Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Na al die jaren weet ik één ding: op een BK kan alles”
Ervaringsdeskundige par excellence Philippe Gilbert rijdt zijn vijftiende BK bij de profs
Als ervaring de doorslag geeft, hoeft Philippe Gilbert de Belgische trui zondag maar op te pikken. Minder dan twee weken voor zijn 36ste verjaardag staat hij voor zijn vijftiende BK in zestien jaar. Of hij even wilde terugblikken? Dat kon. Waarna hij er in sneltreinvaart al zijn BK’s doorjoeg. Met één constante: zeldzaam zijn de kampioenschappen waarop hij geen hoofdrol vervulde. De concurrentie is gewaarschuwd.
2003 Vilvoorde Winnaar: Geert Omloop Gilbert: tiende Je eerste BK bij de profs. Weet je nog waar het was en wie won?
“Was het in Ruddervoorde? En dingen won, die kermiscoureur, Omloop.”
Bijna juist. Het was in Vilvoorde.
“Just. Ik was neoprof. Het BK is voor mij altijd een speciale wedstrijd gebleven, maar als neoprof was het heel speciaal. Jonge coureurs zullen dat herkennen. Ik had nog niet te vaak met al die grote coureurs gereden. Museeuw, Nuyens… Op een BK koers je plots tegen de allerbesten van België. Bijzonder.”
2004 Tessenderlo Winnaar: Tom Steels Gilbert: zesde Wat opvalt: Spurter Tom Steels wint. Maar niet in een massaspurt. BK’s eindigen ondanks de vaak behoorlijke vlakke parcours zelden in een massaspurt. Slechts twee keer in jouw carrière.
“Zo onlogisch is dat niet. Je start al met een kleiner peloton en omdat elke Belgische prof meedoet, is het niveau redelijk laag. Dan krijg je haast automatisch een selectie. De kans dat je met een heel grote groep naar de meet gaat, is klein.”
Net als een jaar eerder vormde je als enige Belg van het Franse FDJ een eenmansploegje op het BK. Zo zullen er ook dit jaar weer zijn: Stuyven bij Trek, De Vreese bij Astana. Eenzaam?
“Ik heb alles gehad in mijn carrière: helemaal alleen, een paar ploegmaats, een grote ploeg rond mij… Eerlijk: zo veel heeft het mij nooit uitgemaakt. Alleen rijden heeft ook zijn charme. Als ik mij niet vergis, had ik in het begin zelfs geen mecanicien of verzorger. Mijn familie stond aan de kant met wielen. Moest ook wel. Ik denk dat je pas vanaf vijf renners een volgauto krijgt. Aldus het reglement. Maar ook dat kan plezierig zijn.”
2005 Saint-Hubert Winnaar: Serge Baguet Gilbert: opgave De enige keer in al die jaren dat er DNF – did not finish – achter je naam verscheen.
“En alleen al daarom mijn ellendigste BK. Ik was ziek. Voedselvergiftiging. Halfweg de wedstrijd moest ik plots overgeven. Jammer, het was een mooi parcours. Ik had er meer van verwacht.”
Klopt. De archieven leren dat je voor het eerst bij de favorieten genoemd werd.
(lacht) “Typisch iets van journalisten. Het WK was in Wallonië, ik was uit de buurt en dan noemen ze je direct favoriet. De feiten waren anders. Dat was nog met Van Petegem, Axel Merckx, Verbrugghe, Boonen… allemaal veel betere renners dan ik toen.”
2006 Antwerpen Winnaar: Nico Eeckhout Gilbert: tweede Je eerste podiumplaats!
“En de eerste keer dat ik had kunnen winnen. Ik had goede benen. Halverwege het parcours lag een technische strook met kasseien en bochten. Daar demarreerde ik. Boonen kwam achter mij. Hij bleef eerst nog een tijdje hangen op 20 meter, maar kwam toch aansluiten, met nog één of twee renners. Maar we draaiden niet goed rond. Achter ons hebben ze het toen op een akkoord gegooid en hebben ze Eeckhout teruggebracht. In de laatste kilometer kwam hij bij ons en hij maakte er een heel lange sprint van. Ik dacht eerst nog: perfect voor mij. Tot bleek dat ik er niet meer over raakte.”
Een akkoord, hoor ik je zeggen. Combines! Is ook dat typisch aan een BK?
“Dat wordt soms gezegd. En er zal wel eens iets afgesproken worden. Maar eerlijk, zelf weet ik dat weinig van. In de koers merk je er minder van dan op tv.”
2007 Ronse Winnaar: Stijn Devolder Gilbert: derde Ook van deze wedstrijd ken je de details?
“Daar was niet veel te onthouden aan. Devolder was die dag twee keer beter dan al de rest. We konden er alleen maar naar kijken.”
Devolder werd tijdens jouw carrière drie keer Belgisch kampioen. Bestaat dat, ‘een kampioenschapsrenner’?
