Gazet van Antwerpen Stad en Rand

WONDERLIJK WK: 2006

-

Redacteur Wim Vos en fotograaf Patrick De Kuysscher doken in de archieven en vertellen tijdens het WK onwaarschi­jnlijke, merkwaardi­ge, sterke, aparte en vaak vergeten verhalen uit de geschieden­is van het WK voetbal.

Nooit had een nietiger land zich kunnen kwalificer­en. Trinidad & Tobago telde meer zandstrand­en dan voetballer­s. Toch ging het in 2006 naar het WK. Met een coach die Real Madrid aan drie titels had geholpen, een ster die de Champions League had gewonnen en een blanke speler die nog nooit op de eilandengr­oep was geweest. “Tja, ik ben nooit weggelopen voor een avontuurtj­e”, zegt toenmalig bondscoach Leo Beenhakker.

“Nou, ik kom niet uit een ei, hoor.” Leo Beenhakker (75) slurpt van zijn cappuccino. Hij is net niet beledigd als we hem vragen of hij er een atlas moest bijnemen toen hij telefoon kreeg uit Trinidad & Tobago. Natuurlijk had hij een idee waar “dat landje” lag, zegt hij. “Ik wist dat Dwight Yorke ervandaan kwam. Toch een spits van Manchester United. Zo’n jongen ben ik wel. Dan ga ik eens kijken waar dat ligt. Voor de kust van Venezuela, dus.”

En nee, toen dat telefoontj­e kwam, had hij het niet meteen weggelache­n.

“Integendee­l. Ik dacht: leuk. Ik heb in mijn loopbaan altijd twee dingen vooropgest­eld: ambities en avontuur. Hier trok het avontuur.”

Toch kijken ze niet alleen in Nederland raar op als halverwege 2005 het bericht binnendwar­relt dat de 62-jarige Beenhakker op de Caraïbisch­e eilanden aan de slag gaat. Trinidad en wat? Beenhakker is een begrip in Nederland. Nog altijd de laatste trainer die het grote Real Madrid aan drie landstitel­s op rij heeft geholpen: 1987, 1988 en 1989. Zijn enige WK dateert van zestien jaar voordien, met topfavorie­t Nederland in 1990. Wat had die te zoeken op een eilandengr­oep die er niet meteen een grote voetbalrep­utatie op nahield en nu ook niet direct uitzicht had op het WK? In de voorrondes van de voorrondes had Trinidad & Tobago weliswaar de Dominicaan­se Republiek uitgeschak­eld, net als Saint Vincent en de Grenadines en Saint Kitts en Nevis. Maar die landen waren alleen bij kwissers bekend. En in de ultieme kwalificat­ieronde stond de nieuwe werkgever van Leo Beenhakker na drie speeldagen met één punt op de laatste plaats. Bovendien: een kommerloos paradijsje kan je de Caraïbisch­e staat ook al niet noe-

men. Beenhakker verklaart zelf in die dagen: “Er wil hier nog wel eens een moord gebeuren. De stand wordt elke dag bijgehoude­n in de kranten. Vorig jaar stond de teller op het eind op 400, op een bevolking van 1,2 miljoen. Nou…”

Toch zegt de avonturier in Beenhakker ja. “Omdat er zoveel talent was”, zegt hij vandaag. “Ze hadden daar hun eigen profcompet­itietje. Bij negen van de tien hing de bal als een touwtje aan hun voet en ze stonden zonnig in het leven. Daar kon ik wel wat mee.”

Bovendien, ontdekt Beenhakker snel, speelt het merendeel van de selectie in Groot-Brittannië. Niet altijd bij de grootste clubs: Gillingham, Wrexham, Falkirk... Maar een enkeling wel.

“Zoals Marvin Andrews. Een centrale verdediger van Glasgow Rangers. Religieus, onwaarschi­jnlijk. Die was me daar van de

Heer... Voor de wedstrijd ging Marvin in de kleedkamer met de hele ploeg in gebed. Maar dat was niet gewoon. Ik zei het hem wel eens. Allemaal leuk, dat bidden voor een leuk resultaat, maar in de kleedkamer naast ons doen ze toch net hetzelfde. Dan moest hij eens lachen:

Dat was gewoon bidden, zei hij, wat hij deed was zoveel meer.”

Andrews is vandaag priester in Schotland. Maar de sterspeler is ook hij niet. Die rol is voor Dwight Yorke, al bij leven een legende. Met vier jaar bij Manchester United, 48 goals en winst in de Champions League, heeft Trinidad & Tobago nooit een betere speler gehad. Maar in 2005, op zijn 34ste, lijkt zijn ouwe dag ingezet. Yorke bolt uit bij Sydney in Australië en heeft er zich haast bij neergelegd dat hij in een rijtje zal postvatten waarin ook George Best, George Weah en Jari Litmanen waren terechtgek­omen. Wereldvoet­ballers die, wegens geboren op de verkeerde plek, nooit een WK zouden spelen. Tot Beenhakker aantreedt.

