Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Chadli mengt zich in discussie over driemansdefensie
Nacer Chadli staat dicht tegen de ploeg. Als er iets met de flankspelers Meunier of Carrasco gebeurt, staat de 28-jarige alleskunner van West Bromwich Albion klaar. Maar als het over zijn speelkansen gaat, is de discussie die al sinds het begin van de voorbereiding woedt onvermijdelijk: met drie of met vier verdedigers?
Eerst de 3-4-3. Nacer Chadli is daar de eerste invaller voor de meest ondankbare positie in dat favoriete systeem van bondscoach Roberto Martinez. “Het is niet makkelijk”, zegt Chadli. “Je moet verdediger én aanvaller zijn. Als je het beheerst, is dat wel een wapen.“En dan, fier: “Ik kan het links en rechts.”
Maar is het leuk? Carrasco (links) en Meunier (rechts) zijn de spelers die sinds het begin van de voorbereiding het meest kritisch benaderd werden. Meunier in de voorbereidingswedstrijden, Carrasco na Panama. Omdat hij verantwoordelijk was voor die ene grote kans die Panama kreeg. De bondscoach nam Carrasco in bescherming. “Carrasco deed het ongelooflijk goed”, aldus Martinez. “We kijken te veel naar wat een speler met de bal doet in plaats van te kijken naar wat hij doet zonder. Hij was sterk in zijn defensieve taken. Hij verdedigde als eerste. Ik was tevreden over zijn prestatie.”
Ook de driemansdefensie die de ondankbare rol op de flank in de hand werkt en al sinds de voorbereiding een thema in de discussies is, kwam er nog eens mee nadrukkelijk op tafel. “Het is een systeem waar we ons goed in voelen”, zegt Chadli. “We hoeven dat niet te veranderen. Maar we beheersen ook andere systemen. 3-5-2 bijvoorbeeld. Daar hebben we ook op getraind. En in de oefenwedstrijd tegen Japan hebben we met zijn vieren achteraan gespeeld, in een 4-4-1-1. Ik ga niet mee in de discussies. Ik vind dat Carrasco en Meunier het goed doen, al sinds het begin van de kwalificatie. Ik zou ook graag wedstrijden spelen, aan duels beginnen. Maar het is toch de coach die beslist.”
“Alles is al uitgevonden in het voetbal”, zegt bondscoach Martinez. “Alles gaat in trends. Als je met vier achterin speelt, vragen ze: waarom niet met drie? Speel je met drie, dan vragen ze: waarom niet met vier? Het gaat erom goed te zijn in wat je doet. En we zijn goed met drie. Maar ik geef toe: we moeten ook flexibel genoeg zijn om ons aan te passen. Soms verplicht de tegenstander je om flexibel te zijn.”