“Dat denk ik wel. Je moet vooral top kunnen zijn op één dag. Devolder kon dat. Hij presteerde altijd in dezelfde koersen ijzersterk. In de Ronde van Vlaanderen stond hij er, in Roubaix, amper één week later, was het al veel minder. Raar, toch? Zo was het ook met het BK. De weken ervoor was hij vaak niet super, maar de zondag van het BK was er niets tegen te beginnen. Dan ben je een kampioenschaps-
renner.”
Is Philippe Gilbert een kampioenschapsrenner?
“Ik doe het alleszins graag. Maar misschien nog het meest omdat het op plaatselijke rondjes is. Ik vind dat plezant. De wereldbekerkoersen in Canada, het BK, het WK… daar heerst een speciale sfeer. Dat ligt mij.”
Na die derde plaats in Ronse zeg je tevreden te zijn met de derde plaats. Want: “een renner die naar de Tour gaat, moet hier nog geen honderd maar negentig procent zijn”.
“Dat vind ik nog altijd. Een week voor de Tour moet je een beetje reserve houden. Al is het dit jaar weer anders, nu er uitzonderlijk twee weken tussen het BK en de Tour zijn. Dat wordt wat zoeken deze keer.”
2008
Knokke-Heist
Winnaar: Jürgen Roelandts Gilbert: 24ste Je eerste BK dat je uitrijdt zonder toptienplaats.
“De schuld van Gert Steegmans. Op vijf kilometer van de meet was ik gedemarreerd. Alleen Steegmans volgde. Maar Steegmans reed bij Quick.Step en net als Lotto zetten ze alles op de spurt. Hij wilde niet meewerken. Stom, anders wint hij altijd. En ik was waarschijnlijk blij geweest met een tweede plaats. Hij heeft er nog altijd spijt van.”
Ons viel vooral de tweede plaats van Sven Vanthourenhout op.
“Een crosser! Dat is ook een BK. Iedereen mag meedoen. Ik zie soms renners van wie mij hooguit het gezicht bekend voortkomt. Of hele ploegen die ik niet ken. Waarvan ik de trui zelfs nog nooit gezien heb. Dat zijn dan continentale ploegen. Als renner van een WorldTourploeg koers je daar doorgaans nooit tegen.”
Moet dat kunnen? Het zorgt voor gigantische niveauverschillen.
“Ze betalen allemaal voor hun vergunning, dan mogen ze van ook aan het BK meedoen. En dat ze soms wat vaker in mijn wiel kruipen? Och, die jongens proberen mee te schuiven met de goeden. Dat mag van mij.”
2009
Aywaille
Winnaar: Tom Boonen Gilbert: tweede Een BK georganiseerd door je eigen fanclub, eindelijk heb je als Lottorenner een grote ploeg rond je en weer win je niet.
“Dat bedoel ik. Alleen of veel ploegmaats rond je: het gaat toch om de benen. Als je sterk bent, moet je gaan. Die dag heb ik er alles aan gedaan. Maar op het einde kwam alles samen, had Tom een paar goede ploegmaats en won hij in de spurt.”
Had je broer als medeorganisator de aankomst op een lastiger strook gelegd, jij had wellicht gewonnen.
(haalt de schouders op) “Als, als… Als we zo beginnen, kan je elke koers winnen. Met als en indien zou ik vandaag het palmares van Merckx hebben.”
Of kan een renner gebukt gaan onder de druk in eigen streek te moeten rijden?
“Dat was het bij mij niet. Het was vooral leerrijk. Daar heb ik mij als renner gerealiseerd dat je soms wat meer respect voor organisatoren moet hebben. De winnaar van het BK kreeg in die tijd zo’n 1.500 euro. Als renner denk je: is het dat maar? Maar als je ziet wat zo’n BK kost. Dik 200.000 euro, en dan moet je nog de VIP’s van de bond betalen. Dat is niet evident.”
2010
Leuven
Winnaar: Stijn Devolder Gilbert: tweede Je vierde podiumplaats in vijf jaar, maar weer geen zege. Vreesde je even een Van Petegem, Eddy Planckaert of – vooralsnog – Greg Van Avermaet te worden, grote renners die vergeefs probeerden Belgisch kampioen te worden?
“Het scheelde niet veel of het werd een obsessie, ja. ‘Gaat dat nu blijven duren?’ Dat gevoel. Ik reed altijd goede wedstrijden, stond altijd op het podium, maar kon nooit met die trui naar huis. Frustrerend.”
Toch ook leerrijk op dat moment?
“Absoluut. Toon nooit te snel dat je de beste in koers bent. Ik was die dag in Leuven veel te sterk. Op zo’n veertig kilometer van het einde reed ik zonder te demarreren weg op een stuk vals plat. Ik reed van kop af iedereen uit het wiel. Maar veel te vroeg natuurlijk. Ik ging wel door, maar niet honderd procent en ze kwamen terug. Toen even later Devolder demarreerde, keek iedereen natuurlijk naar mij. Ah ja, ik had getoond dat ik de beste was. Stom gereden van mij.”
2011 Hooglede Winnaar: Philippe Gilbert Eindelijk?
“Inderdaad. Eindelijk een dag waarop alles perfect verliep. Het was heel warm, doef weer. Er lag een kasseistrook dichtbij de aankomst. Nadien ging het licht naar beneden. Ik wist: als ik op die strook vijf seconden kon pakken, gingen ze mij niet meer terugzien. Wat gebeurde.”