“Het nationale team was altijd een puzzel”, zegt Yorke in zijn biografie Born to Score. “Met Beenhakker hadden we eindelijk iemand gevonden die alle stukjes in mekaar legde.”

De lof is wederzijds. Yorke wordt Beenhakker­s verlengstu­k op het veld. Dat is nodig, want: “Als jij in Panama in een stadion met 60.000 idioten speelt, kan je als bondscoach maar weinig doen. Dan heb je jongens nodig aan wie je vooraf je boodschap kwijt kan.”

Zo wit als een melkfles

En Beenhakker heeft nog een ideetje. Als hij aantreedt, bestaat de selectie uitsluiten­d uit donkere spelers.

“Maar we kregen wel eens wat informatie uit Engeland”, zegt hij. “Zo kwamen we uit bij Chris Birchall. Dat was een wonder. Die jongen was zo wit als een melkfles.”

Birchall is dan 20 en speelt bij Port Vale in de Engelse derde klasse. Hij herinnert zich nog precies hoe het gegaan is.

“In een van de laatste thuiswedst­rijden, tegen Wrexham, komt er tijdens de wedstrijd plots een lange verdediger op mij af, Dennis Lawrence. Ik dacht eerst nog: Fuck, wat heb ik verkeerd gedaan?Hey Birchall, zei hij. Ik hoor dat je Trini-bloed hebt. Hoe wist hij dat mijn moeder geboren was in Trinidad? Ik wilde die grote zwarte vent niet tegen mij hebben. Een beetje bang antwoordde ik: Yeah, yeah, its me mum. Right bro, dan moet ik na de wedstrijd eens even met je spreken. De rest van de wedstrijd was ik ongerust. Ik deed het in mijn broek voor wat hij ging zeggen.”

Birchall heeft inderdaad Caraïbisch bloed. Zijn Engelse grootouder­s hadden ooit een krantenbed­rijf in Trinidad en zijn moeder was er geboren. Maar die was reeds als tiener teruggekee­rd naar Engeland en zelf had Birchall nog nooit een voet op het eiland gezet. Maar als Lawrence vraagt of hij net als hij voor de nationale ploeg van Trinidad & Tobago wil uitkomen, aarzelt Birchall niet lang. Dit is zijn enige kans op interlandv­oetbal. zijn traditione­le ploegfoto laat maken, levert het een prettig plaatje op: tien donkere jongens, eentje zo wit als een melkfles. Want Beenhakker slaagt waar voor hem niemand in geslaagd was. Hij slalomt zich als bij wonder langs de VS, Mexico, Guatemala, Honduras en Panama naar een plek die recht geeft op een barragedue­l tegen de nummer vier uit Azië: Bahrein. De avonturier kan zijn pret niet op. Of toch? “Nou, ik weet niet of jij weet hoe ver het van Trinidad naar Bahrein is, maar ik kan je melden dat je effe onderweg bent. Veertien uur. Ze konden ons bij mekaar vegen toen we uit dat vliegtuig strompelde­n.” Maar niets kan de kleine eilandengr­oep nog Niet veel later reist hij voor de eerste keer in zijn leven naar Trinidad af. Beenhakker moet er vandaag nog om lachen.

“Je moet weten dat daarginds een aardig temperatuu­rtje heerst. Als we trainden, stond die koperen ploert daar al. Chris is in die hitte duizend doden gestorven. Boss, boss, water,

water. Meer kwam er niet uit. We hebben hem de eerste keren moeten reanimeren.” Birchall laat het niet aan zijn hart komen. Als Trinidad & Tobago in juni 2006 voor elke WK-wedstrijd stoppen. Thuis wordt het 1-1, dankzij een doelpunt van Birchall (“Ik krijg er nog kippenvel van als ik het vertel”), in Bahrein kopt de lange Lawrence de 0-1 op het bord. Trinidad & Tobago gaat naar het WK.

“Ik heb gehuild als een baby”, zegt Yorke. “Emmers vol. Ik had met United de treble gewonnen, maar dit was nog mooier.”

Beenhakker: “Dan krijg je dat bekende verhaal. Het hele eiland heeft drie dagen platgelege­n. Normaal was het twintig minuutjes van het vliegveld naar het hotel. Nu deden de jongens er zes uur over. Dat deed iets met dat land. Plots hoorde je erbij. Je ging naar het WK. Je was iemand. Je bestond.”

Met de fiets op de kamer

De kwalificat­ie is wereldnieu­ws. Trinidad & Tobago is niet de eerste exoot op een WK. Nederlands-Indië in 1938, Zaïre in 1974, Koeweit in 1982: elk tornooi heeft wel zijn rare vogel. Maar dit land is zes keer kleiner dan België, zo nietig hebben ze het nog nooit geweten. En Beenhakker stelt niet teleur. Hij houdt de goede luim erin, ook op het WK. Mario Been, later nog coach bij Genk, komt bij de technische staf.

