knapt hij andere bouwklusse­n op. Na een hels avontuur in het Iraanse Teheran en voor hij weer aansluit als topvolleyb­aller bij de nationale ploeg, is Simon Van de Voorde (28) even bouwvakker. “Respect voor de mannen in de bouw. Het is hard labeur.”

Van de volleybalv­loer naar het parket. Het lijkt een kleintje voor dubbele meter Simon Van de Voorde. Nauwkeurig meet hij op en zaagt hij planken op maat. Alsof hij nooit anders heeft gedaan. Met dank aan een aannemer die het aan zijn rug kreeg. “Ze waren aan het verbouwen in ons huis, gyprocplat­en tegen de zoldering aan het plaatsen. Ofwel lagen de werken enkele dagen stil tot de aannemer weer kon werken, ofwel hielp ik mee. Ik stelde voor: Ik ken er absoluut niets van, maar

ik wil wel meehelpen. Ik ben begonnen met kleine dingskes, vond het plezant, leerde veel bij en vroeg of ze geen hulp nodig hadden voor hun andere werven.”

En dus is Van de Voorde in- tussen dagloner via het interimkan­toor Randstad. “Sommige dingen, zoals muren pleisteren of metselen, vragen wat meer finesse en ervaring. Die dagen werk ik niet. Maar muren en ramen uitbreken, leidingen trekken, parket zagen, vloeren helpen leggen: geen probleem.”

En zo komt Van de Voorde ook weer een stukje dichter bij zijn ultieme bouwdroom. “Ooit willen we een mooi herenhuis in Leuven. Als je dat, alles afgewerkt en in orde, moet kopen, ben je een miljoen euro kwijt. Dat kan ik jammer genoeg niet betalen. (lacht) Als het er ooit van komt, zal ik het zelf moeten verbouwen. Op deze manier leer ik bij. Mijn collega’s zeggen dat ik snel met alles weg ben. En mijn baas durft wel eens te stoefen dat hij een profvolley­baller onder zijn hoede heeft.” (lacht)

Toegegeven, onopgemerk­t komt hij met zijn 2m08 nergens binnen. Altijd maar bukken, sleuren, boren, zagen, slopen: dat kan niet anders dan nefast zijn voor zijn lange lijf, toch?

“Topsport is óók belastend en door de pijngrens gaan. Oké, ik belast mijn lichaam nu op een andere manier, ik buk mij veel meer. En na een lange dag – ik sta

om zes uur op en kom rond vijf uur ’s namiddags thuis – is mijn kaars uit. Respect voor de mannen in den bouw. Dat is hard labeur, buzze geven.”

De volleybal- en fitnesstra­iningen staan dus even on hold.

“Er zijn ongetwijfe­ld mensen die zich na zo’n job nog sportief gaan afbeulen, maar ik krijg dat niet gecombinee­rd. Nu, het was geen zwaar seizoen en ik had geen blessures. Ik kon me het dus permittere­n om even een ander fysiek werk te doen. Ik had ook even geen plezier meer in volleybal en wilde ook tijd nemen voor ons zoontje na enkele moeilijke maanden.”

Kasplant in Teheran

Augustus 2017. Van de Voorde ruilt de Italiaanse topclub Trentino voor Paykan Teheran. In de hoofdstad van Iran, land van de ayatollahs. Met gemengde gevoelens kijkt hij terug op dat avontuur.

“Ze kunnen echt wel volleyball­en, hoor. Maar met veel show. Ze dagen elkaar ook constant uit, zoeken ruzie met de scheidsrec­hters, met het publiek. Ze willen wel volleyball­en, maar er niet voor trainen. Daar had ik veel moeite mee. In december ben ik met de trainer gaan babbelen, dat het zo niet verder kon. Ik zei hem: Je moet meer eisen op de trainingen. Hij zei mij vlakaf: Dat is mijn taak niet. Toen dacht ik: Oké, ik doe mijn seizoen uit, en klaar.”

Niet alleen op het veld, ook ernaast verliep niet alles op rolletjes. Zo was het sociale contact onder ploegmaats onbestaand­e.

“Na een training ga je hier wel eens samen iets eten of iets drinken met je teamgenote­n. In Teheran gebeurde dat nooit. We deden nooit iets onder elkaar, of althans: ik werd niet uitgenodig­d. Bovendien spraken de mensen amper Engels en aan Farsi ben ik niet begonnen, te moeilijk. De coach sprak Farsi, de spelers onderling Turks, het was een warboel. En naar ons buitenland­ers werd niets gecommunic­eerd. We moesten maar zien wat de anderen deden. Ik voelde mij een beetje een kasplant op mijn appartemen­t.”

Eén keer bezocht zijn vrouw hem, voor vijf dagen. Nooit heeft ze hem zien spelen.

“Ze mocht de zaal niet binnen. Uitzonderl­ijk mocht ze als vrouw meereizen met de ploeg, maar ze mocht wel niet aan de spelerstaf­el zitten. Dan ben ik maar bij haar gaan zitten. En als we niet getrouwd waren geweest, had ze niet eens op mijn appartemen­t hebben mogen verblijven.”

Al goed dat de tussentijd­se carrièresw­itch naar Iran Van de Voorde een spaarcent heeft opgeleverd. “Ik moet nog altijd 60 à 70 procent van mijn loon krijgen. Ik hoop dat het proper wordt opgelost, anders zat ik daar een jaar voor niets.”

Met België naar WK

Sinds Teheran heeft Van de Voorde geen ploeg, maar zorgen maakt de middenman met ervaring in topcompeti­ties als Polen en Italië zich niet. Bovendien sluit hij in juli weer aan bij de nationale ploeg, waar hij de voorbije jaren een vaste waarde was, in de aanloop naar het WK volleybal.

“In Teheran kon ik mij niet in the

picture spelen van Europese ploegen, de nationale ploeg kan daarbij helpen. Ik heb nu echt weer zin in volleybal. Nog even in de bouw en het is weer volop volleyball­even en gedaan met het werfleven.”

Dan mag Van de Voorde weer tegenstand­ers slopen in plaats van muren.

 ?? FOTO BELGA ??
FOTO BELGA
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium