Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Trottoirs staan nu nog voller”
Met Mobit heeft Antwerpen nu een derde leverancier van deelfietsen. Het bedrijf start met 300 groene fietsen, maar plant in het najaar al een uitbreiding tot buiten de Singel. Deskundigen vrezen dat er een overaanbod ontstaat waarvan vooral de voetgangers het slachtoffer worden. Antwerps schepen van Mobiliteit Koen Kennis (N-VA) ziet echter nog veel groeimogelijkheden en verwacht dat mensen overschakelen van een eigen fiets naar een deelfiets.
Het bedrijf Mobit is met zijn groene fietsen de derde aanbieder van deelfietsen, naast de rood-witte Velo-fietsen en de blauwe van Cloudbike. Niet iedereen is overtuigd dat dit een goede evolutie is. “Er dreigt een marktoorlog tussen deelfietsbedrijven”, zegt fietsblogger Stijn Wens.
Met de komst van Mobit breidt het aanbod in Antwerpen uit met 300 deelfietsen. Het allereerste deelfietssysteem Velo telt 3.800 fietsen en Cloudbike heeft er 300 in de stad staan. Mobit is al in vier steden actief. In het najaar wil het bedrijf al uitbreiden naar de buurt buiten de Singel.
“In Antwerpen komen we met een primeur: het hybride fietsdelen”, zegt Alexander De Bièvre, medeoprichter van Mobit. “We werken onder meer met vaste plekken via geopositioning, waar de fietsen moeten worden achtergelaten. Daarnaast is er de Slim naar Antwerpen Dagpas voor de pendelaars aan twaalf park-andrides. Voor een kleine toeslag mag de klant de fiets achterlaten waar hij of zij wil. Dit heet free
floating.”
Fietsen in de bomen
Vooral het systeem van free floating zorgde in Amsterdam en Rotterdam voor veel problemen. De fietsen lagen opgestapeld aan stations of hingen in bomen. “We hebben uit het buitenland geleerd”, zegt Antwerps mobiliteitsschepen Koen Kennis (N-VA). “Wie in Antwerpen wil beginnen, moet een vergunning aanvragen met duidelijke afspraken. We hebben het maximum op vier vergunningen gelegd, goed voor 2.250 extra deelfietsen. Twee vergunningen zijn al verleend aan Cloudbike en Mobit.”
De schepen is overtuigd dat er nog wel ruimte is voor deze vorm van mobiliteit. “Veel mensen gebruiken al deelfietsen, maar er zijn er ook nog veel die het nog niet doen”, zegt hij. “Bovendien zie je dat elk bedrijf iets anders aanbiedt. Concurrentie is goed, want het houdt deze sector scherp.”
Stijn Wens van de fietsblog Antwerpenize is er echter niet gerust in. “15% tot 20% van het gezinsbudget gaat naar mobiliteit”, zegt hij. “Veel bedrijven die niet met mobiliteit bezig zijn, weten dit en richten zich daar nu op. Het zijn vooral techbedrijven die applicaties ontwikkelen die van toepassing zijn op deelfietsen. Als je de markt laat spelen, dreig je in een oorlog te komen tussen deze firma’s en dat op het openbaar domein. Deze deelfietsen staan op het trottoir, met als gevolg dat er weer minder ruimte is voor voetgangers, rolwagengebruikers en mensen met kinderwagens. Allemaal omdat het stadsbestuur geen parkeerplaats voor auto’s wil opofferen voor fietsstalplaatsen.”
Ook mobiliteitsexpert Dirk Lauwers deelt deze bezorgdheid. “Het aantal fietsenstallingen is nu al ondermaats”, zegt Lauwers. “Als daar dan deze deelfietsen nog eens bijkomen, zal de druk op het trottoir alleen maar toenemen.”
Schepen Kennis wijst erop dat er extra fietsenstallingen en parkeervakken worden aangebracht in Antwerpen. “We kijken ook naar inpandige fietsparkeerplaatsen”, zegt de schepen. “Ik verwacht dat mensen hun eigen fiets gaan inruilen voor een deelfiets, zoals we ook zien in het wagenbezit. Zo ontstaat er meer plek. Als blijkt dat de deelfietsen minder dan driemaal per dag worden gebruikt, zal het aantal worden teruggeschroefd.”
Is er met de technologische ontwikkelingen rond deelfietsen nog wel een toekomst voor Velo met de fysieke stations? “Velo heeft met een concessie die nog tien jaar geldig is feitelijk een monopolie”, zegt Kennis. “Met de bedrijven als Cloudbike en Mobit omzeilen we dat wat. Ik verwacht dat we niet meer moeten werken met vaste stations als deze systemen eenmaal volwassen zijn.”
Stijn Wens
Fietsblogger
“Deze deelfietsen staan op het trottoir met als gevolg dat er weer minder ruimte is voor voetgangers.”