Het was je wonderjaar waarin je quasi alles won waaraan je deelnam. Toch noem je in je biografie die Belgische titel ‘mooiste zege van het jaar’. Leg uit.
“Omdat ik nog nooit Belgisch kampioen was geworden. Zelfs niet bij de jeugd. Ik had echt het gevoel: deze heb ik verdiend. Plus: er is de bonus van die trui. Je weet dat je die trui een heel jaar lang mag dragen. Te beginnen met de Tour een week later. Daar kan weinig tegenop.”
2012
Geel
Winnaar: Tom Boonen Gilbert: 54ste Jij was intussen niet langer bij Lotto, wel bij BMC. Is zo’n Belgische titel minder interessant voor niet-Belgische ploegen?
“Helemaal niet. België is het land van de koers. Zo’n trui is voor elke sponsor belangrijk. Dat was bij BMC zo, dat was bij FDJ zo, dat zou zelfs zo zijn als ik ooit voor een Japanse ploeg zou rijden.”
2013
La-Roche-en-Ardenne
Winnaar: Stijn Devolder Gilbert: zesde Slechts 17 renners haalden de finish dat jaar. Kan een parcours ook te zwaar zijn voor een BK?
“Niet voor mij. Zeker dat parcours was niet te zwaar. Oké, het ging wat op en af. Probleem in België is dat niet veel renners een klim van drie kilometer verteren. Bovendien was het slecht weer. Tel dat allemaal op en je krijgt weinig finishers in België. Maar als ik zie wat ze in Frankrijk of Italië bij hun nationaal kampioenschap soms krijgen voorgeschoteld… bergen van zes tot zeven kilometer lang. Dat is nog wat anders.”
2014 Wielsbeke Winnaar: Jens Debusschere Gilbert: 44ste Zijn er nooit omlopen geweest waarop je ’s ochtends al zei: wat kom ik hier doen?
“In al die jaren zijn er twee geweest. Knokke in 2008 en dit dus, Wielsbeke. Volledig vlak, een kasseistrook van niks en bijna geen bochten: dat was echt niets voor mij. En zeggen dat ik zelfs daar vooraf bij de favorieten werd gerekend. (lacht) Opnieuw: soms begrijp ik journalisten niet.”
2015 Tervuren Winnaar: Preben Van Hecke Gilbert: niet gestart Je enige BK waar je geblesseerd forfait moest geven. Mét doktersbriefje. Want deelname is verplicht voor elke prof. Een goede zaak?
“Van mij mag het alleszins. Het is toch mooi voor een BK om alle Belgen aan de start te krijgen? En zo krijgt de organisator ook waar voor zijn geld.”
Ook al wil er zich nog wel eens een ongemotiveerde Belg snel naar de dokter reppen om niet te moeten starten?
“Misschien dat anderen soms een uitvlucht zoeken. Zou kunnen. Maar ik heb het nooit gedaan. Zelfs nooit aan gedacht.”
2016 Les Lacs de L’Eau d’Heure Winnaar : Philippe Gilbert Het palmares van Merckx mag je dan niet hebben, je bent wel vaker Belgisch kampioen geweest dan hij. Jij twee keer, hij één keer.
“Daaraan zie je hoe moeilijk het is een BK te winnen. Ik was supergemotiveerd die dag. Ik had mijn vinger gebroken voor de klassiekers en had ‘mijn’ koersen niet kunnen rijden. Ik wilde dat jaar absoluut iets moois winnen. Dat BK had ik echt nodig.”
Kan een BK een heel seizoen goed maken?
“Dat vind ik wel. Opnieuw: zoveel truien zijn er op een seizoen niet te verdelen.”
Je was toen einde contract bij BMC. Verhoogt een Belgische titel je marktwaarde?
“Het kan zeker geen kwaad. Al had ik toen voor het BK al zo goed als een akkoord met Patrick (Lefevere, red). Maar een sponsor weet ook dat hij met de Belgische kampioen iemand aantrekt die het jaar nadien sowieso in de kijker fietst in de klassiekers.”
2017 Antwerpen Winnaar: Oliver Naesen Gilbert: 40ste Oliver Naesen heeft er intussen zijn laatste koers in de Belgische trui opzitten. Nog enig advies voor hem?
“Ik hoop dat Oliver er van genoten heeft. Niets is vanzelfsprekend in de koers en zo’n Belgische trui al zeker niet. Je weet nooit of je er ooit nog in kan rijden. Maar dat moet ik Oliver niet zeggen. Dat weet hijzelf ook.”
2018 Binche Winnaar: ? Gilbert: ? De enige vraag die overblijft. Hoe groot is de kans dat we achter het vraagteken van de winnaar straks voor een derde keer Gilbert mogen schrijven?
“Geen idee. De vorm is er, de motivatie ook. Maar ik heb nog nooit in Binche gekoerst en ken het parcours niet. Ik zie het zondag wel. Maar als je mij naar mijn ambities vraagt, schrijf maar op: ik kom voor een derde titel.”