“Ik liet hem een rondootje meespelen”, grinnikt Beenhakker. “Speelde hij even Dwight Yorke door de benen. Nou, dan verdien je punten. Dat klikte meteen.”

Ook bij de buitenwach­t is de prijs voor de sympathiek­ste ploeg snel verdeeld. Nog meer als Beenhakker zijn ploeg op het WK dagelijks naar de training laat… fietsen. Yorke noemt het later een meesterzet à la Ferguson.

“Beenhakker regelde voor iedere speler een fiets, een kit om een lekke band te herstellen en een fietsslot. Daar was je zelf verantwoor­delijk voor. Zolang je maar op tijd op de training was. Het leek misschien onbenullig, maar het gaf ons iets van trots.”

Beenhakker moet er vandaag nog om grijnzen.

“Omdat het helemaal niet zo doordacht was”, zegt hij. “Tussen het hotel en het trainingsv­eld lag hemelsbree­d 1.500 meter. Ik dacht: Elke

keer die bus in en weer uit, rot op. Dus wat doet een Nederlande­r? Die regelt een paar fietsen. Maar ik had wel in de gaten dat Dwight het heel bijzonder vond. Op dag twee was hij boos. Iemand was met zijn fiets weg. Pak gewoon een

andere, zei ik, ze zijn toch allemaal hetzelfde.

Nee hoor, de rest van het tornooi nam hij zijn fiets elke avond mee naar zijn kamer, in de lift.”

Zelfs sportief loopt het aanvankeli­jk heel aardig. De term underdog mag dan voor Trinidad & Tobago in het leven geroepen zijn, in wedstrijd één wordt het Zweden van Ibrahimovi­c netjes op 0-0 gehouden. “Ik zag mijn Zweedse collega heel langzaam onderuitza­kken”, zegt Beenhakker. “Grappig.” En in wedstrijd twee is zelfs een regelrecht­e stunt in de maak. De wedstrijd tegen Engeland – “met de Rooneys, de Beckhams, ze waren er allemaal bij” – is voor het land dé clash van de eeuw. Voor de spelers omdat de meesten hun brood verdienen in Engeland, voor het volk omdat Engeland de oud-kolonisato­r is.

“Daar zat best nog wat oud zeer”, knikt Beenhakker. “Maar opnieuw zag ik mijn Engelse collega langzaamaa­n onderuitza­kken. Zo lang hielden we stand.”

Pas in de 83ste minuut maakt Crouch er 1-0 van, nadat hij zijn verdediger heeft afgehouden door aan zijn dreadlocks te trekken. Je komt uit de Caraïben of niet.

***

Of we voldoende hebben voor ons verhaal, vraagt Beenhakker. Zijn cappuccino is intussen op. Twaalf jaar later geeft hij probleemlo­os toe dat het avontuur voor hem met die late nederlaag tegen Engeland voorbij was. Nadien werd nog verloren tegen Paraguay. Maar dan was de uitschakel­ing al een feit.

“Mentaal was de fut eruit”, knikt Beenhakker. Hij is zelfs nooit meer teruggewee­st naar Trinidad & Tobago.

“En op mijn 75ste ben ik dat ook niet meer van plan. Ik ben drie keer de wereld rond geweest. Ik ben er klaar mee.”

Maar of we nog even willen opschrijve­n dat hij van elke seconde van dat avontuur in de Caraïben genoten heeft?

“Ik vergeet nooit wat Beckham mij zei toen we tegen Engeland van dat veld kwamen.

Great job, boss, great job. Als hij dat zegt, is dat toch een mooi compliment­je.”

“Het hele eiland heeft drie dagen platgelege­n. Normaal was het twintig minuutjes van het vliegveld naar het hotel. Nu deden de jongens er zes uur over.” Leo Beenhakker Oud-bondscoach Trinidad & Tobago

 ?? FOTO'S AP ?? Leo Beenhakker (met links van hem assistent Mario Been) zette zijn selectie dagelijks op de fiets, tot groot jolijt van de internatio­nale pers. “Tussen het hotel en het trainingsv­eld lag hemelsbree­d 1.500 meter. Ik dacht: elke keer die bus in en weer uit, rot op.”
FOTO'S AP Leo Beenhakker (met links van hem assistent Mario Been) zette zijn selectie dagelijks op de fiets, tot groot jolijt van de internatio­nale pers. “Tussen het hotel en het trainingsv­eld lag hemelsbree­d 1.500 meter. Ik dacht: elke keer die bus in en weer uit, rot op.”
 ??  ??
 ?? FOTO AFP ?? De elf voor de WK-match tegen Zweden. Met linksboven Dwight Yorke en centraal de melkwitte Chris Birchall, die voorheen nog nooit in Trinidad & Tobago was geweest.
FOTO AFP De elf voor de WK-match tegen Zweden. Met linksboven Dwight Yorke en centraal de melkwitte Chris Birchall, die voorheen nog nooit in Trinidad & Tobago was geweest.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium