Gazet van Antwerpen Stad en Rand

BK wielrennen

BK TIJDRIJDEN OP 21 JUNI IN ANZEGEM, BK OP DE WEG OP 24 JUNI IN BINCHE

-

Een reuzemilks­hake – Yves Lampaert (27) met mokka, Oliver Naesen (27) met chocolade – als afscheidsd­rink van hun Belgisch kampioenen­jaar. Voor de uittredend­e tijdritkam­pioen en wegkampioe­n hun zwart-geel-rood kleinood opbergen, poseren ze nog één keer in vol ornaat. Eenvoudig was dat niet. Naesen heeft nog slechts twee exemplaren liggen, Lampaert nog maar eentje. “Ik heb er al meer dan vijftig weggegeven”, zegt Naesen. “Als je alle mensen moet geloven, zijn er in Vlaanderen 150.000 wielermuse­a.”

Hoe hebben jullie dat seizoen als Belgische kampioen beleefd?

Naesen: “Pure waanzin. Tijdens elke training claxonnere­n er minstens tien auto’s. Op de koers duurt het soms tien minuten om tien meter naar de ploegbus te stappen. En na de Ronde van Vlaanderen piepten mijn oren. Zes uur aan een stuk hoorde ik niets anders dan toeschouwe­rs die Oli, Oli, Oli riepen.”

Lampaert: “Dat moet een kick geven. Zo’n trui geeft zo veel meer aanzien, maar je valt ook meer op. Anoniem koersen gaat niet meer.”

Naesen: “In het voorjaar reed ik eens achteraan. Dan hoorde ik de mensen roepen: Daar zie, de Belgische kampioen is al gelost.”

Lampaert: “Ook door de andere renners word je meer geviseerd.”

Naesen: “Zonder die trui had ik dit voorjaar misschien wel prijs kunnen rijden. In de Omloop zat ik in de kopgroep en viel ik een paar keer deftig aan, maar ik kreeg nooit ruimte. Tweehonder­d meter verder doet Valgren een identieke attack en niemand reageert. Die trui werkt als een rode lap op een stier.”

Is Oliver Naesen ook als mens veranderd?

Lampaert: Hij zweeft een beetje.”

(lacht)

Naesen: (verslikt zich tijdens het slurpen) “Ik zie al een tijdje de grond niet meer. Neen, serieus: ook al ben ik Belgisch kampioen, ik heb er geen probleem mee om voor een ander te rijden. Als je het BK wint op een biljart en je hebt met Bardet een ploegmaat die podium rijdt in de Tour, dan moet je niet moeilijk doen om zelfs in de kasseirit van de Tour je fiets af te geven als Bardet lek rijdt. Doe je dat niet, mag je – Belgisch kampioen of niet – het jaar nadien in de fabriek gaan staan.”

Lampaert: “Of het zal zeker voor een andere ploeg zijn. De kans is groter dat Bardet tijd verliest doordat jij niet voor hem hebt gewerkt, dan dat jij er voordeel uit haalt.”

Naesen: “Supporters begrijpen dat niet. Toen ik in de Tour tijdens een bergrit op kop reed van het peloton, kreeg ik ’s avonds sms’en: Amai, jij bent zo sterk. Terwijl er toen meer renners weer konden aansluiten dan dat er moesten lossen.”

Lampaert: “Oli is een toffe coureur en een toffe kerel. Het was een Belgische kampioen met wie iedereen gelukkig was. Dat is al anders geweest.”

Naesen: “Jasper Stuyven werd derde op een halve meter, maar tijdens de podiumcere­monie stonden zijn supporters wel met die van mij te verbroeder­en. De broer van Sep Vanmarcke zei: Ik heb u vervloekt, maar ‘t is u gegund.”

Lampaert: “De collega’s die u proficiat komen wensen, dat doet iets.”

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium