Gazet van Antwerpen Stad en Rand
De Sinksenfoor
Van de voetbalkantine naar het foorkraam: Danni Heylen en Carry Goossens
DE SINKSENFOOR VR 29/06 - ZO 19/08 | FAKKELTHEATER | ANTWERPEN | WWW.HETACHTERLAND.BE
Als kind was Carry Goossens (65) niet weg te slaan van de pony’s op de kermis. En Danni Heylen (67) kwam steevast thuis met een goudvis, gewonnen in het eendenkraam. Deze zomer baten Carry en Danni elk hun eigen foorkraam uit, in de authentieke Antwerpse komedie De Sinksenfoor. ‘Altijd prijs, altijd gewonnen’ op deze nostalgische roetsjbaan in het Fakkeltheater!
Het Achterland profileert zich na Viva Minerva en Café Beveren opnieuw als maker van zomervoorstellingen met een Antwerps thema. In De Sinksenfoor maken de forains het mooie weer. Top-entertainer Firmin (Carry Goossens) voorziet zijn paardenkoers van aparte commentaar, terwijl zijn vrouw Vivianne (Danni Heylen) waakt over haar eendjes in de Duck Race. Suzy (Linda De Ridder) heeft de beste oliebollen en Jakke (Luc Caals) jaagt iedereen de stuipen op het lijf in zijn spookkot. Het zijn echter de jongelui die de boel op stelten zetten: forain Ronny (Timo Descamps) is verliefd op Anita (Anne Van Opstal), maar hij krijgt stevige concurrentie van foorfanaat Bram (Brent Pannier). Een explosieve amoureuze situatie, maar niks dat Carry Goossens en Danni Heylen niet aankunnen.
Carry: “Wij speelden voor het eerst samen in 1981. Ik was een late roeping en kwam pas van het conservatorium, Danni was al verbonden aan het Reizend Volkstheater. Wij speelden al koppels, buren, broer en zus, minnaars, neef en nicht. We vormden vaak een duo omdat er chemie is tussen ons twee. Tien jaar later was het Reizend Volkstheater opgedoekt. Danni en ik kwamen elkaar weer tegen bij de audities van een nieuwe tv-serie, die FC De
Kampioenen zou gaan heten. We zaten allebei zonder werk en we namen ons voor om er helemaal voor te gaan. Zo werden we vier seizoenen lang Oscar en Pascalleke.”
Danni: “En toen het in 2011 gedaan was met FC De Kampioenen, speelden we enkele maanden later alweer samen bij De Komedie Compagnie. Daarna volgden de Kampioenenfilms, en nu komen we elkaar weer tegen op de Sinksenfoor.” Carry: “Ik denk dat ik met niemand zoveel gespeeld heb als met Danni. We kunnen elkaar 200% vertrouwen. Vandaag zwem je als acteur niet meer in de repetitietijd, dus dan is het goed als één knipoog genoeg is om elkaar te begrijpen.”
Aan inspiratie is er op de Sinksenfoor geen gebrek.
Carry: Danni en ik vertegenwoordigen de oudere garde in de voorstelling. Foormensen zijn kleurrijke figuren, die een aparte gemeenschap vormen. Dat is altijd plezant om te spelen.
Gaan jullie er ook kleurrijk uitzien?
Carry: Kijk naar mijn snor! Ik droom er al jaren van, maar mijn vrouw vindt het verschrikkelijk. Ze heeft moeilijke maanden nu. Die snor zal na afloop dus waarschijnlijk snel weer weg zijn. Maar ze past in mijn fantasie over foormensen die extravert zijn, ook op vlak van fysiek en kledij.
Danni: Dat kleurrijke mag je bij mij letterlijk nemen. In mijn viskraam zal ik een pruik dragen, want anders ga ik te veel lijken op Pascalleke. Met die pruik zie ik er uit als een kwakske, maar dat past bij mijn eendenkraam! Carry: Ik noem je in het stuk dan ook niet toevallig Kwakske!
Ook de kreten om volk te lokken zijn kleurrijk op de Sinksenfoor. Wat gaan jullie roepen?
Carry: Ik mag me uitleven in mijn paardenkraam. Olalala, le cheval comme çi, le cheval comme ça! Of Jawel dames en heren, dáár gaat peirdje numéro trois: Mariette Mitraillette!
Danni: Ik voer in mijn viskraam de punten terug in. Zoals vroeger krijgen de eendjes punten op de poep. Altijd schoeëne prijzen, altijd gewonnen! is de slogan die daar bij past. Als kind kwam ik zelf dikwijls thuis met zo’n goudvis in een plastieken zakje. Bij ons thuis gingen ze dan gelukkig de vijver en niet zo’n zielige bokaal in.
Carry: Ik vond de pony’s fantastisch. Een echt stadskind was ik, opgroeiend in Mechelen, en toen zag ik ineens die pony’s. Ik voelde me Little Joe van Bonanza op zo’n paardje. Ik denk dat mijn liefde voor paarden op de kermis begonnen is.
Danni: Bij mij ook. Mijn vriendinnetjes vonden die beesten maar stinken, maar ik vond zelfs die geur zalig.
Jullie zijn dus kermisliefhebbers?
Carry: Als kind enorm. De oktoberkermis in Mechelen misten we nooit.
Danni: Ik ging altijd naar de Sinksenfoor. Nu hou ik van de kleine dorpskermissen, zoals bij ons in Kieldrecht. Er staan amper zes kraampjes, maar het heeft zijn charme.
Carry: Jammer dat we nu niet meer naar de Sinksenfoor kunnen. Om de twee meter worden we aangesproken. Ook op dat vlak is het altijd prijs (lacht). Het is fijn als mensen ons herkennen maar op zo’n kermis hebben we echt geen moment voor onszelf of voor ons gezelschap.
Danni: Ik vraag me af of de Sinksenfoor de verhuis naar Park Spoor Oost verteerd heeft. Het is hier toch helemaal anders dan op de Vlaamsekaai.
Carry: Het is jammer, maar ik snap de mensen die op de Vlaamsekaai wonen ook. Danni: Maar Carry, dat is toch maar één keer per jaar! Carry: Ja, maar wel een hele maand. De attracties worden groter en maken meer lawaai, net als het publiek. En dan is er het parkeerprobleem nog. Maar we moeten er wel alles aan doen om de traditie te bewaren. De Sinksenfoor mag niet verdwijnen. Danni: Wij brengen de Sinksenfoor toch terug naar 't stad! Eens de foor hier gedaan, kunnen de mensen in de sfeer blijven door naar het Fakkeltheater te komen!
Dit is al de derde zomer met een komedie rond een typisch Antwerps thema. Een nieuwe traditie?
Carry: Ik denk alleszins niet dat het klaar is. Deze stukken zijn te goed geschreven, en er zijn nog veel mooie Antwerpse thema’s. Neem de Flandria: daar is ook een schitterende komedie rond te maken!
‘‘Wij speelden al koppels, buren, broer en zus, minnaars, neef en nicht. We vormden vaak een duo, omdat er chemie is tussen ons twee.’’